RECENSIE

Lucker(1986)

Uitgerekend in hetzelfde jaar dat Jörg Buttgereit zijn klassiek geworden NEKROMANTIK maakte, fröbelde een moegetergde West-Vlaming zijn eigen necrofiliefilm in elkaar. Twintig jaar later is LUCKER (exporttitel: LUCKER THE NECROPHAGOUS) een culthit van formaat. De onlangs verschenen director’s cut restaureert bovendien de visie van de regisseur. 

Johan Vandewoestijne was 24 en ex-Sint-Lukasstudent toen hij in de lente van 1985 in zijn geboortestad Kortrijk zijn eerste speelfilm draaide. De West-Vlaming had toen nog een weelderige haardos en de vlammende ambitie om een horrorfilm te maken die het establishment zou choqueren. De katalysator van zijn gezonde dosis nijd en verontwaardiging waren de verschillende afwijzingen van de Belgische filmcommissie van eerdere projecten. Dat Vandewoestijne liefst in het Engels filmde, niet kon rekenen op bekende acteurs en al helemaal geen zin had om een braaf, klein-burgerlijk verhaal te vertellen, hielp natuurlijk niet. LUCKER draaide hij dan maar in eigen beheer. Hij zette zijn goede vriend Serge Ghesquiere achter de camera en harkte het gros van het minimale budget bij elkaar via sponsoring. Dat de hoofdrol in de film was weggelegd voor een necrofiele seriemoordenaar met een voorkeur voor rottende, stinkende vrouwenlichamen, zal Vandewoestijne op zijn bedeltocht wel fijntjes verzwegen hebben. 

Die geschifte kerel, John Lucker (Nick van Suyt), ligt aan het begin van de film aan bed gekluisterd in een privé-ziekenhuis. De verplegers brengen de kijker op de hoogte van zijn misdaden: voor Lucker uit de gevangenis wist te ontsnappen, vermoordde hij acht meisjes die hij daarna – láng daarna – verkrachtte. Helaas voor de verplegers is Lucker niet echt goed verdoofd. Na tien minuten film, en een achtervolging door de gangen van het ziekenhuis, frunnikt hij met een schroevendraaier in het oog van zijn nieuwste slachtoffer en beukt hij vervolgens het hoofd van de andere verpleger tot appelmoes. Zodra hij uit de kliniek is ontsnapt, gaat Lucker op zoek naar de enige vrouw die zijn wandaden heeft overleefd, een zekere Cathy Jordan (Helga Vandevelde).
 
Akelig beroerd
Twintig jaar na de initiële release heeft LUCKER de status verworven van memorabele cultklassieker. Daar zijn verschillende redenen voor. Vandewoestijne zelf hield na LUCKER het regisseren meteen voor bekeken en legde zich toe op de productie van onafhankelijke low-budget horrorfilms. Alsof zijn andere projecten (waaronder RABID GRANNIES en ENGINE TROUBLE) hoogdravende Shakespeare-adaptaties betreffen, noemde hij LUCKER later een jeugdzonde. Technisch gezien is de film een complete sof: het grofkorrelige 16mm-formaat zorgt voor trillend, onscherp beeld. Als je de film vandaag bekijkt, krijg je de indruk dat hij geprojecteerd wordt in een louche achterafzaaltje op een versleten doek. 

De sjofele production values (de Kortrijkse locaties gaan bijvoorbeeld door voor Amerikaanse) passen uitstekend bij de film zelf. Die is zo akelig beroerd dat hij zonder meer een plaats verdient in het collectieve filmgeheugen. Gelukkig heeft Vandewoestijne zelf die paradoxale redenering goed begrepen: slechte kritiek is goede reclame en lokt bijgevolg nieuwsgierige toeschouwers. Dat is twintig jaar na dato nog altijd het geval. LUCKER is een film die je gezien moét hebben. Niet omdat hij zo bijzonder goed of choquerend is, maar wel omdat het een interessante en curieuze voetnoot is bij een genre dat in Vlaanderen nauwelijks van de grond is gekomen. 

Dat er na al die tijd een fatsoenlijke dvd-uitgave van lucker op de markt is gekomen, is uitstekend nieuws, want tot voor kort was de film een collector’s item dat schier onvindbaar was. Dat komt om-dat de Brusselse filmmaatschappij VDS, kort na de release van LUCKER in 1986, failliet ging en de originele filmbanden verbrandde. De kopieën die gemaakt waren op een gewone VHS-videoband, bevatten al een Vlaamse ondertiteling. Voor de director’s cut greep Vandewoestijne terug op een Franse gedubde versie (zonder ondertitels), waar hij het oorspronkelijke Engelstalige geluidsspoor – helaas niet altijd synchroon – overheen zette. Hij verwijderde enkele overbodige scènes (zoals Luckers bezoek aan een videotheek), maar voegde ook scènes toe die VDS destijds gecensureerd had. Bovendien voorzag hij Luckers finale achtervolging in de kelders van een appartement van een nieuwe geluidsband. Alsof we naar een ouderwets hoorspel luisteren is het lopen van de twee protagonisten nu voorzien van zware voetstappen en horen we hun ademhaling astmatisch schuren. 
De manier waarop Vandewoestijne op de making of over de herstelde versie praat, suggereert dat de veranderingen de film in belangrijke mate beïnvloed hebben. Dat is niet echt het geval en kan door de kijker makkelijk gecheckt worden, aangezien ook de originele videoversie van de film op de dvd staat. Technisch gezien blijft het bibberende, krakkemikkige beeld even groezelig als voorheen. Het toevoegen of schrappen van bepaalde scènes doet bovendien niets af aan de saaiheid die de film zo nu en dan te beurt valt. Vreemd is bijvoorbeeld de scène waarin Lucker zijn zoveelste slachtoffer in de kelder heeft vastgebonden, om vervolgens op een stoeltje te gaan zitten en minutenlang niets te doen. 
 
Slijmerig kadaver
De belangrijkste extra op de dvd is The Story Behind the Film. In een lang interview met Ronnie Pede ontpopt Vandewoestijne zich tot een sappig causeur die graag de draak steekt met het geïnstitutionaliseerde Belgische filmlandschap. Zijn onverdroten liefde voor het genre oogt de ene keer haast naïef, de andere keer lichtjes rancuneus.

Vandewoestijne steekt in het interview ook de loftrompet over zijn inmiddels overleden hoofdrolspeler Nick van Suyt, die hem was opgevallen in Rob van Eycks THE AFTERMAN. Van Suyt ziet er met zijn typische eighties zonnebril, leren jekker en steeds verdwijnende en dan weer verschijnende hoed uit als een slechterik uit een goedkope televisieserie. Zijn hoogtepunt beleeft hij – letterlijk en figuurlijk – in de iconografische scène uit de film, wanneer hij in zijn blootje op het in staat van ontbinding verkerende lijk van een van zijn slachtoffers kruipt. Ere wie ere toekomt: het is de enige scène waarin Vandewoestijne, met dank aan het slijmerige kadaver, echt walging weet op te roepen.

Johan Vandewoestijne verwierf pas naam en faam bij een groter publiek toen hij beslist had dat hij beter kon produceren dan regisseren. RABID GRANNIES uit 1988, geregisseerd door Emmanuel Kervyn, werd beroemder dan LUCKER . Dat kwam vooral omdat een advertentie voor de film in The Hollywood Reporter de aandacht trok van Lloyd Kaufman. Vandewoestijne haalde zijn slag thuis: hij werd ‘beroemd’ tot in Amerika. Dat de samenwerking tussen Troma en de tot James Desert genickname-de Vandewoestijne uiteindelijk als een nachtkaars uitging (een geldkwestie, uiteraard), is een verwaarloosbaar detail. 

De enige regieklus van Johan Vandewoestijne is en blijft een interessant curiosum in het genre. Wie met volle overgave en een miezerig budget een film weet te maken die twintig jaar later goed is voor een recensie in Schokkend Nieuws, is een taaie overlever.

Copyright Hans Dewijngaert. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Oorspronkelijk gepubliceerd in Schokkend Nieuws #77, voorjaar 2008.

© Hans Dewijngaert
1 maart 2008
  • Titel
    Lucker
  • Lengte
    74 minuten
  • Regie
    Johan Vandewoestijne
  • Scenario
    Johan Vandewoestijne, John Kupferschmidt
  • Cast
    Nick Van Suyt, Helga Vandevelde, Let Jotts
  • Taal
    English
  • Land
    Belgium
  • Trailer
Meer HorrorMeer Thriller
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.