Na een afwezigheid van ruim twaalf jaar keert regisseur Chuck Russell, bekend vanwege zijn niet onverdienstelijke tweede vervolg op A NIGHTMARE ON ELM STREET en zijn alleraardigste remake van de fifties monster movie THE BLOB, terug naar het horrorgenre.
In de afgelopen twaalf jaar maakte Russell twee Hollywoodfilms, het zeer geslaagde Jim Carrey-vehikel THE MASK in 1994 en het zeer mislukte Schwarzenegger-vehikel ERASER in 1996, bij welke gelegenheden hij zichzelf netjes Charles Russell noemde, want zo’n ordinaire naam als Chuck boven een respectabele multimillion-dollarproductie, dat staat gewoon niet.
Aan BLESS THE CHILD valt een stuk minder eer te behalen, dus is Chuck weer terug, en hij gaat netjes verder waar hij twaalf jaar geleden was gebleven. Want wat blijft er over voor een horrorregisseur die als debuut een sequel draaide en daaropvolgend een remake deed? Juist, een rip-off, want dat is BLESS THE CHILD, een bastaardfilm met twee vaders: PROPHECY en THE OMEN. Uit de eerste herkennen we de politierechercheur die ooit priester wilde worden, hier gespeeld door Jimmy Smits die als politieman in het ijzingwekkende THE BELIEVERS ook al met occulte zaken werd geconfronteerd. Bij THE OMEN hebben de schrijvers meer inspiratie opgedaan. Ook hier een kind dat voorbestemd is de aardse balans tussen Goed en Kwaad te verstoren, al is de zesjarige Cody geen dochter van de duivel, maar van God. Ze wordt, uiteraard, op kerstavond geboren en kort daarop achtergelaten bij haar tante (Basinger), die de opvoeding van het kind op zich neemt. Dat valt niet mee, want Cody wordt gediagnostiseerd als zijnde licht autistisch, een aandoening die overigens niet verklaart waarom kaarsen spontaan gaan branden zodra ze voorbij loopt, of dooie duiven weer opvliegen nadat Cody ze heeft geaaid. Die laatste truc wordt ook opgemerkt door de satanistische sekte van Eric Stark (Sewell uit DARK CITY), die de wederkomst van Christus koste wat kost wil voorkomen.
BLESS THE CHILD valt onmogelijk serieus te nemen. Reli-horror ontleent zijn werking doorgaans aan ons niet uit te bannen geloof in Goed en Kwaad als autonome en absolute krachten (en als we niet geloven, in onze knagende twijfel), en geloof impliceert een vertrouwen in iets waarvan het bestaan niet bewezen is. Bij de beste reli-horror is daarom altijd een bepaalde ambiguïteit in het spel. Van de door Billie Whitelaw griezelig gespeelde kinderoppas in THE OMEN bijvoorbeeld geloven we dat ze een gazant van de duivel is, maar zeker weten doen we dat niet. In BLESS THE CHILD komt, uiteraard, ook een enge nanny voor, wier gezicht op gezette tijden in een door de computer gegenereerde duivelstronie verandert. Daarmee doet de film geen beroep op ons geloof of onze twijfels, maar presenteert hij een ‘bewijsstuk’ voor de premisse dat de duivel bestaat. Zulke bewijsstukken moeten overtuigend zijn en die duivelstronie is dat geenszins, de zwerm vliegende cgi-demonen die uiteindelijk in elkaar morphen om satan vorm te geven evenmin.
Dat betekent niet dat BLESS THE CHILD zonder deze idiote cgi-effecten wél geloofwaardig zou zijn. De film maakt zich door alle inconsequenties, losse eindjes en toevalligheden (gepresenteerd onder het mom van voorbestemming) met de minuut belachelijker. Het ernstige spel van hoofdrolspeelster Kim Basinger steekt pijnlijk af tegen al die lariekoek. Ze doet hard haar best, maar Basinger is geen Michelle Pfeiffer die in haar eentje de onnozele thriller WHAT LIES BENEATH een schijn van geloofwaardigheid wist te verschaffen. En Chuck? Die blijft zichzelf, want na de sequel, remake en rip-off waagt hij zich nu aan, jawel, een spin-off van THE MUMMY RETURNS, getiteld THE SCORPION KING.
Copyright Roel Haanen. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Oorspronkelijk gepubliceerd in Schokkend Nieuws #51 , juli/augustus 2001.