Julian Schnabel, David Salle en Robert Longo gaven rond 1980 de toon aan in het Newyorkse kunstwereldje. Wat ze vijftien jaar later gemeen hebben is dat ze hun prominente positie in dat circuit zijn kwijtgeraakt en zich vrijwel gelijkertijd manifesteren als filmregisseurs.
Verandering van spijs doet eten, zullen we maar zeggen. Maar de gedachte die zich naar aanleiding van Longo’s JOHNNY MNEMONIC onmiddellijk opdringt is: verzin voor uitgerangeerde kunstenaars een leuke VUT-regeling en hou ze vervolgens zo ver mogelijk weg van een filmset.
Op het eerste gezicht heeft het in de jaren twintig van de volgende eeuw gesitueerde JOHNNY MNEMONIC alles mee: een script van cyberpunk-auteur William Gibson (naar een eigen verhaal); de nieuwste generatie computer-graphics en aanstormende actie-ster Keanu Reeves in de hoofdrol. De bijrolbezetting mag er trouwens ook zijn: Takeshi Kitano (van SONATINE), Dolph Lundgren (als psychopatische Jezus!) en Ice-T.
Maar dan de film zelf. Die stelt op z’n zachtst gezegd nogal teleur. Er wordt geacteerd op het niveau van toneelvereniging Ons Genoegen te Tuitjehoorn, vooral door Reeves. De vormgeving is een eerstegraads (maar tweederangs) kopie van John Carpenter’s ESCAPE FROM NEW YORK. De regie ontbeert ritme, timing en tempo. En de computer-graphics beginnen na een tijdje stierlijk te vervelen. Verreweg het meest teleurstellende aan de onderneming is het doorsnee actiefilm-scenario van Gibson, waarvan eigenlijk alleen het ideetje leuk is dat een koerier (Reeves) vertrouwelijke informatie meesmokkelt op een chip in zijn hoofd. Voor de rest werkt Gibson braaf de verplichte nummertjes van het genre af. Johnny wordt door sinistere boeven in maatpakken opgejaagd door post-nucleair braakland, ontsnapt ternauwernood aan de dood en krijgt tenslotte hulp van in vodden geklede rebellen. De laatsten worden aangevoerd door de onvermijdelijke Ice-T die met sleetse Schwarzenegger-kreten als ‘It’s payback-time!’ tevergeefs leven in de brouwerij probeert te brengen.
JOHNNY MNEMONIC is opgewaardeerd video-spul, even fantasieloos als de gemiddelde TERMINATOR-rip off en misschien nog wel slechter gemaakt. En kan iemand me uitleggen wat er zo geavanceerd is aan deze high-tech smokkel-methode, als ieder lullig scan-apparaatje in de film feilloos de chip in Reeves’ hoofd weet te lokaliseren?
Copyright Phil van Tongeren. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #20, augustus/september 1995.