TGIF | Een jaar geleden schreven we in deze rubriek vaak over de onzekere toekomst van de bioscoop. Nu lijkt er meer hoop te gloren, al moeten we nog maar afwachten waar de regering volgende week mee komt.
Zo schreef ik vorig jaar oktober over het feit dat DUNE (eigenlijk: DUNE: PART ONE) was uitgesteld. Ondertussen heb ik de film gezien, in een grote bioscoopzaal, om optimaal te kunnen genieten van hoe klein de leden van de cast lijken ten opzichte van de brutalistische architectuur en gigantische zandwormen om hen heen. En in elk interview met Villeneuve wordt keer op keer benadrukt dat je deze film toch echt in de bioscoop moet gaan zien. Gelukkig kon DUNE (in tegenstelling tot de vorige van Villeneuve) voldoende mensen plezieren om het groene licht te krijgen voor DUNE: PART TWO, want anders was het onaf voelende eerste deel een iets te prangende metafoor geworden voor de nog steeds onzekere toekomst van bioscopen.
Bij de gebroeders Warner hebben ze in hun kristallen bol gekeken en besloten de baby maar in tweeën op te delen. Het “day-and-date” experient van 2021 was kennelijk toch geen succes: volgens jaar brengen ze de helft van hun films uit in de bioscoop, de andere helft slaat het grote scherm over en gaat direct naar HBO Max. Financieel snap ik het. Maar toch is het jammer. Want ook kleinere films zonder CGI-budget waar je zelfs in de huidige oververhitte markt nog een dozijn villa’s mee kan kopen zijn fijner in de bios. Zelfs bij DUNE zijn er kleine momenten tussen het spektakel om van te genieten, zoals wanneer Jessica haar zoon vermanend toespreekt op precies dezelfde toon die mijn moeder gebruikt om me er fijntjes aan te herinneren om eens een borstel door m’n haar te halen.
Ik werd er afgelopen week aan herinnerd hoe bijzonder de bios is. Nee, niet omdat Tuschinski nu 100 jaar en koninklijk is (van harte!), maar omdat ik erbij was toen mijn twee petekindjes (bijna twee en drieënhalf) voor het eerst een film keken in de bioscoop, dankzij het Taartrovers Filmfestival: SHOOOMS AVONTUUR, een prachtige, geanimeerde film over een schattig klein sneeuwuiltje. Ik had niet helemaal aan zien komen hoe veel (de oudste) en hoe hard (de jongste) er gehuild zou worden, maar gelukkig vonden ze het uiteindelijk allebei wel de moeite waard. Ik heb tenslotte zelf ook menig traantje weggepinkt in het donker. In de bioscoop kan je film zo volledig mogelijk ervaren, inclusief alle emoties die daarbij komen kijken.
We zullen het zien. Vandaag kan ik sowieso niet echt naar de bios, want ik ben verkouden. Het is (getest) geen Corona, maar een hoestend iemand naast je is zelfs in oktober niet het soort schrikken waar mensen op zit te wachten. Gelukkig is er juist ook in oktober veel aandacht voor oudere films die wat meer aandacht waard zijn, zoals THE UNINVITED, THE INNOCENTS, of DEEP RED, en een voordeel van thuis kijken is dat je dan mooie screenshots kan maken. Er zijn ook primers over giallo en horrorfilm-tropes voor wie dieper wil duiken. En natuurlijk ook weer interessante essays over hoe films onverwacht kunnen raken aan specifieke ervaringen: over JENNIFER’S BODY en queer love, over de Pinguin in BATMAN RETURNS als trans icoon.
Genoeg om een snotterend weekend goed mee te vullen, zou ik zeggen!