‘Who knows what evil lurks in the hearts of man? The Shadow knows. hahaha.’ Met deze woorden leidde Orson Welles in 1930 een radio-hoorspel in. Welles had het personage bedacht om een serie detective-hoorspelen te introduceren. Zijn alter ego had aanvankelijk geen enkele rol in de verhalen, maar bleek bij de luisteraars mateloos populair.
De mysterieuze stem kreeg een eigen pulp-tijdschrift, waarin hij als misdaadbestrijder kon bogen op zijn vermogen de menselijke geest te beinvloeden. The Shadow kreeg later alsnog een eigen radioshow en trad op in een lange reeks goedkope B-films. Welles’ plannen voor een serieuze verfilming van The Shadow liepen eind jaren veertig spaak. Na het succes van DICK TRACY en de BATMAN-films geeft regisseur Russell Mulcahy nu een moderne draai aan Welles’ creatie. En net als die andere twee hoeders van de goede zeden bewoont THE SHADOW een mythische versie van New York, volledig opgebouwd uit sfeervolle matte-paintings en schaalmodellen. In de proloog van THE SHADOW wordt meteen duidelijk waarom de duistere held weet wat voor kwaad er in de mens schuilgaat. Lamont Cranston staat aan het hoofd van een opiumbende in Tibet en neukt en moordt er vrolijk op los. Hij wordt tot de orde geroepen door de Tulku, een soort Dalai Lama, die hem onder dwang omvormt tot misdaadbestrijder. Zeven jaar later krijgt hij het in New York aan de stok met een nazaat van Genghis Khan, die eveneens over sterke hypnotische krachten beschikt. Khans Mongoolse horden lopen onopgemerkt door de stad, terwijl The Shadow met behulp van een uitgebreid spionnennetwerk een door Khan en trawanten gefabriceerde atoombom probeert op te sporen. Mulcahy weet het flinterdunne verhaaltje met veel schwung in beeld te brengen, daarbij geholpen door de prachtige art-direction en een imposante hoeveelheid visuele effekten. Toch moet zijn film het afleggen tegen Tim Burtons BATMAN-films, want David Koepps scenario heeft te kampen met een hoge mate van voorspelbaarheid en te oppervlakkige personages. Pas tegen het einde van THE SHADOW komt de verhouding tussen Lamont Cranston, een moeilijk kijkende Alec Baldwin, en zijn love-interest Margo Lane (Penelope Ann Miller) een beetje uit de verf en valt er zowaar enige ironie in hun dialogen te bespeuren. De overgang tussen de Tibetaanse proloog en de gebeurtenissen in New York is ronduit klungelig te noemen: in een lange reeks Nederlandse tussentitels wordt uitgelegd dat Cranston een superheld is geworden. Het hoe en waarom wordt nooit duidelijk. De soundtrack van THE SHADOW is overigens een schoolvoorbeeld van typische Danny Elfman composities, vol opzwepende bombast en geschetter van de blazerssectie. Componist Jerry Goldsmith zal wel de opdracht hebben gekregen iets in de geest van BATMAN te doen. Net als de rest van de medewerkers. **1/2 Copyright Bart van der Put. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #15, p5.