RECENSIE
Bioscoop

The X-Files: I Want To Believe(2008)

Al sinds 1998 – de release van de eerste film – werkten Chris Carter en Frank Spotnitz aan een tweede bioscoopuitstap voor Mulder en Scully. Dat het tien jaar duurde voor die er kwam, is gezien de populariteit van The X-Files merkwaardig, maar nóg vreemder is het resultaat dat de verwachtingen niet helemaal kan inlossen.

Over The X-Files is al zoveel gezegd en geschreven dat we er op deze plek nauwelijks hoeven op in te gaan. Enkel dit: ondanks alle slechte kritieken konden we ons best vinden in de manier waarop in de laatste twee afleveringen van het negende seizoen alle touwtjes aan elkaar werden geknoopt. Het nieuwe bioscoopavontuur speelt zich zes jaar na die ultieme onthulling af – op 22 december 2012 zullen aliens onze wereld aanvallen, houd je agenda in de aanslag – maar van de hele samenzwering is in I WANT TO BELIEVE weinig tot niets te merken. Er lopen geen deep throats of supersoldaten in de film rond en over de op stapel staande buitenaardse kolonisatie wordt in alle talen gezwegen. Toch staat de film niet helemáál op zichzelf.

Carter en Spotnitz kennen het X-Files-universum natuurlijk als geen ander en geven met enkele subtiele verwijzingen kleine stroomstootjes aan de fans. Het opduiken van een norse oude bekende in de finale is zo’n onverwachte, welkome verrassing. Maar hoe gaat het eigenlijk met the odd couple zelf? Fox Mulder (David Duchovny) leeft na oneervol ontslag bij de FBI als een bebaarde kluizenaar. Hij vult zijn dagen als vanouds met het aanleggen van knipselmappen over bizarre gebeurtenissen en het staren naar een foto van zijn ontvoerde/dode zusje Samantha. Dana Scully (Gillian Anderson) werkt in een katholiek kinderziekenhuis waar ze de zorg op zich neemt voor een jongetje met een zeldzame hersentumor.

Al vanaf de openingsbeelden zit I WANT TO BELIEVE als een heerlijk, oud jasje. Componist Mark Snow opent met het bekende X-Files-leidmotief en schrijver/regisseur Chris Carter laat in een indrukwekkende scène Billy Connolly neerzijgen in een omineus wijds sneeuwlandschap. Carter laat geen moment onbenut om de terugkeer naar het vertrouwde Brits Columbia breed op het scherm uit te smeren. De wat schlemielige figuur die Connolly speelt blijkt voorspellende gaven te hebben, en hij moet op zoek naar een verdwenen FBI-agente. Omdat de zaak muurvast zit, roept een wanhopige FBI-agente (Amanda Peet) de hulp in van Mulder en Scully.

De introductie van de twee protagonisten doet het beste vermoeden voor de rest van de film. Mulder is heimelijk enthousiast over an offer he can’t refuse: volledige rehabilitatie als hij op de zaak springt. Een immer sceptische Scully pruttelt tegen. ‘I’m done chasing monsters in the dark,’ zo sneert ze tegen Mulder. Bovendien moet ze de helderziende niet. De charismatische Schotse komiek Connolly blijkt een priester te spelen die zich in het verleden vergrepen heeft aan jonge koorknaapjes. De vaardigheid en energie waarmee de film opent, blijft niet lang duren. Het verhaal dat Carter ontspint is zwakker dan een gemiddelde aflevering uit de reeks. Carter baseerde de film op onderzoek over orgaantransplantatie en stamceltechnologie, maar neemt het onderwerp nauwelijks serieus.

In een ontgoochelende finale is het monster van Frankenstein niet ver weg. Op de set van de film deelde Carter het scenario uit op rood, niet te kopiëren papier. Wie ook maar één woord over het verhaal zou loslaten, zou in de beste X-Files-tradities spoorloos verdwijnen. Vreemd, nu we weten dat net het verhaal het grote manco van de film uitmaakt. Zelfs de achtervolgingen in de sneeuw, het kat-en-muisspelletje in een verlaten fabriek of Mulders bijna fatale infiltratie in het hol van de leeuw willen maar niet spannend worden. De terraria waar The X-Files al die jaren hun monsters, freaks en spoken uit plukte, blijkt in I WANT TO BELIEVE akelig leeg. Veel interessanter dan het suffe hoofdverhaal is de interactie tussen Mulder en Scully.

Carter heeft zijn reeks altijd omschreven als een romantisch verhaal en ook in I WANT TO BELIEVE neemt hij alle tijd om de onmogelijke, haast tragische relatie uit de spitten. Ondanks het voortdurende conflict tussen geloof en wetenschap, tussen de hang naar een normaal leven en de jacht op monsters, blijkt hun liefde onverwoestbaar. Ja, er wordt gekust in deze film, en Mulder en Scully delen zelfs weer het bed. Maar op de rand van de afgrond heeft alles een prijs.

Hoewel Carter met I WANT TO BELIEVE opzettelijk een op zichzelf staand werkstuk maakte, waarmee hij ook een nieuwe generatie wilde verleiden, blijkt de film dan toch weer vooral leuk voor de fans. Het verhaal slaat eigenlijk nergens op, maar desondanks is het weerzien met Mulder en Scully aangenaam, zelfs geruststellend. Tenzij je in een cynische oude zak bent veranderd en werkelijk nérgens meer in wilt geloven.

DI: Warner Bros. (BE: 30 juli / NL: 7 augustus). Copyright Hans Dewijngaert. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 4 augustus 2008.

© Hans Dewijngaert
4 augustus 2008
  • Titel
    The X Files: I Want to Believe
  • Lengte
    104 minuten
  • Regie
    Chris Carter
  • Scenario
    Frank Spotnitz, Chris Carter
  • Cast
    David Duchovny, Gillian Anderson, Billy Connolly
  • Taal
    English, Russian, Czech
  • Land
    United States, Canada
  • Trailer
Meer Horror
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.