Phil Tippett, eregast op Imagine dit jaar, klaagde in zijn Career Talk dat de kunst van het visueel vertellen na het einde van de zwijgende cinema steeds minder beheerst wordt. Films leunen teveel op dialoog. Als ik Tippett één film op Imagine aan zou moeten raden, zou het dus AZRAEL zijn, een postapocalyptisch horrorspektakel waarin de weinige gesproken tekst niet te verstaan is.
Samara Weaving kan met die beperking uitstekend uit de voeten als het titelpersonage, een jonge vrouw die blijkbaar met haar geliefde verstoten is uit een christelijke sekte. De leden hebben hun stembanden laten verwijderen omdat spreken een zonde zou zijn, vertelt een van de behulpzame titelkaarten ons. Ze wonen in een bos dat onveilig gemaakt wordt door een soort zwartgeblakerde zombies die uit de hel lijken te komen. Op enkele scènes na is AZRAEL meer een actiefilm dan een horrorfilm: de plot is een aaneenschakeling van achtervolgingen en vechtscènes, waarin niet bezuinigd is op bloed. Regisseur E. L. Katz (CHEAP THRILLS) is niet van de acrobatische choreografie en virtuoze long takes. Hij filmt veel close-up en leunt op harde geluidseffecten, waarmee hij ons middenin de actie gooit. Meestal werkt dat prima, maar echt intens wordt het zelden.

Katz en scenarist Simon Barrett (YOU’RE NEXT, THE GUEST) schetsen hun postapocalyptische wereld behoorlijk ruw. Er zijn allerlei verwijzingen naar joods-christelijk-islamitische mythologie, maar de achtergrond en betekenis van de rituelen wordt aan de verbeelding overgelaten. Helemaal prima. Tippett heeft gelijk: de meeste films vertellen te veel. AZRAEL doet je afvragen waar je al dat geklets nu eigenlijk voor nodig hebt. Wat dat betreft een geslaagd experiment.