RECENSIE
DVD/BLU-RAY

Die Nibelungen(2002)

Eindelijk kunnen we de monumentale film DIE NIBELUNGEN in een nagenoeg complete Duitse versie thuis aanschouwen. ‘Dem Deutschen Volke zu eigen’, luidde de opdracht die regisseur Fritz Lang en scenariste Thea von Harbou er destijds aan meegaven.

Wat voor ons nu een cadeautje is, was het in 1924 ook voor het Duitse volk, dat er zijn nationale identiteit door bevestigd mocht zien. Niettemin verschaft het op mythen en sagen gebaseerde zwijgende koningsdrama ons een weinig luchtig kijkje in de Teutoonse ziel. Het noodlot en krijgshaftige dames voeren erin de boventoon. Eureka! bracht de twee delen – SIEGFRIED en KRIEMHILDS RACHE – onlangs uit op dvd en blu-ray. In 2010 was de restauratie van DIE NIBELUNGEN niet zo´n nieuwsspektakel als de reconstructie en spectaculaire vondst van verloren gewaande filmbeelden van Langs METROPOLIS. Zonder zo’n scoop is het restaureren van films uit het zwijgende tijdperk tegenwoordig bijna een gewoonteklusje. Men putte uit distributiekopieën en cameranegatieven van verschillende herkomst.

Het meest vermeldenswaard zijn de pogingen om de oorspronkelijke score van componist Gottfried Huppertz in ere te hertellen. De twee delen van DIE NIBELUNGEN zijn opgebouwd uit twaalf aktes of ‘gezangen’. Van vijf van deze gezangen was niet meer te achterhalen hoe Hupperz de daarbij behorende delen van de soundtrack had geïnstrumenteerd. Voor de restauratie hebben hedendaagse Duitse musici zich de nodige moeite getroost om ze van passende klanken te voorzien. Naast andere sterke aanwijzingen dat de componist van begin af aan bij de productie van DIE NIBELUNGEN betrokken is geweest, lijken in sommige scènes de personages te bewegen op de maat van zijn muziek.

VLAMMENZEE
De eerste gezangen in SIEGFRIED verhalen hoe de mythologische held Siegfried een draak verslaat en (bijna) onoverwinnelijk wordt door zich te baden in drakenbloed. Het in beweging krijgen van de met ijzeren ringen, stangen en linnen lappen vervaardigde draak vergde op de set destijds de inzet van een dozijn sterke mannen. Anno 2013 oogt het ingenieus aangestuurde beest onbedoeld nogal aaibaar. Pas wanneer de blonde held hem met zijn zwaard al flink op zijn kop heeft staan meppen, begint de geschubde megaknuffel wat vuur te spuwen.

Met het goud van de onder de grond levende dwergachtige Nibelungen als bruidsschat dient overwinnaar Siegfried zich vervolgens aan bij het hof van de Bourgondische koning Gunther, ten einde diens beeldschone zuster Kriemhild ten huwelijk te vragen. Daar moet echter meer tegenover staan dan goud alleen. Siegfried mag Kriemhild pas de zijne noemen als hij Gunther helpt bij het veroveren van Brunhild, de koningin van IJsland. Die hulp is hard nodig, want Brunhild, gehuisvest op een berg boven een brandend meer, is een ferme tante en het watje Gunther kan haar totaal niet de baas. Bij alle takken van sport die de IJslandse ijzervreetster tijdens de hofmakerij graag beoefend ziet, zal hij zonder enige twijfel het onderspit tegen haar delven. Siegfried daarentegen is niet alleen onoverwinnelijk, maar kan ook iedere gewenste gedaante aannemen, inclusief die van Gunther.

En dus verslaat ‘Gunther’ Brunhild bij het kogelstoten, speerwerpen en verspringen en kunnen de twee geplande huwelijken worden gesloten. Wanneer Brunhild echter ontdekt dat ze eigenlijk door de niet-koninklijke Siegfried is verleid en verslagen, is ze des duivels. Om haar genoegdoening te verschaffen wordt Siegfried, die toch een zwak plekje blijkt te hebben, in een hinderlaag gelokt.
En dan blijkt er iemand te zijn, die nog kwader kan worden dan Brunhild: Kriemhild. Zij zweert haar echtgenoot te zullen wreken en is bereid daarvoor tot het gaatje te gaan. In het tweede deel, KRIEMHILDS RACHE, zijn bloedige oorlogen tussen Hunnen en Bourgondiërs het gevolg zijn van haar furie. De daarbij behorende oorlogsscènes waren anno 1924 van een ongekende omvang. Dat gold eveneens voor de brand, die werd ontstoken in het dak van het kasteel van Hunnenkoning Etzel (Atilla), met wie Kriemhild een verstandshuwelijk heeft gesloten. Op de laatste draaidag van de film, 20 maart 1924, werd met deze mediagenieke vlammenzee de aandacht van de pers gevestigd op de aanstaande première, zo leren we uit de bij de dvd gevoegde documentaire Das Erbe der Nibelungen van Guido Altendorf en Anke Wilkening.

SCHAAKSPEL
Gevat in een Hollandse tegeltjeswijsheid zou je het thema van DIE NIBELUNGEN ‘belofte maakt schuld’  kunnen noemen. Kriemhilds Duitse bewoordingen zijn echter pregnanter: ‘Blut schreit nach blut’ (‘Op bloedvergieten volgt bloedvergieten’). Aanvankelijk sereen en vroom is Siegfrieds echtgenote uiteindelijk het hardvochtigste personage. Haar onverzettelijkheid eist de meeste slachtoffers. Tegelijkertijd is zij ook de enige die haar gelofte gestand doet, al is het een gelofte van wraak.

Het volledig uitspitten van onverzoenlijkheid als wezenskenmerk van de menselijke natuur maakt van DIE NIBELUNGEN een film over lotsbestemming. De vereffeningsretoriek is niet van de lucht, wat de latere verheerlijking en exploitatie van de film door de nationaal-socialisten saillant maakt. Fritz Lang, die nooit om een ad-hoc interpretatie van eigen werk verlegen zat, verklaarde later dat hij in navolging van de Amerikaanse westerns het Duitse volk slechts op een eigen film met middeleeuwse ‘cowboys’ had willen trakteren. Scenariste Von Harbou stak echter niet onder stoelen of banken de Duitse ziel te hebben willen schetsen, zij het allerminst verheerlijken. Volgens haar was er geen volk dat zo zelden zijn beloftes na kwam, zo moorddadig was en zozeer bereid zelf op afschuwelijke wijze te sterven, als het Germaanse volk.

Lang wist het bijna bovenmenselijke noodlot op ongeëvenaarde wijze te verbeelden met louter cinematografische kunstgrepen. Alles in DIE NIBELUNGEN is decor. Zelfs het bos met de hoge bomen waar Siegfried doorheen schrijdt, te paard en beschenen door goddelijke zonnestralen (een door de nazi’s gekoesterd beeld), was nagebouwd op een nabij de UFA-studio’s in Neubabelsberg gelegen terrein. Tegenover de wilde maar gecomponeerde natuur staat de uitgekiende geometrie van imposante kastelen met immense trappen en grote zalen, waarvan de vormen van de nissen en gewelven overeenkomen met de patronen van de wandschilderingen en de motieven op de kostuums van de personages.

De personages lijken deel uit te maken van het decor, als waren ze schaakstukken op een bord. Schaakliefhebbers kunnen vaststellen dat woedende koninginnen in DIE NIBELUNGEN inderdaad gevaarlijker zijn dan sullige koningen. En Gunthers sinistere vazal Hagen Tronje, uit wiens lege rechteroogkas slechts een pluk haar groeit, doet uitsluitend wat een raadsman van een zwakke vorst doen moet, gelijk een loper die zijn koning dekt. Sterker nog: als de matdreigingen in de film heviger worden en totale oorlog het gevolg is, ontbreekt zelfs een ’torenoffer’ niet.

WENKBRAUWEN
De vergelijking met Richard Wagners Der Ring des Nibelungen is onontkoombaar. Van een verfilming van Wagners operacyclus is echter geen sprake en dat niet alleen vanwege Huppertz’ geheel eigen orkestratie. Het gebruik van historische bronnen als Het Nibelungenlied, de Edda en de Völsunga-sage is beperkter dan bij Wagner. Misschien ook wel noodzakelijk voor een film die geen zestien uur duurt, zoals de operacyclus, maar nog altijd ruim 280 minuten.

Toch is een kwalitatieve bedenking wel op z’n plaats. Fantasy-elementen als toverkracht, draak, schat en dwergen worden er in DIE NIBELUNGEN een beetje met de haren bijgesleept en zullen de fans van het toch verwante THE LORD OF THE RINGS weinig plezier verschaffen. Zodra de wonderlijke Siegfried van het toneel verdwenen is, draait de film om het koningsdrama. De titel, verwijzend naar de Bourgondische vorsten die als bezitters van de Nibelungenschat de erfopvolgers zijn van de dwergachtige Nibelungen, is zelfs misleidend. En zonder de bijgaande literatuur te raadplegen is de film soms moeilijk te volgen. Over het geheel genomen zijn de andere twee afleveringen uit Langs verleden-heden-toekomst drieluik (DR. MABUSE, DER SPIELER (1922) en METROPOLIS (1927)) makkelijker te genieten. Ondanks al het oorlogsgeweld is dit beslist de meest statische van de drie.

Maar laat niemand zeggen dat Langs ‘schaakstukken’ slechts marionetten zijn. Vooral actrice Margarete Schön (Kriemhild) blijft ons bij, zoals zij met verfijnde nuances in haar mimiek gestalte geeft aan een geleidelijke overgang van verdriet naar woede. Dat de grimeurs haar wenkbrauwen iets zwaarder hebben aangezet op het moment dat ze zich als wreekster ontpopt, is net niet té opvallend en doet allerminst afbreuk aan haar acteervermogen. Lang-liefhebbers zullen in de twee gedaantes van Kriemhild iets terugzien van de goede Maria en de kwaadaardige robot in METROPOLIS. De fijnproever zal evenwel geen twijfel kennen: niet alleen Brunhild (Hanna Ralph), getooid met een vervaarlijke vogelhelm, maar ook de al te hysterische vrouwelijke robot (Brigitte Helm) uit Langs sciencefictionfilm kan de vergelijking niet aan met de ingehouden, maar furieuze middeleeuwse koningin, die van wit inktzwart geworden is.

Extra’s 3,5 schedels

Di: Eureka! Copyright Paul Rübsaam. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #101,  april/mei 2013.

© Paul Rübsaam
1 april 2013
  • Titel
    Die Nibelungen
  • Regie
    Dieter Wedel
  • Scenario
    Moritz Rinke
  • Cast
    Mario Adorf, Götz Schubert, Judith Rosmair
  • Taal
    German
  • Land
    Germany
  • Trailer
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.