In de Amerikaanse tv-serie Nash Bridges spelen Don Johnson en Cheech Marin twee opzichtig geklede detectives, en dat doet natuurlijk denken aan Miami Vice, de legendarische serie die Johnson begin jaren tachtig wereldberoemd maakte.
Het is ironisch dat de bekendste narcoticadetective uit de tv-geschiedenis uitgerekend aan Marin gekoppeld wordt: de zoon van een Mexicaanse politieman uit Los Angeles dankt zijn faam namelijk aan de cannabis-kolder die hij jarenlang met de Canadese gitarist Thomas Chong bedreef. Het duo Cheech & Chong onstond eind jaren zestig, toen de twee elkaar vonden bij een improvisatie-gezelschap in Vancouver, en hield stand tot midden jaren tachtig. Hardnekkige geruchten willen dat de breuk voortkwam uit de gewijzigde mores onder het bewind van Ronald Reagan en diens echtgenote Nancy, die een persoonlijke kruistocht tegen drugs voerde. Chong bleef als blowende hippie in treurig stemmende B-films opduiken, Cheech nam met succes afstand van zijn verleden: hij leende zijn uit duizenden herkenbare stemgeluid zelfs aan de Disney-hit THE LION KING. De twee komieken leken ernstig gebrouilleerd, maar een recente aflevering van Nash Bridges doet vermoeden dat het oud zeer inmiddels is bijgelegd: in de episode treft Johnson zijn oude Miami Vice partner Philip Michael Thomas en botst Cheech zowaar op een verwilderd ogende Chong. Thomas Chong is de grote afwezige op de sublieme dvd van de cultklassieker UP IN SMOKE, de eerste en beste film uit een reeks van vier drugskomedies die het duo tussen 1978 en 1982 maakte. Op het commentaarkanaal prijzen regisseur Lou Adler en Cheech Marin de inderdaad hilarische vondsten van Chong, maar er wordt geen woord gesproken over diens absentie. We mogen onze eigen conclusies trekken uit het feit dat Marin zijn verleden nog altijd probeert te verantwoorden: alle gerookte, gesnoven en geslikte contrabande was ‘stuntdope’, en meerdere sketches waren gebaseerd op waarneming of ervaringen van derden. Die sketches waren over een periode van bijna tien jaar fijngeslepen op het toneel en voor een reeks zeer succesvolle plaatopnamen, en dat is te merken. UP IN SMOKE bevat louter voltreffers, die op een schijnbaar achteloze, maar zeer vernuftige manier in het raamwerk van een roadmovie zijn geintegreerd. Wat er destijds niet in paste is nu als bonusmateriaal aan de fraai ogende film toegevoegd, zodat de bijdrage van Harry Dean Stanton als nukkige cipier alsnog op waarde geschat kan worden. Terloops weet Marin te melden dat Quentin Tarantino en Mike Judge de film roemen als inspiratiebron voor scènes uit PULP FICTION en BEAVIS AND BUTTHEAD DO AMERICA, en dat Bob Marley en Neil Young in de jaren zeventig beiden in het voorprogramma van Cheech & Chong hebben opgetreden. Wie hoog klimt kan diep vallen, en de laatste cannabiskomedie STILL SMOKIN’ markeert het dieptepunt in de loopbaan van Cheech & Chong. Naast een slechts ten dele geslaagde reprise van oude succesnummers bevat de in Amsterdam opgenomen film nogal wat slappe improvisaties, waarbij de houterige inbreng van Nederlandse acteurs als Hans Man in ’t Veld en Carol van Herwijnen niet bepaald helpt. Al heeft het wel wat om het benevelde duo in het Tuschinski theater voor een kloon van Beatrix te zien optreden, het herkenbaar Hollandse karakter kan de fragmentarische flauwekul niet redden. Dat de titel STILL SMOKIN’ niet op rookwaar maar op een hondendrol slaat is dan ook buitengewoon gepast. .****/ EXTRA’S *** Copyright Bart van der Put. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #55, p40.