RECENSIE

The Lodger(2017)

De verbintenis tussen regisseur John Brahm en acteur Laird Cregar was misschien niet van dezelfde orde als die tussen John Ford en John Wayne. Maar de twee psychologische horrorfilms die ze samen maakten, behoren wel tot de top van het genre uit de jaren veertig. THE LODGER en HANGOVER SQUARE zijn nu samen met een eerdere film van Brahm, THE UNDYING MONSTER, in één box op dvd verkrijgbaar. 

Eind 1944 liet acteur Laird Cregar zich in het ziekenhuis opnemen om een maagverkleiningsoperatie te ondergaan. Nog voor de kerst stierf hij daar, 30 jaar oud, aan een hartaanval.  Cregars carrière omspant zestien films in vijf jaar. Geen gelukkige vijf jaar, want de acteur was erg ontevreden over zijn uiterlijk en omvang. Hij zette zichzelf op een streng dieet en was bovendien van plan plastisch-chirurgische correcties op zijn gezicht te laten uitvoeren. Cregar worstelde nog met iets anders: zijn homoseksualiteit. Ook daar bedacht hij een oplossing voor: hij maakte zichzelf wijs verliefd te zijn geworden op een vrouw.

In zijn voorlaatste film, THE LODGER uit 1944 – gebaseerd op hetzelfde fictieboek over Jack the Ripper als Alfred Hitchcocks gelijknamige zwijgende film uit 1927 – kruipt de fictie dicht naar de realiteit toe. Cregars moordlustige pensiongast vermoordt vrouwen omdat zijn broer ooit door een actrice in het verderf is gestort. Opmerkelijk is de scène waarin hij een portret van die broer aan zijn hospita laat zien en over hem spreekt als over een verloren geliefde. In tegenstelling tot prostitutie was incestueuze homoseksualiteit blijkbaar een onderwerp dat, zij het impliciet, wel mocht worden aangeroerd. Of Cregar zich op zijn gemak voelde in een rol die aan zijn eigen geaardheid refereerde en deze bovendien koppelde aan krankzinnigheid, vermeldt de geschiedenis niet.

THE LODGER laat samen met HANGOVER SQUARE, dat pas na de dood van de acteur in de bioscoop verscheen, Cregar op z’n best zien. In de laatste heeft hij bovendien voor het eerst top-billing. Niets leek nog de career move in de weg te staan, zoals Cregar die voor zichzelf had bedacht: de charactor actor zou, mede dankzij een geheel vernieuwd uiterlijk, een leading man worden. Of het plan het verhoopte resultaat zou hebben opgeleverd, is zeer de vraag. Want juist de combinatie van dat imposante postuur, droevige ogen en een zachte, beschaafde stem – kracht en weekheid inéén – maakten Cregar tot zo’n fascinerend fenomeen.
 
Alarmbel
De Fox Horror Classics dvd-box is met Cregars twee laatste en beste films niet alleen een ode aan de acteur, maar ook aan de regisseur ervan, John Brahm. Van Brahm is ook THE UNDYING MONSTER (1942) opgenomen, zonder Cregar. De film opent met het horrorcliché van een somber landhuis bovenop een klif. Het familiebezit wordt geteisterd door mysterieuze moorden die in de omgeving van het huis worden gepleegd. De krakkemikkige intrige – de dader is een van de eigenaars zelf, die bij vorst aan de grond (!) in een weerwolf verandert – is puur B-filmmateriaal. Het is de stijl van de Duitse emigré Brahm die het geheel naar een hoger niveau tilt.

Briljant is de openingsscène waarin de camera in één lange take een halfduister interieur aftast. Een slapjes bungelende hand en het roerloze lichaam van een hond doen het ergste vermoeden. Dan verbreekt Brahm de spanning door de eigenares van de hand en haar hond wakker te laten worden. We zijn professioneel in het ootje genomen. Jammer alleen dat de als een boulevardklucht uitgespeelde intrige al die moeite eigenlijk niet waard is. 

Brahm en Cregar zouden slechts twee films samen maken, maar het waren meteen wel de hoogtepunten uit hun respectievelijke carrières. Hoort THE UNDYING MONSTER thuis in de olijke traditie van THE OLD DARK HOUSE (1932) en THE CAT AND THE CANARY (1927 en ’39), THE LODGER is een horrorfilm voor een nieuwe, grimmiger tijd, stilistisch verwant met het sombere, atmosferische werk van producent Val Lewton, en een geestverwant van Hitchcocks SHADOW OF A DOUBT (1943) en Robert Siodmaks THE SPIRAL STAIRCASE (1945).

Monsters met een menselijk gezicht zijn relatief nieuw in Hollywood, en het zal geen toeval zijn dat hun komst samenvalt met een groeiend besef van de nazi-gruwelen. De nieuwe monsters hebben geen harige vacht en scherpe hoektanden, ze zien er uit als nette, oppassende burgers. Cregars ‘ripper’, hier Mr. Slade genoemd, gedraagt zich ondertussen wel zo verdacht, dat de naïviteit van de hospita, haar echtgenoot en hun mooie inwonende nichtje (Merle Oberon) wat ongeloofwaardig wordt. Ook wanneer Slade tegenover de laatste uitwijdt over de louterende werking van diep en donker water, of beweert ‘there is evil in beauty’, gaat er nog geen alarmbel af.

Maar Brahm en zijn cameraman Lucien Ballard (die veel later Peckinpah’s THE WILD BUNCH zou draaien) streven dan ook geen naturalisme na. De beste momenten van THE LODGER zijn die waarop het tweetal virtuoze camerabewegingen (Brahm is dol op lange dolly- en kraanshots) afwisselt met de verworvenheden van het Duitse expressionisme, vooral zichtbaar in de vaak bizarre belichting met sterk contrasterende lichte en donkere vlakken. Onvergetelijk is het beeld van de in het nauw gedreven moordenaar die hoog in de nok van het theater over een loopbrug probeert te ontkomen. Het tafereel is van onderen af belicht, zodat de strepen van de metalen spijlen in een verschietend zebrapatroon over Gregars gezicht glijden. Leren we zijn Mr. Slade aanvankelijk kennen als een behoedzaam opererend heerschap, dat vanwege zijn gesoigneerde uiterlijk geen argwaan wekt, in de heerlijk hysterische slotscène is hij verworden tot een in het nauw gedreven roofdier dat de vijand met een mengeling van haat en angst in de ogen kijkt. 
 
Blackouts
In de periode tussen THE LODGER en HANGOVER SQUARE viel Cregar tientallen kilo’s af en dat is goed te zien, al blijft het forse postuur in combinatie met een lengte van zo’n 1 meter 90 indrukwekkend beeldvullend. In zijn zwanenzang speelt hij een pianist die het bij het horen van onaangenaam doordringende geluiden op zijn heupen krijgt en aan het moorden slaat.

Brahm en scenarist Barré Lyndon bewerkten de gelijknamige, in 1939 spelende roman van Patrick Hamilton tot een soort sequel van het succesvolle THE LODGER . Dit zeer tegen de zin van Cregar, die nu juist níet terug wilde naar de tijd van koetsen, ruisende rokken en gaslantaarns. De overeenkomsten tussen de films zijn frappant: weer raakt een moordenaar in de ban van een revuesterretje, en weer duikt George Sanders op als politieman die de maniak tot staan moet brengen. Het verschil met de voorganger openbaart zich in alweer zo’n virtuoze openingsscène, waarin de camera van de straat een raam binnen zwiept en we onze antiheld George Harvey Bone (Cregar) een antiquair met een mes zien ombrengen. Wanneer de moord bekend wordt, is het Bone zelf die het vermoeden uitspreekt de dader te zijn; hij wordt immers geregeld overvallen door blackouts. Bone bedoelt het niet slecht; hij heeft zichzelf alleen niet in de hand, en dat geldt ook voor zijn verliefdheid op het vals manipulerende revuesterretje Netta (Linda Darnell). Bone is een hartverscheurend pathetische creatie en onbetwist Cregars finest hour. 

Maar ook Brahm laat zich niet onbetuigd. De slotscène van HANGOVER SQUARE is een klassieker. Geen spectaculaire achtervolging, maar een pianoconcert (geschreven door Bernard Herrmann) waarin beeld en muziek in een opzwepende montage samenkomen voor een heerlijk melodramatische climax met Cregar die doorhamert op de toetsen, terwijl rondom hem de vlammen hoog oplaaien. 

Het was een spectaculair afscheid en een grootser einde dan de acteur zelf was vergund. Brahm werd weliswaar stokoud, ook hij bereikte met HANGOVER SQUARE zijn artistieke piek. In de jaren vijftig en zestig regisseerde hij ontelbare episodes van populaire tv-series om na een lang en arbeidzaam leven pas in 1982 te overlijden.
De Fox Horror Classic-box is een welverdiende hommage aan twee in de vergetelheid geraakte iconen van het oude Hollywood, die het beste in elkaar wisten boven te halen.

De aan twee van de films toegevoegde  documentaires zijn vervaardigd volgens beproefd recept: een reeks deskundigen, waaronder de onvermijdelijke Kim Newman, legt nog eens uit wat er zo bijzonder aan het tweetal was. Dat had beter gekund. Curieus zijn wel de naoorloogse hoorspelbewerkingen van THE LODGER en HANGOVER SQUARE met in de rol van Cregar Vincent Price, van wie we altijd dachten dat hij als geen ander dreiging kon laten doorklinken in een zoetgevooisd stemgeluid. We weten inmiddels beter: Laird Cregar ging hem voor.

Extra’s ***. Copyright Phil van Tongeren. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws 76, winter  2007/2008.

1 november 2007
  • Titel
    The Lodgers
  • Lengte
    92 minuten
  • Regie
    Brian O'Malley
  • Scenario
    David Turpin
  • Cast
    Charlotte Vega, Bill Milner, Eugene Simon
  • Taal
    English
  • Land
    Ireland
  • Trailer
Meer Horror
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments
Advertentie

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.