Dean Koontz wordt wel de Tom Clancy van de horror-roman genoemd. Daarmee wordt bedoeld dat de auteur zijn lezers zelden of nooit met een enkelvoudige plot confronteert: achter iedere story line duiken grote verbanden op, waarachter weer grotere, soms zelfs mondiale verbanden en complotten schuilgaan. Die twee- en driedubbele gelaagdheid, door een Parool-recensent eens oneerbiedig ‘metselwerk’ genoemd, komt de lezer opnieuw tegen in Koontz’ bestseller Sole Survivor, een roman ter dikte van een boerenroggebrood.
Misdaadreporter Joe Carpenter (Zane) verliest vrouw en dochtertje bij een vliegramp. Hij wordt benaderd door ene Rose Tucker (Reuben), die claimt de catastrofe te hebben overleefd, hoewel er van officiële zijde geen overlevenden zijn gemeld. Schoorvoetend geholpen door Barbara Christman (Hofmann), hoofd van het NTSB-onderzoeksteam (National Transportation Safety Board), ontdekt Joe dat een duistere organisatie, die zich voordoet als CIA, de ramp heeft veroorzaakt louter om Rose Tucker het zwijgen op te leggen. Deze wetenschap en andere flarden van zeer moeizaam achterhaalde informatie voeren Joe naar het Quartermass Institute in Virginia, waar een geheim overheidsproject inzake DNA-onderzoek gaande is. Hier vallen alle stukjes van de puzzel tenslotte op hun plaats en vormen zo een verbijsterend complex plaatje van samenzwering, malversatie en corruptie. Geen wonder dus, dat dit regiedebuut van Mikael Salomon drie volle uren in beslag neemt. Salomon [geb. 1945] is de van oorsprong Deense cameraman die in de VS opzien baarde met zijn schitterende fotografie van o.m. TORCH SONG TRILOGY (1988), THE ABYSS en ALWAYS (beide 1989), BACKDRAFT (1991), FAR AND AWAY (1992), e.a. Hoewel deze TV-miniserie volop actie en suspense biedt, moet de titel toch meer worden verstaan als Soul Survivor, want de hoofdmoot is gewijd aan de zielenood van Joe Carpenter, die vertwijfeld de draad van zijn verwoeste bestaan weer tracht op te pakken en middels een gedreven onderzoek naar de juiste toedracht van de vliegramp probeert zijn leven een zekere (vooralsnog onmiskenbaar maniakale) inhoud te geven. Naar het einde toe wordt de film breder en breder van scope (typisch Koontz) en kapseist tenslotte door karrenvrachten aan fantastische details, die met de van oorsprong simpele, krachtige verhaallijn nauwelijks nog verband lijken te houden en hieraan per slot slechts afbreuk doen. Scenarist Richard Christian Matheson [geb. 1953] is, het zal niemand verrassen, de zoon van auteur/scenarist Richard B. Matheson (die onsterfelijk genrewerk bijeenschreef met I Am Legend; The Shrinking Man; A Stir of Echoes; Hell House; Bid Time Return; What Dreams May Come; e.a.). Zoon Christian is voornamelijk werkzaam als story consultant voor TV. In die hoedanigheid stond hij aan de basis van ontelbare afleveringen van series als ‘The A-Team’, ‘Quincy’, ‘Knightrider’, ‘Magnum’ en ‘The Incredible Hulk’. Ook hij heeft inmiddels naam gemaakt als auteur in het fantasy-genre. **1/2 Copyright Erique J. Rebel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #50, p25.