RECENSIE

El Vampiro(1957)

Het is een feest wanneer nieuwe dvd’s een stukje filmgeschiedenis aan de vergetelheid ontfutselen. Distributeur Casa Negra doet dat voor enkele van de klassieke Mexicaanse horrorfilms uit de jaren vijftig. Niet alleen zijn de films zeer de moeite waard, ze introduceren ons in één klap tot de belangrijkste Mexicaanse regisseurs, producers en acteurs uit die periode.

[Gezamenlijke recensie van THE VAMPIRE COLLECTION: EL VAMPIRO / EL ATAÚD DEL VAMPIRO, EL ESPEJO DE LA BRUJA / THE WITCH’S MIRROR en EL BARON DEL TERROR / BRAINIAC]

Decennialang waren films uit de hoogtijdagen van de Mexicaanse horror alleen te zien in dubieuze releases met Engelse dubbing. In de jaren zestig kocht K. Gordon Murray er een dertigtal en liet er in Florida een ‘vertaling’ overheen zetten. We hebben het over titels als NOSTRADAMUS Y EL DESTRUCTOR DE MONSTRUOS / THE MONSTER DEMOLISHER (1959), CIEN GRITOS DE TERROR / 100 CRIES OF TERROR (1964) en LAS LUCHADORAS CONTRA LA MOMIA / ROCK ‘N ROLL WRESTLING WOMEN VS. THE AZTEC MUMMY (1964), alsmede de films die verderop aan bod komen. Na zijn dood liet de producer echter zo’n administratieve puinhoop achter, en een conflict met de Amerikaanse belastingdienst, dat onduidelijk was hoe het zat met de rechten. Gevolg: lange tijd waren er alleen illegale en slechte kopieën in omloop. Casa Negra bracht tot nu toe vijf fraai gerestaureerde titels uit en schijnt er bovendien in geslaagd de films te bevrijden uit het juridische schemergebied waarin ze zich bevonden. Op zich al een prestatie.

BLOEDZUIGER

Een van de belangrijkste personages in de Mexicaanse horrorgemeenschap in de jaren vijftig was Abel Salazar (1917-1995). De acteur, regisseur en producent richtte in 1955 Cinematográfica ABSA op, de productiemaatschappij die zes van de meest invloedrijke Mexicaanse horrorfilms uit zou brengen. In bijna alle ABSA-films speelt hij ook zelf de hoofdrol. Het is een prettig lichtvoetige acteur, die eerder al furore maakte in romantische komedies. Zijn uitstapje naar het griezelgenre (ABSA maakte overigens ook westerns en ranchero-films) was strikt gemotiveerd door winstbejag. Toen Salazar dan ook in 1968 werd toegelaten tot de officiële vakbond van regisseurs, had ABSA z’n doel gediend en werd ontbonden. Salazar was daarna in eigen land succesvol als regisseur van mainstream, maar maakte helaas geen horrorfilms meer.

Behalve enkele films van Juan Bus­tillo Oro in de jaren dertig, verscheen er in Mexico tot dan toe nauwelijks horror. Daarin kwam verandering met drie films van Chano Urueta: EL MONSTRUO RESUCITADO / THE REVIVED MONSTER (1953), LA BRUJA / THE WITCH (1954) en EL JINETE SIN CABEZA / THE HEADLESS RIDER (1956). Bovendien introduceerde regisseur Fernando Mendez in het immens populaire LADRÓN DE CADÁVERES (1956) de merkwaardige combinatie western, horror en gemaskerde worstelaars, die sindsdien zo typerend is geweest voor de Mexicaanse populaire cultuur.

Slimme zakenman als hij was, vroeg Abel Salazar deze Fernando Mendez voor een van de eerste ABSA-producties: EL VAMPIRO / THE VAMPIRE (1957). Salazar bestudeerde nauwgezet het succes van Universal Studios: ‘Ik haalde simpelweg Dracula naar de haciënda.’ Ook de keuze voor nieuwkomer Germán Robles was ingegeven door het grote Amerikaanse voorbeeld. Nieuwe gezichten deden het immers goed. Een fortuinlijke beslissing, want Robles’ vertolking van de graaf kan zich meten met die van Bela Lugosi en Christopher Lee. Germán Robles werd één van de vaste waarden in de vloedgolf aan Mexicaanse horrorproducties die volgde op het nationale en internationale succes van EL VAMPIRO.

MEXICAANSE BEGRAFENIS

De Hongaarse graaf Karel de Lavud (Robles) komt, in een kist en per goederentrein, aan in de Sierra Negra in Mexico, waar hij het landgoed Sicomoros heeft gekocht. De haciënda wordt bewoond door de mysterieuze Eloisa (Carmen Montejo) en haar zuster Maria Teresa (Alicia Montoya). Op het moment dat nichtje Marta (Ariadne Welter) en de kletsgrage doctor Enrique (Salazar) arriveren blijkt dat Maria Teresa net is gestorven. Wat volgt is een lyrische tocht door de nacht…

EL VAMPIRO is een genot om naar te kijken. De sfeervolle fotografie en de stemmige sets vol mistflarden en spinnenwebben leveren krachtige droombeelden op. Graaf Lavud die zijn rijtuig halt laten houden voor een zwarte weduwe en een jongen in witte boerenkiel en sombrero. De sombere Mexicaanse begrafenisstoet. De alarmerende gedaante van Eloisa, met een griezelige extatische blik in haar ogen. De geopende balkondeuren, ’s nachts in de kamer van Marta. Het is allemaal, ondanks de beperkte middelen, erg goed gedaan. Ronduit indrukwekkend is de manier waarop – met de montageschaar, meer niet – wordt gesuggereerd dat de graaf in een vleermuis transformeert. Regisseur Fernando Mendez en Abel Salazar creëerden op basis van Brownings DRACULA en Murnau’s NOSFERATU een pareltje van Gothische horror. En let wel; ze waren Hammer voor. Dit is de eerste film waarin de tanden van de vampier daadwerkelijk te zien zijn, een film waar een kind het slachtoffer is, en een film waarin erotiek een niet te missen rol speelt. Als u wilt weten waar Hammer z’n taco’s haalde… Casa Negra bracht de film uit in een dubbel-dvd, samen met het vervolg EL ATAÚD DEL VAMPIRO / THE VAMPIRES COFFIN (1957).

WOESTE FANTASIE

Mendez maakte in 1960 nog enkele westerns voor Salazar, maar voor de volgende horrorfilms ging ABSA in zee met die andere grootheid in tequila-terror. Chano Urueta (1895-1979) leerde het vak in Hollywood, assisteerde Sergei Eisenstein tijdens diens onafgemaakte QUE VIVA MEXICO! (1932) en keerde daarna terug in de schoot van de Mexicaanse filmindustrie. Van de meer dan zestig films die zijn oeuvre telt, valt ruim eenderde in de categorie horror, stripverfilming of lucha libre. Voor zover je de man in een categorie kunt indelen; want Urueta beschikte over, zacht gezegd, een storm­achtige verbeelding.

In 1960 maakte hij, onder productionele leiding van Salazar, EL ESPEJO DE LA BRUJA / THE WITCH’S MIRROR, met in de hoofdrollen de Venezolaanse Rosa Arenas, Armando Calvo en Isabela Corona. Het verhaal begint simpel en sfeervol, maar wordt allengs vreemder. Doctor Eduardo Ramos heeft een ander liefje en vermoordt daarom zijn vrouw Elena. Daarop beraamt haar grootmoeder, ogenschijnlijk de gedienstige huishoudster Sara maar in werkelijkheid een authentieke heks, occulte wraak middels haar toverspiegel. Na pakweg twintig minuten lijkt deze zich ook inderdaad voltrokken te hebben. In paniek gooit Eduardo een olielamp naar de spiegel, maar verbrandt daarmee het aangezicht van zijn nieuwe echtgenote. Zij is afschuwelijk verminkt aan handen en gezicht en… enfin, de rest moet u zelf maar zien.

Niets is wat het lijkt in EL ESPEJO DE LA BRUJA. Wanneer niemand kijkt spreekt de huishoudster tot huiveringwekkende demonen. De koudbloedige moordenaar Eduardo blijkt bij zijn tweede echtgenote zeer wel in staat tot diepe liefde. Zijn eerst vrouw is niet een zielig slachtoffer, maar een nare spookverschijning. En zijn tweede vrouw, die nergens schuld aan heeft, moet het grootste deel van de film rondlopen als een monsterlijke freak met een enorm verband om haar hoofd! EL ESPEJO DE LA BRUJA wordt wat ontsierd door onbeholpen dialogen, maar daar staat tegenover dat de film tot het einde toe heerlijk onvoorspelbaar blijft. Het mooist is wel Urueta’s fascinatie voor charmante special effects als dubbele belichting, achtergrondprojectie, witte geestverschijningen in de spiegel en bloemen die in een enkel ogenblik verwelken.

SPROOKJESLAARZEN

Een hoogtepunt in dat opzicht bereikte Urueta in EL BARON DEL TERROR (1962), een van de meest bizarre films ooit. Houd u vast voor de wraaklustige baron die reïncarneert als een harig monster met puntoren, dat met zijn gevorkte tong de hersens van zijn slachtoffers opslurpt. Hij doet dit bij voorkeur bij jonge vrouwen, terwijl echtgenoten en vaders in een machteloze staat van hypnose moeten toekijken. Voor de snelle snack tussendoor bewaart de baron in zijn kast een zilveren bokaal, waaruit hij met een lange ijslepel hapjes hersens schept. K. Gordon Murray herdoopte deze gekte tot THE BRAINIAC en een cult-klassieker was geboren.

Producent en hoofdrolspeler Abel Salazar kan al in de openingsscène zijn lachen niet inhouden. Het is 1661: Baron Vitelius d’Estera (Salazar) staat voor de Heilige Inquisitie op beschuldiging van duivelsaanbidding, ‘het voorspellen van de toekomst door middel van kadavers’ en ‘het verleiden van getrouwde vrouwen en maagden’ – en de baron hééft het niet meer! Tot de brandstapel wordt hij veroordeeld. ‘Perfecto,’ reageert hij, ‘maar niet met deze ketens.’ En als bij toverslag verdwijnt de ketting rond zijn voeten. Hij loopt weg, terwijl zijn – nu geboeide – bewakers achter hem aanhobbelen. Op de brandstapel zweert de baron dat hij zal terugkeren op het moment dat een komeet opnieuw de aarde passeert. Dán zal hij wraak nemen op het nageslacht van zijn rechters Baltasar de Meneses, Álvar Contreras, Sebastián de Pantoja en Herlindo de Vivar. Driehonderd jaar later is het zover. Maar de komeet die we te zien krijgen, lijkt nog het meest op het knutselwerk van een achtjarige rond kersttijd. In het shot daarop is gebruik gemaakt van een stokje met ‘sterretjes’. Waarop – einde van de ‘landingsscène’ – een blok papier-maché op de studievloer neerploft. Dat is al behoorlijk grappig, maar niets kan u voorbereiden op de aanblik van de baron als the brainiac! Zijn het zijn net iets te grote sprookjeslaarzen? Zijn gezicht dat bij iedere ademstoot opzwelt en weer ineenkrimpt? Zijn oren? Zijn haar? De zuignappen aan zijn handen?

Men zou EL BARON DE TERROR makkelijk kunnen wegzetten als hilarisch slechte Nacht van de Wansmaakfodder. Toch klopt dat niet helemaal. Regisseur Uru­eta en producent ABSA bewezen eerder in staat te zijn tot zeer geloofwaardige special effects. In het essay dat bij de dvd wordt geleverd, wordt met verve de stelling verdedigd dat Chano Urueta opzettelijk een cultfilm heeft willen maken. Er valt wat voor te zeggen. De papieren komeet, de sterrenwacht op achtergrondprojectie achter een stilstaande auto, het krankzinnig lelijke monster: het is allemaal zó zichtbaar fout gedaan. Wanneer de helden de baron voor het eerst ontmoeten, kijken ze elkaar vijftien seconden aan en weten niet wat te zeggen. Een van hen maakt aanstalten, slikt dan zijn woorden weer in en zegt uiteindelijk ‘Hallo’. Iedere ander regisseur had de scène laten overdoen, nu zijn het vijftien uiterst vreemde seconden in een uiterst vreemde film, van een merkwaardige filmer. Laten we hopen dat Casa Negra snel meer van Urueta’s werk uitbrengt.

In de rechters die de baron veroordelen herkennen we behalve Germán ‘el vampiro’ Robles talloze andere bekende Mexicaanse acteurs. Daaronder ook René Cardona, een van de meest productieve regisseurs en stichter van een hele dynastie (drie generaties inmiddels) van B-filmers. In de vorige SN bespraken we de haaienfilm TINTORERA van zijn zoon, Cardona-junior. Het lijkt er inderdaad op dat de Mexicaanse film-incrowd destijds ontzettend veel lol heeft gehad met deze film. Volg hun voorbeeld en serveer uw gasten dan – zoals Kirk Pheeler in zijn audiocommentaar suggereert – op de juiste momenten tijdens THE BRAINIAC een lekker bokaaltje chipolatapudding.

Extra’s ***

Copyright Barend de Voogd. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in SN#73, voorjaar 2007.

1 maart 2007
  • Titel
    El vampiro
  • Lengte
    95 minuten
  • Regie
    Fernando Méndez
  • Scenario
    Ramón Obón, Ramon Rodriguez
  • Cast
    Abel Salazar, Ariadne Welter, Carmen Montejo
  • Taal
    Spanish
  • Land
    Mexico
  • Trailer
Meer HorrorMeer Thriller
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.