RECENSIE

De Komst van Joachim Stiller(2020)

De Belgen hebben het wel, de Nederlanders niet: gevoel voor magie. Uw dottore dell’orrore zag Harry Kümels DE KOMST VAN JOACHIM STILLER, naar de gelijknamige roman van wijlen Hubert Lampo, en was niet alleen onder de indruk van de on-Nederlandse beklemmende sfeer, maar vooral ook van het stilitsische meesterschap van de Antwerpse regisseur.

Op 12 juli jl. overleed de Belgische schrijver Hubert Lampo, bekend als een van de ferventste beoefenaars van het magisch realisme, op 85-jarige leeftijd. Zijn verscheiden kreeg in ons NOS-journaal enige aandacht, maar die stond in schril contrast met de reactie van de Belgische staatszender BRT. Daar werd ruimhartig bij Lampo’s dood stilgestaan en werd zelfs al op zijn sterfdag de verfilming van zijn beroemdste boek De Komst van Joachim Stiller uitgezonden. Dat verschil in belangstelling illustreert de manier waarop de fantastiek in Nederland en bij onze zuiderburen wordt benaderd. In België wordt ‘de Vlaamse school van het ongewone’ als kunstvorm serieus genomen; bij ons is het eigenlijk een stiefkindje, en dat geldt zowel voor de literatuur als de cinema in dit genre.

Lampo’s werk stond voor een gedeelte in het teken van het verwerken van de trauma’s die hij in de Tweede Wereldoorlog opliep, en dat maakt zijn door de fantastiek beïnvloede werk zo bijzonder. Het vormt een curieus, eigenzinnig en prikkelend amalgaam van stijlen en invloeden – een mengsel van zowel autobiografisch als onrealistische elementen, voorzien van een fikse snuif mystiek en christelijke symboliek. Lampo’s meest geslaagde werk in deze is De Komst van Joachim Stiller, gepubliceerd in 1960, maar de schrijver maakte zich bij Nederlandstalige liefhebbers van fantasyromans ook zeer geliefd door zijn vertaling uit het Frans van Jean Ray’s magnum opus Malpertuis.

BEIAARDIER

MALPERTUIS werd in 1972 door Lampo’s stadgenoot Harry Kümel verfilmd (zie SN # 68). Lampo was erg enthousiast over die adaptatie, dus toen de BRT en de AVRO een co-productie aangingen om zijn eigen roman met een royaal budget te gaan verfilmen, wist Lampo wie zijn man was. Kümel werd hoofdzakelijk aangetrokken door misschien wel het meest intrigerende aspect van Lampo’s boek: een man ontvangt een aan hem gerichte brief die anderhalf jaar voor zijn geboorte is gepost.

Voor de regisseur is dit de kapstok om een reeks merkwaardige en schijnbaar bovennatuurlijke gebeurtenissen, die voor de man in kwestie een steeds beklemmender vorm aannemen, te situeren op de meest fotogenieke plekken van zijn zo geliefde geboortestad. De man heet Freek Groenevelt (gespeeld door Hugo Metsers), journalist, vrijgezel, een knappe vent die wat stuurloos door het leven wandelt. Hij ontvangt de voornoemde brief, ondertekend door ene Joachim Stiller, die gebeurtenissen aankondigt ‘welke naar uw oordeel niet aan de algemeen gangbare logica beantwoorden.’ Later komt Freek in contact met andere mensen die op een of andere manier door deze enigmatische figuur zijn benaderd, zoals een verward ogende wethouder (fraaie rol van Gaston Vandermeulen) en de beeldschone Simone (Cox Habbema). Tussen Freek en Simone bloeit iets moois op. Maar de dreiging van Stiller neemt toe. Wanneer op een nacht een blauw licht over de stad hangt en alleen Freek en Simone horen hoe de beiaardier van de kathedraal een concert geeft, begint eerstgenoemde angstvisioenen te krijgen, die iets met een oorlogstrauma van doen hebben. Is Joachim Stiller een profeet, een paljas die het einde der tijden aankondigt (intussen is de stad in de ban van de verschijning van een komeet aan de hemel) of is hij een mythische figuur die met zijn woorden mensen ‘bevrijdt’ van hun burgerlijke remmingen en geestelijke onvolkomenheden?

JEUGDTRAUMA

DE KOMST VAN JOACHIM STILLER is een apocalyptische vertelling die een tweeslachtige indruk maakt. Soms is regisseur Kümel veel te uitleggerig, zoals wanneer hij Metsers hardop laat praten, of een subplot uitbouwt over de gierige kunsthandelaar Zijlstra (een lekker vet aangezette rol van Ward de Ravet) die een arme, gekke kunstenaar (Charles Janssens) helemaal uitknijpt en tijdens een groteske expositie zelfs de dood indrijft. Dat zijn momenten waarop de film wat dichtslibt onder de hoeveelheden dialoog en zijpaden.

Maar men is geneigd de film die tekortkomingen te vergeven, omdat hij ook zoveel moois heeft te bieden. Moois, dat uiteraard voor een groot gedeelte voortkomt uit de fraaie mise-en-scène waarin Kümel weer eens bewijst misschien wel de meest begenadigde stilist van het Nederlandse taalgebied te zijn. Momenten van verstilde grootstedelijke schoonheid rijgen zich aaneen, de kleuren spatten van het scherm en er is zelfs ruimte voor bizarre humor, met name in de rol van De Ravet, maar ook in de onderonsjes tussen Metsers en zijn wulpse onderbuurvrouw (een ravissante Willeke van Ammelrooy, ook goed op dreef in Kümels onderschatte drama HET VERLOREN PARADIJS). Na pakweg een uur wint de film aan beklemming, mysterie en melancholie, en dat is te danken aan de beheerste opbouw, waarbij de regisseur schijnbaar alledaagse situaties in de Antwerpse binnenstad een air van magie meegeeft. Het hoogtepunt van de film vindt plaats wanneer de verhaallijnen samenkomen en Kümel het jeugdtrauma van Groenevelt reconstrueert. Een ijzersterk gedeelte, een ware beeldenstorm waarin het gebruik van zwart/wit beslist niet als een geforceerde stijlbreuk aandoet, en een fraai voorbeeld van Kümels grote kunnen aan de montagetafel. Overigens is ook zijn neus voor casting evident: de bijrollen zijn alle goed verdeeld, waarbij Dora van der Groen, Ton Lensink (als een maffe psychiater), Joan Remmelts en Jo De Meyere hun personage met zichtbaar speelplezier neerzetten.

VERVREEMDING

De extra’s op deze dvd zijn minder uitputtend dan die op de schijf van Kümels MALPERTUIS. Maar ze mogen er zijn, net als de beeldkwaliteit van de film zelf. Een film trouwens, die het predikaat speelfilm nu pas echt verdient, want de regisseur stond erop dat de drie delen uit de televisieserie werden samengevoegd tot een doorlopend geheel van 153 minuten. (De AVRO zond de reeks overigens in één keer uit, maar dan minus 45 minuten!) In het bijgeleverde boekje zet filmjournalist Erik Martens op leesbare wijze de ontstaansgeschiedenis uiteen en gaat in op ‘het Antwerpse’ van de film. Maar de grootste extra zit hem in het audiocommentaar, een buitengewoon boeiend verhaal waarin Kümel zichzelf niet spaart. Zoals we inmiddels van hem gewend zijn licht hij uitgebreid de mankementen van zijn film toe, zoals het gebruik van technische kunstgrepen (‘mooifilmerij’) om bijvoorbeeld de tekortkomingen in de interactie tussen Metsers en Habbema te ondervangen. Verder vertelt de regisseur (een zelfverklaard ‘liefhebber van de tussensferen in de cinema’) over de verschillen tussen boek en film, verklaart de verwijzingen naar de bijbel (‘een film over de tweede komst van Christus’) en merkt terecht op dat de verouderde trucages juist het gevoel van vervreemding accentueren en nergens storen. Ook staat hij uitgebreid stil bij de prachtige fotografie van Eddy van der Enden die eerder de camera voerde bij Kümels DAUGHTERS OF DARKNESS.

Al met al een audiocommentaar uit het boekje, en een bewijs dat een filmmaker zich niet hoeft te verliezen in oninteressante detailkwesties en zelfbewieroking, zoals op veel commentaarkanalen gebeurt. Maar Kümel is dan ook zeker niet de eerste de beste. En met DE KOMST VAN JOACHIM STILLER is mijn bewondering voor deze Antwerpse alleskunner alleen maar gegroeid.

Copyright Mike Lebbing. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #71, najaar 2006.

© Mike Lebbing
1 september 2006
  • Titel
    De Dick Maas Methode
  • Lengte
    97 minuten
  • Regie
    Jeffrey De Vore
  • Scenario
    Jeffrey De Vore, Martijn Smits
  • Cast
    Barry Atsma, Pierre Bokma, Stefan de Walle
  • Taal
    Dutch
  • Land
    Netherlands
  • Trailer
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.