Buitenaardse wezens komen weer eens de mensheid uitroeien. Maar deze kleine, schattige pluizenbollen komen eerst de kat uit de boom kijken. Kunnen wij in de nieuwste krankzinnige komedie van Ugana Kenichi nog genoeg sympathie opwekken om te overleven?
WE ARE ALIENS bestaat uit een reeks losjes met elkaar verbonden scènes, waarin de laatste 150 dagen van de mensheid zich voltrekken. Om de zoveel tijd verschijnt er weer een nieuwe pluizenbol om te checken waarom diens voorganger hun missie om de mens te vernietigen nog niet heeft uitgevoerd.
De vreemde wezens zien er uit als een soort Furby’s, maar dan net iets groter. Het zijn duidelijk knuffels met een stem. De grap zit hem er niet alleen in dat zij er absoluut ongevaarlijk uitzien, maar ook in dat de mensen die ze tegenkomen hen nooit als gevaar zien, of überhaupt schrikken van hun verschijning.
Het levert een aantal absurde uitwisselingen op, waarvan de toon bepaald wordt door de verschillende persoonlijkheden van de wezens. De eerste groene alien geeft vooral wijze levenslessen en complimenten, maar de tweede slokt zomaar het meisje op dat net door de groene is verteld dat ze niet extreem hoeft te lijnen om charmant te blijven.

In diens maag komt ze dan een volledige band tegen, die het eerste liedje inzet. Want WE ARE ALIENS is ook nog een musical – soort van. Soms verdwijnen de liedjes volledig naar de achtergrond, soms draait de scène om de muziek. Zoals tijdens het hoogtepunt van de film, een rap battle waarin de mens zijn bestaansrecht tegen nieuw aangekomen aliens moet verdedigen.
Het is typerend voor WE ARE ALIENS als geheel. Er is wel een rode lijn, en gaandeweg keren mensen uit eerdere scènes terug, maar vaker dan niet is er geen direct een verhalend verband tussen opeenvolgende scènes. In tegenstelling tot veel van dit soort Japanse knotsgekke komedies ligt het tempo ondertussen vrij laag.
Het gevolg van de combinatie van de schijnbare willekeur en het trage ritme levert een unieke stijl op, die WE ARE ALIENS net even anders dan soortgenoten maakt. Maar dit maakt ook dat de al herhalende grappen vaak (te) lang uitgesponnen worden. De duur van slechts anderhalf uur wordt zo toch een lange zit, waarbij wel erg veel wordt geleund op hoe schattig en leuk de knuffelwezens moeten zijn.