RECENSIE
FAST COMPANY, STEREO en CRIMES OF THE FUTURE

Stereo(2014)

[Gemeenschappelijke bespreking van FAST COMPANY, STEREO en CRIMES OF THE FUTURE]

Van David Cronenberg kunnen we uiteraard niet genoeg krijgen; zelfs de kliekjes uit ’s mans oeuvre zijn het proeven waard. Toch is het een curieus trio dat door Blue Underground op twee schijfjes is samengebracht. Twee experimentele films uit het begin van Cronenbergs carrière (1969/ 70), naast zijn enige echte formulefilm van bijna een decennium later, FAST COMPANY (1979).

De laatste kwam tot stand tussen RABID en THE BROOD in en lijkt eerder thuis te horen in het B-filmuniversum van Roger Corman dan in dat van ‘de koning der venerische horror.’ Hoewel Cronenberg aan het eind van zijn audiocommentaar bij de film laat weten FAST COMPANY een warm hart toe te dragen, valt moeilijk te ontkennen dat het project in hoofdzaak werd opgezet om te profiteren van een belastingmaatregel voor privé-investeerders. De producent stond een western op wielen voor ogen, met snelle auto’s, blote meiden en een stel vrijbuiters in de hoofdrol als smaakmakers. Cronenberg werd er bijgehaald als ‘gun for hire.’ De commerciële opzet mislukte overigens, toen de film knel kwam te zitten in de failliete boedel van de Amerikaanse distributeur.

FAST COMPANY speelt zich af in het wereldje van de drag racers, coureurs die met geprepareerde ‘funny cars’ op een zo kort mogelijk traject een zo hoog mogelijke snelheid proberen te bereiken. ‘Life is fast at 240 miles per hour!’, zoals op de inlay te lezen staat. Omdat een race doorgaans niet meer dan enkele seconden beslaat, valt er zelfs voor een gehaaide actiefilmregisseur weinig eer aan te behalen. Cronenberg, toch al geen held op dat vlak, neemt de moeite niet eens. Wel verving hij op eigen initiatief het afsluitende vuistgevecht tussen held en schurk uit het originele scenario door een scène waarin een auto achter een privévliegtuigje aanjaagt op de startbaan. Leuk bedacht, maar nogal krukkig geënsceneerd.

Cronenberg-duiders willen er nog wel eens op wijzen dat de regisseur zelf een groot liefhebber van snelle auto’s is, en aan FAST COMPANY derhalve auto(!)biografisch belang moet worden toegekend. Inderdaad kun je de wellustige manier waarop de camera zich aan de carrosserie en het binnenwerk van de ‘funny cars’ vergaapt, uitleggen als Cronenbergs liefdesverklaring aan de auto. Nog een stapje verder en de roekeloosheid van de coureurs uit de film wijst vooruit naar de doodsdrift waarmee de personages uit CRASH achter het stuur kruipen, terwijl de symbolische versmelting van mens en machine in een wel heel letterlijke variant terugkeert in THE FLY. Maar het mag voor fans dan verleidelijk zijn FAST COMPANY zijn ‘rechtmatige’ plaats binnen het oeuvre terug te geven, de wens is hier de vader van de gedachte.

FAST COMPANY is, ook binnen zijn genre, gewoon niet zo’n heel goede film. Het scenario, waar Cronenberg naar eigen zeggen authentiek racers-lingo aan toevoegde (‘Suck my pipes!’), draait om het conflict tussen enerzijds coureur Lonnie Johnson (William Smith) en zijn entourage en anderzijds Phil Adamson (Saxon), de corrupte vertegenwoordiger van sponsor Fastco, die zich met slinkse trucs van zijn op leeftijd gerakende ster wil ontdoen. In een ongeïnspireerde regie knoopt Cronenberg aan die hoofdlijn nog enkele subplotjes vast, zoals Lonnies mentorschap van de jonge, onstuimige Billy (Campbell), zijn relatie met blonde stoot Sammy (de kort na de opnamen bij een frontale botsing gesneuvelde Jennings) en de strijd met rivaal Gary Black (Cedric Smith). Wat de film vooral mist is brutaliteit en schwung; het beste bewijs dat Cronenberg zich weinig op z’n gemak voelde met de clichés die hij door zijn opdrachtgever kreeg opgedrongen. Het aardigste dat je achteraf over FAST COMPANY kunt zeggen is dat de film voor de regisseur het begin markeerde van een langdurige samenwerking met cameraman Mark Irwin, production designer Carol Spier, editor Ron Sanders en geluidsman Brian Day. De uitstekende Nicholas Campbell zou trouwens eveneens van de partij zijn in THE BROOD, THE DEAD ZONE en NAKED LUNCH.

Uit filmhistorisch oogpunt interessanter zijn de twee andere films op deze dvd-dubbelaar, die Cronenbergs even autistische als zelfbewuste eerste stappen laten zien in de richting van een loopbaan als regisseur. Met steun van een literair fonds (!) en overheidssubsidie realiseerde de pakweg 26-jarige student kort achter elkaar STEREO (1969) en CRIMES OF THE FUTURE (1970). Beide ongeveer 65 minuten lang, beide gedraaid op 35 mm zonder synchroon geluid; de eerste bovendien in zwart-wit en met door lange stiltes onderbroken voice-overs als minimale soundtrack.

In STEREO dwaalt acteur Ron Mlodzik, een dandy-achtige figuur in Draculacape, door de nagenoeg verlaten gangen van een universiteitscomplex. Uit het koor van stemmen blijkt dat de personages aan een telepathisch experiment zijn onderworpen, waarbij niet alleen onuitgesproken gedachten, maar ook gevoelens van proefpersoon op proefpersoon worden overgedragen.

CRIMES OF THE FUTURE start met de premisse dat de vrouwelijke helft van de wereldbevolking is bezweken aan het gebruik van bepaalde cosmetica. In al net zo’n setting als die van STEREO zwerft opnieuw Mlodzik over een campus, waar hij mannen met gelakte vinger- en teennagels ontmoet en een groepje pedofielen door het bevruchten van een nog onbesmet jong meisje het voortbestaan van de mensheid probeert veilig te stellen.

Cronenbergs personages zijn als proefkonijnen in een laboratorium; in de zorgvuldig gekadreerde beelden (de regisseur bediende zelf de camera) blijven ze schimmen van mensen, bewegende abstracties in een steriel decor van modernistisch beton. Blue Underground zij geprezen om de messcherpe transfer van film naar dvd, maar Cronenbergs compromisloze toewijding aan het intellectuele concept maakt het kijken naar de vrijwel plotloze films tot een lange, inspannende zit, die niet snel voor herhaling vatbaar is.

Wie gespitst is op thematische constanten in het oeuvre van de Canadees komt bij STEREO en CRIMES OF THE FUTURE overigens beter aan zijn trekken dan bij FAST COMPANY. Veel kenmerkends uit het latere werk is in de films al in de kiem aanwezig. De uitzonderdelijke telepathische vermogens van de personages uit STEREO zullen in SCANNERS in een meer commerciële context terugkeren; de ‘creative cancer’ uit CRIMES OF THE FUTURE wijst vooruit naar THE BROOD en VIDEODROME. En het in psychosomatische therapie gespecialiseerde Somafree Institute of Psychoplasmics uit THE BROOD heeft in CRIMES OF THE FUTURE al voorlopers met verontrustend klinkende namen als The Institute of Neo-Veneral Disease en The House of Skin.

Blue Underground bewijst met deze dubbel-dvd dus vooral de Cronenberg-completist een grote dienst, al blijft het bonusmateriaal – dat naast Cronenbergs audiocommentaar bij FAST COMPANY bestaat uit een paar bio’s en korte interviews met Smith, Saxon en cameraman Mark Irwin – aan de magere kant.  

Copyright Phil van Tongeren. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #63, voorjaar 2004.

1 april 2004
  • Titel
    Stereo
  • Lengte
    98 minuten
  • Regie
    Maximilian Erlenwein
  • Scenario
    Maximilian Erlenwein
  • Cast
    Jürgen Vogel, Moritz Bleibtreu, Petra Schmidt-Schaller
  • Taal
    German, Russian
  • Land
    Germany
Meer Thriller
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments
Advertentie

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.