Niet helemaal waar, maar het scheelt niet veel: Steven Spielberg maakt al net zo lang films als ik ze kijk. DUEL, uit 1971, was in de VS weliswaar een tv-film, maar de langere exportversie werd overzee gewoon in de bioscoop uitgebracht, ook al was dat twee jaar na dato. Ik zag ‘m als puber met mijn ouders in het Amsterdamse theater Desmet, in een zaal waar halverwege de voorstelling een telefoon – een echte, mobieltjes waren nog sciencefiction – begon te rinkelen. Dat was ook toen al gek, maar deed aan de spanning niets af. DUEL was met voorsprong de engste film van 1973 (THE EXORCIST kregen we in Nederland pas een jaar later te zien).
Spielberg werd, net als Hitchcock voor hem, een merknaam: de beste garantie voor spanning, spektakel en sentiment in de bioscoop. JAWS (1975) verslond badgasten en wij, het publiek, verslonden de film. En op de golven van zijn succes reikte Spielberg almaar hoger, ook letterlijk, toen hij in CLOSE ENCOUNTERS OF THE THIRD KIND (1977) en E.T. THE EXTRA-TERRESTRIAL (1982) de blik heelalwaarts richtte. Tot hij zelf de rem zette op zijn fantasie. Dat gebeurde na het tweede deel uit de Indiana Jones-serie: INDIANA JONES AND THE TEMPLE OF DOOM (1984), een film die hij achteraf te gewelddadig vond. Met zijn volgende film, THE COLOR PURPLE (1985), het epos van een zwarte vrouw die zich ontworstelt aan de verstikkende greep van haar gewelddadige echtgenoot, liet Spielberg zich van een serieuzere, meer geëngageerde kant zien. De film werd een hit, maar van de elf Oscarnominaties wist hij er geen een te verzilveren.
Hoe groot Spielbergs frustratie daarover was, weten we niet, maar opvallend is wel dat de afwisseling van ernst en luim vanaf dat moment een vaste waarde werd in zijn oeuvre. De entertainer wilde voor vol – lees: kunstenaar – worden aangezien, maar moet zich er tegelijk van bewust zijn geweest waar zijn grootste kracht lag. Namelijk in zijn virtuositeit en een shock and awe-tactiek die niemand hem nadoet, of het nu om een woest om zich heen bijtende T-Rex gaat in JURASSIC PARK of een ander soort beestachtigheid, die van de Holocaust in SCHINDLER’S LIST. Frappant genoeg dateren beide films dateren van hetzelfde jaar, 1993.
EYE eert Spielberg deze zomer als meesterverteller. De twintig geselecteerde films zijn misschien niet allemaal even sterk of tijdloos, ze getuigen behalve van een ongeëvenaard technisch vakmanschap en een ongeschokt geloof in de kracht van het Goede, vooral van een niet te onderschatten talent om de kijker van begin tot eind bij de les te houden. By any means necessary. Leerzaam ook om de invloed te zien doorwerken in de twaalf films van collega’s, van Abrams tot Zemeckis, waarmee het retrospectief is uitgebreid. Spielberg maakte school, leverde talentvolle leerlingen af, maar bleef de meester.
Steven Spielberg, meesterverteller.
8 juli t/m 31 augustus in EYE,
IJpromenade 1, Amsterdam.
Volledig programma en kaarten