In STAR TREK: NEMESIS heeft het kwaad zich vermomd als een lichtgevende spiraal met een paarse nevel, die de senatoren aan het begin van de film versteend achterlaat. Die spiraal is het enige fantastische element in de nieuwe STAR TREK-film, die voor het merendeel bestaat uit oh’s en ah’s (ontploffingen en achtervolgingen) die amper aanspraak kunnen maken op het predikaat fantasie. Omdat ook middelmaat serieus moet worden genomen – want misschien behoor je daar zelf ook wel toe – rijst de vraag: wat te doen met deze nieuwste loot aan de treurwilg?
De hoop om iets onverwachts te zien, hoe klein dan ook, is vervlogen op het moment dat STAR TREK: NEMESIS (‘De wrekende gerechtheid’) begint. Dus zit er niets anders op dan terug te vallen op die vertrouwde manier om Hollywood-middelmaat te duiden: als een optelsom van commercieel denken en clichés, waar je best van kunt genieten, maar waar je natuurlijk ook boven staat. Maar deze overbewuste manier van kijken is aan slijtage onderhevig en voelt uiteindelijk armzalig aan. Onverschilligheid tegenover de zoveelste STAR TREK-film is een aantrekkelijke optie, maar leidt uiteindelijk tot niets. Kwaad worden is ook al verspilde energie, zodat dit tiende deel uit een ooit prachtige serie maar met stille trom moet worden bijgezet in het rijtje films dat geen enkel risico neemt om de kijker op andere gedachten te brengen.
Het Star Trek-universum wordt nog steeds bedreigd door nepotisme en Captain Picard neemt weer onverschrokken de teugels in handen. Echt urgent wordt het allemaal niet, want een politieke parallel zoals die in menige oudere sciencefiction-film wordt getrokken, ontbreekt. Nu wordt alleen het klonen als discussiepunt opgevoerd, maar op zo’n warrige wijze dat enkel een verstokte Raelian er nog chocola van kan maken. De plot voorziet niet alleen Data maar ook Picard van een kloon. Een prototype van een androïde, B4 (‘Before’) genaamd, is een simplistische voorganger van Data, terwijl Picard een moordlustige tegenhanger heeft. Beide varianten inspireren scenarioschrijver John Logan (GLADIATOR) ertoe om zijn steentje bij te dragen aan de nature/nurture-discussie, en wel met de weinig opzienbarende pedagogische boodschap dat iedereen meer van zichzelf kan maken dan hij op dat moment is. Een gedachte die meer mensen ter harte moeten nemen, daar niet van, maar het is precies die ambitie die in de film zelf ontbreekt.
Waarom heeft regisseur Stuart Baird (EXECUTIVE DECISION, U.S. MARSHALS) niet iets meer zijn best gedaan op de achtervolgingen, waar Picard steevast ongeschonden uit ontsnapt, of op de ontploffingen, die steevast een schuddend commandocentrum tot gevolg hebben? Als de mensheid kan leren en vooruit komen, waarom Baird dan niet? De tijd waarin je middelmatige films emancipeerde door er welwillend om te lachen, lijkt passé. Want daarmee was je eigenlijk bezig om je eigen angst weg te lachen, de angst om zelf ook onderdeel van de grote gemene deler te worden. Middelmatigheid werkt als een zwaartekracht die je na verloop van tijd, zonder dat je het doorhebt, naar de weg van de minste weerstand trekt, en waar je pas na enige inspanning van af kunt wijken. Wanneer je dat niet probeert, ontstaat er zoiets als STAR TREK: NEMESIS: een herhaling van zetten.
Copyright 2003 Mariska Graveland. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #58, voorjaar 2003.