Tokyo, het begin van de 20e eeuw. De jonge arts Yukio Daitokuji (Motoki) werkt in de luxe praktijk van zijn ouders. De knappe en kundige jongeman is populair bij de elite van Tokyo, niet in het minst omdat hij liever een tijdens dronkenschap gewond geraakte burgemeester oplapt dan dodelijk zieke krottenwijkbewoners hulp biedt. Het burgerlijke leven in het bourgeois-gezin kabbelt voort, totdat de rust plots wreed wordt verstoord wanneer Yukio’s ouders worden vermoord door een mysterieuze indringer.
De bizar uitgedoste figuur transformeert zich tot een dubbelganger van Yukio, eist diens vrouw Rin (Ryo) op en gooit de verbouwereerde dokter in een diepe put, waarin hij hem geestelijk en lichamelijk kwelt. Langzaam komt een vreselijk geheim uit het verleden naar boven, waarin de levens van Rin, Yukio en de vreemdeling nauw verweven blijken te zijn. De Japanse alleskunner Tsukamoto, die tekende voor regie, camerawerk, scenario en montage van GEMINI, werd in een klap bekend met zijn onvergelijkbare debuutfilm TETSUO/TETSUO: THE IRON MAN (1988), waarin een eenvoudige ambtenaar langzaam in een metalen gedrocht verandert. Met het vervolg TESTSUO 2: BODY HAMMER (1992) en TOKYO FIST (1995) vestigde de jonge filmmaker zijn naam als een veelbelovende regisseur die in zijn werk op originele wijze de dualiteit tussen lichaam en geest verkende. Lichaamsdelen die in metaal veranderen, geestelijke inspanning die vleselijke mutaties veroorzaakt, het deed sterk aan David Croneberg’s venereal horror denken, maar Tsukamoto slaagde erin een eigen stijl te ontwikkelen. Zijn films zijn compromisloos, bevatten legio vreemde plotwendingen en er wordt van de acteurs ook fysiek het uiterste gevraagd. Daarbij is het camerawerk uiterst dynamisch, ratelt de montage als een machinegeweer en doet de beukende muziek van huiscomponist Chu Isakawa de trommelvliezen trillen. Met BULLET BALLET (1998) kreeg Tsukamoto voor het eerst stevige kritiek te verduren: het talent van weleer zou al zijn kruit hebben verschoten. De zwaarste verwijten kwamen uit Japan, waar fans en criticasters wisten dat cineasten als Hisayasu Sato en Kei Fujiwara (die in TETSUO het vrouwelijke slachtoffer speelde) met respectievelijk NAKED BLOOD (1996) en ORGAN (1996) bezig waren de thema’s van Tsukamoto naar een nog extremer niveau te tillen en daarmee ook over de landsgrenzen bewondering oogstten. Tsukamoto’s reactie op die kritiek en de stijgende populariteit van het Japanse cyber-horror genre is overdonderend: GEMINI is een klein meesterwerk van een talent dat zich ontwikkeld heeft tot een grote, volwassen regisseur, die zijn navolgers even stevig zijn hielen laat zien. Onder de oppervlakte van een rustige kostuumfilm gaan vreselijke zaken schuil. Net als in David Lynch’ LOST HIGHWAY, waaraan Tsukamoto’s film in thematisch opzicht verwant is, wordt de waargenomen realiteit regelmatig in twijfel getrokken en lijkt de fantasie van de menselijke geest de beste maat der dingen te zijn. Zo hebben geen van de hoofdrolspelers een normaal uiterlijk, voelt arts Daitokuji een dreiging die hij maar niet onder woorden kan brengen (maar die Tsukamoto uiterst subtiel visualiseert) en ademen de decors en figuratie een merkwaardige sfeer. Beter nog is dat de regisseur slechts enkele malen zijn theatrale, buitenissige stijl inzet en de kern van de film in principe een aangrijpend liefdesverhaal is. Maar dat is er wel een van een bijzondere soort: de liefde tussen Rin en Yukio wordt hier niet alleen door omstandigheden van buitenaf op de proef gesteld, maar ook Yukio’s twijfel aan zijn eigen culturele en geestelijke identiteit staat een gezonde relatie met Rin in de weg. Met Ryo en vooral Masahiro Motoki, die een sterke dubbelrol speelt, heeft Tsukamoto bovendien twee troeven: ze acteren geweldig en hebben zeer markante gelaatstrekken. .Daarnaast wordt Tsukamoto’s fotografie gekenmerkt door die typisch Japanse drang naar perfectie: de kleuren zijn kraakhelder, de extreme dieptescherpte is verrassend en het uit de hand filmen vergroot de emotionele intensiteit van sommige scènes aanzienlijk. En in de rustieke totaalshots, zoals die in de prachtige tuin van de praktijk, doen de uitgekiende kadreringen eerder denken aan het werk van Tsukamoto’s landgenoten Hideo Gosha en Seijun Suzuki, dan aan het nerveus trillende camerawerk van hippe nieuwkomers als Kei Fujiwara. Kers op de taart: Chu Isakawa’s grandioze score, die al bij de openingstitels de nekharen overeind jaagt en vervolgens perfect manoeuvreert tussen technodreunen en rustige passages. De som der delen biedt uiteindelijk een filmervaring die zelfs binnen Tsukamoto’s eigenzinnige oeuvre uniek is. Met GEMINI bewijst Tsukamoto niet alleen dat er nog steeds zeer interessantste genrefilms uit Japan komen, maar ook dat hij binnen die stroming eenzaam aan de top staat. .**** Copyright Mike Lebbing. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #46, p6.