RECENSIE
DVD

Black Lizard(1968)

Het is weinig filmmakers gegeven om op hun zeventigste een enorme hit te scoren. Het lukte Kinji Fukasaku met zijn comeback BATTLE ROYALE (2000), een enorme kaskraker in Azië en een groot dvd-succes. Drie jaar later overleed Fukasaku, geroemd als initiator van de moderne yakuzafilm en bewonderd door zijn zeer diverse oeuvre van dik zestig titels. Zijn grootste prestatie is waarschijnlijk de unieke pulpfilm BLACK LIZARD/KUROTOKAGE.

BLACK LIZARD (1968) is een verfilming van een detectiveverhaal van de Japanse genreschrijver Edogawa Rampo, wiens werk ook model stond voor zulke duistere Nipponklassiekers als BLIND BEAST/MOJU (zie SN #72). Daarmee heeft deze film echter niets gemeen. BLACK LIZARD is een opbeurende kijkervaring en een feest voor het oog. Al na een luttele zeven minuten heeft de kijker een curieus brouwsel van kunst en kitsch voor de kiezen gekregen. Na een lekker opgefokte titelsequentie in een swingende Japanse rockclub, ontmoet de briljante detective Akechi (Isao Kimura) de flamboyante nachtclubzangeres en juwelendief Black Lizard (Akihiro Maruyama). De scène staat stijf van de spanning, zonder dat er veel gebeurt: close-ups, suggestie en onheilzwangere dialogen bepalen de sfeer.

Daarna gooit Fukasaku het abrupt over een andere boeg. We zien een zwembad vol drijvende lijken (‘A corpse is stolen from a medical college dissecting room!’, schreeuwen krantenkoppen) en de film vervolgt met een combinatie van pop-art pulp en de ouderwetse hardboiled sfeer zoals we die kennen van de film noir en de romans van David Goodis (Dark Passage, Don’t Shoot the Piano Player). Die laatste verwijzing is niet zo vergezocht als het lijkt, want ook hier draait het om een man die er grote moeite mee heeft grip te houden op de krankzinnige gebeurtenissen om hem heen.

BOEKETREEKS
De pret gaat meteen verder in de nachtclub waar de opmerkelijke uitdossingen van Black Lizard voor vertier zorgen – de film is een waar genot voor liefhebbers van sixties extravaganza. Om deze diva kan niemand heen. Ze is een androgyn schepsel (shockrocker Marylin Manson kopieerde jaren later haar kostuums) en bezit een bizar stemgeluid, uit de ene keer vals-nichterig verwensingen, ligt soms te kirren van plezier en geeft dan weer blijk van een poëtische geest middels melancholische monologen. Is ze een vrouw in mannenkleren of een man in vrouwenkleren? Wat maakt het uit. Ze is geweldig. Mannen staan in de rij om haar slaaf te mogen zijn en ze leidt haar gangster­imperium met harde hand.

In de climax gaan alle remmen los en volgen de maffe verwikkelingen elkaar in hoog tempo op, afgeblust met een forse scheut boeketreeksromantiek, maar dan zo overdreven stripachtig dat het weer amusant wordt. Na een reeks steeds gewaagdere criminele acties wil Black Lizard een wereldberoemde diamant stelen. Zo spoedt de film zich naar de ultieme confrontatie tussen onze booswicht en Akechi (die duidelijk iets voor elkaar zijn gaan voelen) in een ondergronds wassenbeeldenmuseum.

CAMP BLACK
LIZARD brengt het in essentie kitscherige thema – de antiheldin kan niet anders dan verstrikt raken in haar web van perversie en dan sterven, met een glimlach op de vuurrode lippen – op een manier die de film uniek maakt. Fukasaku bewandelt een schemergebied, de smalle grens tussen camp en artistieke Japanse cinema, en doet dat zo geraffineerd dat de kijker vanaf de eerste seconde gefascineerd is. Dat Black Lizard wordt gespeeld door een man is de meesterzet van de film – de in Japan beroemde travestiet Maryama loopt met de film weg en trekt als ambivalent middelpunt de aandacht voortdurend naar zich toe.

Daarnaast is de hand van de controversiële Japanse auteur Yukio Mishima duidelijk zichtbaar in de soms prachtige pulpdialogen. Hij schreef tevens de toneeladaptatie van Rampo’s verhaal waarop de film is gebaseerd, en speelt een rolletje als een van de standbeelden in het macabere wassenbeeldenmuseum.

Tenslotte past Fukasaku simpele maar superbe visuele trucs toe – zoals in de scène waarin Akechi en Black Lizard poker spelen en hun kaarten opgooien, gefilmd vanonder een glazen tafel, doorsneden met spannende beelden van een kidnapping, terwijl een metronoom tikt. Het is een staaltje filmmaken waarin de Japanners uitblonken: goedkoop, maar ook weer effectief, hypnotiserend, grappig en vol zelfspot (dit is zo’n film waarin mannen in grijze regenjassen en grote zwarte zonnebrillen elkaar korte maar veelbetekende knikjes geven).

OBSESSIE
Het lijkt alsof alles mogelijk is en de buitenissig­heden geen grenzen kennen, vooral wanneer blijkt dat Black Lizard niet alleen een zwak heeft voor juwelen, maar nog opgewondener raakt door het veranderen van lijken in standbeelden. Daarbij doet de vet ingemixte soundtrack – waarin jaren voor Wendy Carlos’ A CLOCKWORK ORANGE-score al een popversie van bekende klassieke stukken is verwerkt – een duit in het zakje.

Hoogtepunt is de scène waarin Akechi de nietsvermoedende Black Lizard ’s nachts observeert in haar verlaten nachtclub. De duistere diva vertelt van haar obessie voor Akechi en in een fraaie montage lijken ze met elkaar te spreken, terwijl hun lippen niet bewegen, een fraaie illustratie van hoe de misdadiger en de rechercheur zich door hun ziekelijke drang naar perfectie met elkaar zijn gaan identificeren en tenslotte verliefd op elkaar zijn geworden. ‘Ben ik de gejaagde of ben ik de jager’, zo vragen ze zich tegelijkertijd af. Akechi is duidelijk de weg kwijt; het lijkt er op dat hij de misdaden van zijn tegenstandster alleen maar wil oplossen om zo dicht mogelijk bij haar te kunnen zijn. Black Lizard gaat op haar beurt zelfs verder: ‘He obstructs my dream. He pursues its form. He’ll eventually become the dream itself’. Een prachtige monoloog die wel het werk moet zijn van Mishima, geobsedeerd als hij was door dood, zelfopoffering, perfectie en mannelijkheid. Even later legt onze heldin uit hoe ze haar criminele escapades plant en komt daarbij tot de crux van de film: ‘A trick should be bold, childish and absurd. To trip a grownup requires a child’s wit.’ Treffender kan je BLACK LIZARD niet omschrijven.

Copyright Mike Lebbing. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Oorspronkelijk gepubliceerd in Schokkend Nieuws #74, zomer 2007.

© Mike Lebbing
1 juni 2007
  • Titel
    Black Lizard
  • Lengte
    86 minuten
  • Regie
    Kinji Fukasaku
  • Scenario
    Rampo Edogawa, Yukio Mishima, Masashige Narusawa
  • Cast
    Akihiro Miwa, Isao Kimura, Kikko Matsuoka
  • Taal
    Japanese
  • Land
    Japan
  • Trailer
Meer Fantasy
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.