Stop-motionpionier Ray Harryhausen, die dode materie als geen ander met leven kon bezielen, is vandaag op 92-jarige leeftijd overleden. In 2005 was Harryhausen te gast op het Amsterdam Fantastic Film Festival, waar hij zowel een retrospectief van zijn werk opluisterde als een Lifetime Achievement Award in ontvangst nam. Bij die gelegenheid hield Schokkend Nieuws een interview met de meester.
Interview: Ray Harryhausen velt vonnis
‘Waarom ontploft dat monster nou?’
In interviews heeft Harryhausen altijd laten doorschemeren dat het special-effectsgeweld van STAR WARS hem er destijds toe bracht een punt te zetten achter zijn carrière. De elkaar in razendsnel tempo opvolgende technische ontwikkelingen zouden hem verplicht hebben tot een meer fabrieksmatige aanpak, iets waar de man die meer dan dertig jaar op iedere productie zijn persoonlijke stempel had gedrukt bar weinig voor voelde. Anno 2005 houden bewonderaars als Nick Park (WALLACE & GROMIT) en Tim Burton het oude handwerk in ere, maar het is computer generated imagery die in Hollywood en ver daarbuiten inmiddels de dienst uitmaakt. Hoe kijkt Harryhausen aan tegen al dat duizelingwekkende digitale vernuft? Het is een vraag die Schokkend Nieuws inspireerde tot een variant van de aloude ‘blinddoektest’. Een interview naar aanleiding van fragmenten uit nieuwe én oude films, waaronder een aantal klassiekers van de meester zelf.
20 MILLIONS MILES TO EARTH (Nathan Juran, 1957)
Film: Ruimtevaarders nemen per ongeluk een Venusiaans monster, de Ymir, mee terug naar Aarde. Het groeit snel, wordt bedreigd en zet Rome op stelten. Stop-motion effects van Ray Harryhausen.
Fragment: De Ymir kruipt uit zijn ei en wrijft zijn oogjes uit.
SN: Dit is zo’n schattig moment. Hiermee is het publiek meteen gewonnen.
Harryhausen: ‘De eerste wet van animatie is dat je je wezens een persoonlijkheid geeft. Anders heb je iets dat beweegt om het bewegen. Die les leerde ik van KING KONG en ik heb hem vanaf mijn eerste sprookjesfilms in de praktijk gebracht.’
Hoe ontstaat de persoonlijkheid van zo’n wezen? Bedenkt u die helemaal vooraf?
‘Soms ontstaat het vanzelf. Zoals je in mijn boek (An Animated Life-SN) kunt lezen, is de Ymir door verschillende fasen gegaan. Aanvankelijk was hij log en zwaar, had hij één oog, daarna weer twee, twee horens uit zijn kop, daarna weer geen horens. De Ymir is een reptiel en het is niet makkelijk om daarmee de sympathie van het publiek te winnen. Daarom ging ik uiteindelijk voor een semi-menselijke vorm.’
‘Het mooie aan stop-motion is dat je één model hebt. Eén flexibel model, dat je op alle soorten manieren kunt bewegen. Dat was een uitvinding van Willis O’Brien. Anderen, zoals George Pal, werkten met verschillende houten modelletjes voor één en hetzelfde figuurtje. Het grote voordeel van één beweegbaar model is dat je bij elke beweging bijna vanzelf merkt welke beweging er moet volgen. Zo komt het wezen vanzelf tot leven.’
SKY CAPTAIN AND THE WORLD OF TOMORROW (Kerry Conran, 2004)
Film: In een retro-futuristisch Amerika probeert de mysterieuze Dr. Totenkopf wereldheerschappij te verwerven. Sky Captain (Jude Law) en journaliste Polly Perkins (Gwyneth Paltrow) proberen hem te stoppen.
Fragment: Gigantische robots vallen New York City aan.
Harryhausen: ‘Wat is dit? Is het GODZILLA? Nee? SKY CAPTAIN AND THE WORLD OF TOMORROW ? Nooit van gehoord.’
SN: Hier worden moderne technieken gebruikt om de film ouderwets te doen lijken, ongeveer zoals METROPOLIS van Fritz Lang of een oude Flash Gordon-serial.
‘Ja, visueel is het heel sterk, maar er is één probleem: cgi wordt tegenwoordig zo vaak gebruikt, dat het nauwelijks meer indruk maakt. Toen ik begon met THE BEAST FROM 20.000 FATHOMS en THE SEVENTH VOYAGE OF SINBAD was een special effect iets heel speciaals, iets zeldzaams. Tegenwoordig zie je in een commercial van dertig seconden al de meest indrukwekkende dingen voorbijkomen. Het maakt geen enkele indruk meer. De ene producent wil de andere overtreffen en voor je het weet is het een warboel op het witte doek. Het dient geen enkel doel meer. Bovendien staan de bladen tegenwoordig vol over hoe de special effects zijn gemaakt, nog voordat de film is uitgekomen! Als de goochelaar jou vooraf vertelt hoe hij het konijn uit de hoed gaat halen, heb je geen interesse meer, toch? Toen ik voor het eerst KING KONG zag was ik betoverd; ik wist dat het niet echt was, maar had geen idee hoe ze het hadden gemaakt.’
In SKY CAPTAIN wordt New York bijna verwoest. U heeft zelf ook een paar steden vernietigd. Maar daar kreeg u genoeg van. Waarom?
‘Nou ja, nadat Godzilla Tokio had verwoest, was het voor mij niet meer zo interessant. Wat moet je dan nog doen? Ik had Rome vernietigd, de Golden Gate-brug, Coney Island…’
Vreemd trouwens dat uw film THE BEAST FROM 20.000 FATHOMS bijna nooit de eer krijgt die hij verdient, namelijk dat het de blauwdruk was voor GODZILLA.
‘Die eer krijgt hij helemaal nooit! GODZILLA is bijna een kopie van onze film; zelfde verhaal. Als reactie op GODZILLA wilde ik iets anders doen met stop-motion. Een fantasiewereld creëren. Als je James Bond tegen levende skeletten laat vechten, wordt het snel belachelijk, maar Sinbad kon daarmee wegkomen. Die vechtscène met het skelet was het hoogtepunt uit de film. En geloof het of niet: toen de film in Engeland uitkwam, had de censor juist die eruit gesneden. Ze dachten dat kinderen er bang van zouden worden!’
THE MIGHTY PEKING MAN (Meng Hwa-Ho, 1977)
Film: KING KONG-rip off over reuzenaap uit het Himalaya-gebergte die ongewild kermisattractie wordt.
Fragment: De Peking Man ziet vanachter de tralies hoe een kermisexploitant zijn vriendinnetje aanrandt. Dit maakt hem zo kwaad, dat hij ontsnapt en Hongkong op stelten zet.
Harryhausen: ‘Wat is dat gehijg? Dat klinkt als rauwe passie! Wat is dit?’
SN: Dit is THE MIGHTY PEKING MAN. Gemaakt rond de tijd dat Dino de Laurentiis zijn remake van KING KONG maakte.
‘Dat is een man in een apenpak. Pathetic!’
Wat vond u van de remake van De Laurentiis?
‘Ik zeg altijd: als ik als kind de versie van De Laurentiis had gezien was ik loodgieter geworden. Maar als ik deze Peking Man gezien had, een vuilnisman!’
Wat verwacht u van de remake van KING KONG door Peter Jackson?
‘Peter Jackson houdt van het origineel, net zoveel als ik. En hij heeft smaak, dus ik heb er vertrouwen in.’
In de jaren zestig was u zelf ook voor een remake gevraagd, door Hammer, maar die is er nooit gekomen. Hoe ver waren de plannen gevorderd?
‘Niet ver. Alleen maar gesprekken. Hammer kon uiteindelijk de rechten niet bemachtigen. Als ik de film wel had gemaakt, dan was ik trouw gebleven aan het origineel dat immers niet te overtreffen is.’
De originele KING KONG zal voor u geen geheimen meer hebben. U kent het vak beter dan wie dan ook…
‘Ik weet wat je wilt vragen: ja, ik kan nog steeds van KING KONG genieten. Toen ik hem voor het eerst zag, hing mijn onderkaak tot aan mijn navel. Dat is nu niet meer zo. Maar het is nog steeds een prachtige film. Ik heb ‘m wel tweehonderd keer gezien. Sommige mensen noemen dat excentriek.’
WILLOW (Ron Howard, 1988)
Film: Fantasy-spektakel over titeldwerg was een mijlpaal in de ontwikkeling van digitale effecten.
Fragment: Onder invloed van een toverstok ‘morpht’ Willow van een geit in een pauw, in een schildpad, in een tijger en uiteindelijk in een tovenaar.
Harryhausen: ‘Ach jee. Morphing.’
SN: Als je dit vandaag de dag terugziet, ziet het er nogal belabberd uit.
‘Dat vind ik wel meevallen. Maar het is zo onlogisch. Wij zorgden altijd voor een innerlijke logica. Bij THE GOLDEN VOYAGE OF SINBAD heb ik ervoor gepleit dat de krachten van de tovenaar beperkt waren. Anders kon hij in de eerste akte met zijn stokje zwaaien en iedereen verslaan. Je hebt kaders nodig. Die scheppen mogelijkheden. Deze transformatiescène kent geen beperkingen. Wat je hier ziet – een geit verandert in een tijger, een tijger in een mens – daar kan niemand zich toch iets bij voorstellen?’
Wij vinden het er vooral te gladjes uitzien. Maar een tijger die tot mens transformeert, daar kunnen we ons best iets bij voorstellen.
‘Ha ha. Doen jullie aan occulte zaken soms?’
THE VALLEY OF GWANGI (Jim O’Connolly, 1969)
Film: Cowboys ontdekken een vallei met dinosauriërs. Stop-motion effecten van Harryhausen.
Fragment: Cowboys proberen Gwangi met een lasso te vangen.
Harryhausen: ‘Kijk hoe mijn dino’s hun staart laag houden. Tegenwoordig hebben filmdino’s hun staarten in de lucht, alsof ze last van verstopping hebben. Op dvd ziet de dino er trouwens te blauw uit. Eigenlijk was hij grijsblauw. Op sommige laserdiscs is de kleurstelling beter.’
‘Willis O’Brien startte dit project in 1943, maar hij heeft het nooit gefilmd. De oorlog kwam er tussen. Eigenlijk had de film tien jaar eerder moeten verschijnen. Want toen THE VALLEY OF GWANGI uitkwam, stond Hollywood op het punt een nieuwe periode in te gaan. Onze film werd gezien als een overblijfsel van voorbije tijden. Westerns en monsterfilms waren op hun retour en GWANGI was een mix van die twee. De kritieken waren heel slecht, kwaadaardig zelfs. Maar als ik iets heb geleerd in mijn 85 jaar op deze planeet, dan is het wel dat wat je ook doet en hoe goed je het ook doet, er staat altijd iemand klaar om het te bekritiseren. Ze zouden zelfs de goede heer Jezus Christus bekritiseren. Niet dat ik mijzelf met hem wil vergelijken, overigens.’
SN: U bent altijd dol geweest op dinosauriërs. Wat vond u van JURASSIC PARK?
‘Dat was erg mooi gedaan. Maar ik blijf bij mijn stelling dat cgi iets wegneemt van fantastiek, terwijl stop motion iets toevoegt, namelijk een nachtmerrie-achtige kwaliteit. Als je fantastische dingen te realistisch probeert te maken, worden ze te aards en verliezen ze iets van hun magie. Maar dat is mijn mening. Het publiek denkt daar wellicht anders over; JURASSIC PARK was immers een groot succes.’
HELLBOY (Guillermo del Toro, 2004).
Film: Duivelsgebroed groeit op tot superheld.
Fragment: Hellboy neemt het op tegen het grote tentakelmonster.
Harryhausen: ‘Iemand heeft zijn horens afgezaagd! Is hij de duivel?’
SN: Ja, hij is een duivel, maar wel een goede.
‘Hoe kan hij een duivel zijn en tegelijk goed?’
Dat wordt uitgelegd in de film. Hij heet HELLBOY.
‘O, ik ken de man die dit gemaakt heeft.’
Daarom kozen we we dit fragment. We lazen in een interview met Del Toro dat hij u gevraagd had om aan de film mee te werken, maar dat u het scenario te gewelddadig vond.
‘Wel…ach…hij heeft er met me over gesproken en ja, ik vond het script te gewelddadig. Maar iedereen doet zijn eigen ding. Kijk, waarom ontploft dat monster nou?’
Omdat Hellboy een riem vol explosieven bij zich had toen hij werd opgeslokt.
‘Maar waarom explodeerde Hellboy dan niet? Omdat je anders geen film zou hebben!’
MIGHTY JOE YOUNG (Ron Underwood, 1998)
Film: Remake van samenwerkingsproject van Harryhausen en zijn mentor Willis O’Brien over uit de kluiten gewassen gorilla.
Fragment: Mighty Joe Young zet cocktailparty op stelten.
Harryhausen: ‘Ah, MIGHTY JOE YOUNG. De remake. In deze scène heb ik een cameo. Ik was daar tien dagen voor een scène waarin ik één zinnetje zeg. Daarvoor moest ik me aansluiten bij de Screen Actor’s Guild. Ik krijg nog steeds cheques voor deze film.’
Heeft hij uw goedkeuring?
‘Ik vond hem goedgemaakt, maar het is geen film die ik nog eens zou willen zien. De aap was te groot. Hij gaat over het beschermen van zeldzame dierstoorten. Dat is een serieus onderwerp en daar zou je een realistische aap bij moeten hebben. Onze film was theatraler en minder serieus van toon.’
GIANT SPIDER INVASION (Bill Rebane, 1975)
Film: Reuzenspinnen kruipen uit zwart gat op aarde. Alleen NASA-geleerden kunnen hen stoppen.
Fragment: Reuzenspin (een omgebouwde Volkswagen Kever) valt stadje aan.
Harryhausen: ‘Mmmm. Ik heb hier niets op te zeggen…’
SN: Maar als u zo’n film op tv ziet, wat denkt u dan?
‘Niets, ik zet gewoon de tv uit.’
Blijft u niet kijken uit nieuwsgierigheid over de effecten?
‘Nee, ik ben geen zestien meer. Dat is een van de nadelen van zo lang op deze planeet rondlopen: je raakt gauw verveeld. Dat zullen jullie pas later begrijpen.’
Is er ooit een tijd geweest waarin u zich kwaad kon maken over beroerde special effects? Zoals bijvoorbeeld in de films van Bert I. Gordon?
‘Oh nee! Over die films praten we niet, haha! Het enige dat je kunt doen is het rationaliseren: iedereen werkt op zijn manier.’
FIRST MEN IN THE MOON (Nathan Juran, 1964)
Film: H.G. Wells-verfilming met effecten van Harryhausen.
Fragment: Professor Cavor maakt contact met de maanbewoners, de zogenaamde Selenites.
‘Ah. Die ken ik: onze Wells-verfilming.’
SN: We kozen dit fragment omdat u in deze film noodgedwongen moest werken met verklede acteurs. In dit geval kinderen in pakken.
‘Dat vond ik heel erg, maar de realiteit is: als ik al die Selenites had moeten maken in stop-motion, dan was ik vandaag de dag nog bezig geweest.’
Als u deze film vandaag zou maken, had u dat probleem misschien niet: u kon die Selenites eindeloos digitaal kopiëren. Bent u nooit jaloers op de mogelijkheden die filmmakers tegenwoordig hebben?
‘Toen ik THE 7TH VOYAGE OF SINBAD maakte, wilde ik de film zo groots maken als Alexander Korda’s THIEF OF BAGDAD. Maar niemand wilde het geld op tafel leggen. Dus moest ik compromissen sluiten. Uiteindelijk heeft THE 7TH VOYAGE heel weinig gekost, al zie je dat er niet aan af. Ik zie het wel, want ik weet wat mij aanvankelijk voor ogen stond. Tegenwoordig geeft men een fortuin uit aan één shot. Dat geld en die middelen heb ik nooit gehad. Ik werkte altijd in mijn eentje, met een zeer laag budget. Het leerde me creatief te zijn; hoe krijg ik het mooiste beeld voor zo weinig mogelijk geld. That was the whole point of it. Maar je moet ook relativeren. Ik herinner me dat ik naar de première van QUO VADIS ging. We zaten naast een oud vrouwtje en haar man. Op het doek speelde zich de val het Romeinse rijk af: vlammen, verwoesting, duizenden figuranten. Prachtige aankleding, dure sterren en schitterend gefotografeerd. Toen de lichten aangingen, hoor ik dat oude vrouwtje tegen haar man zeggen: ‘You know honey, that was a nice little picture.’ Je kan je blijkbaar nog zo uit de naad werken om iets groots en bijzonders te maken, veel mensen zien het niet eens.’
Copyright Roel Haanen en Phil van Tongeren. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepulbliceerd in Schokkend Nieuws #68, winter 2005.