Net toen we dachten dat wel zo’n beetje alle klassieke televisieseries de groteschermbehandeling hadden gekregen, is daar THE MAN FROM U.N.C.L.E.: terug naar de jaren van de koude oorlog, mannen met strakke kaaklijnen en vrouwen in oogverblindende mode.
Voor wie het niet meer weet: THE MAN FROM U.N.C.L.E. was een uiterst succesvolle spionageserie uit de jaren zestig, die deels uit de koker kwam van James Bond-auteur Ian Fleming. In de serie speelden Robert Vaughn en David McCallum de rollen van respectievelijk CIA-agent Napoleon Solo en Sovjet-spion Illya Kuryakin; 105 episodes lang zouden deze vrienden tegen wil en dank het opnemen tegen aartsvijand T.H.R.U.S.H. Waar dat acroniem voor staat werd in de serie nooit uitgelegd, maar U.N.C.L.E. staat in elk geval voor United Network Command for Law and Enforcement.
En nu is er dus, na lang in ontwikkeling te zijn geweest, Guy Ritchies filmbewerking. De naam U.N.C.L.E wordt overigens pas in de slotscène voor het eerst genoemd, want de film is een heuse origin story. Solo (Henry Cavill, MAN OF STEEL) en Kuryakin (de boomlange Armie Hammer, doorbraak: de Winklevoss-tweeling in THE SOCIAL NETWORK) staan elkaar eerst diverse malen op uitputtende wijze naar het leven, om vervolgens tot de ontdekking te komen dat ze geacht worden samen te werken. De scène waarin ze hun missie (het opsporen van een doodgewaande naziwetenschapper) krijgen uitgelegd op een drukbevolkt terras bevat één van de leukste grappen van de film.
Het moet worden gezegd dat Ritchie het gelukkig zonder al te veel postpostpostmoderne ironie brengt. Maar nooit wordt het echt spannend; waar de makers in een interview in Total Film eerder dit jaar “real danger” beloofden, krijgen we een martelscène voor alle leeftijden waarvan de afloop uiteraard al vaststaat (en die één van de fláuwste grappen van de film oplevert). De strijd om een nucleair wapen zal ten tijde van de originele serie, op het hoogtepunt van de koude oorlog, waarschijnlijk ook veel meer indruk hebben gemaakt op het publiek dan het in deze film doet – en het is geen spoiler dat ook dit keer de wereld niet vergaat.
Cavill en Hammer leveren echter prima acteerwerk, en met name die laatste neemt je voor zich in als de langzaam ontdooiende Sovjet-spion die zich moet voordoen als de verloofde van de dochter van de verdwenen wetenschapper. Bonuspunten ook voor de sterke vrouwenrollen: zowel Alicia Vikander als good girl Gaby en Elizabeth Debicki als bad girl Victoria zijn allerminst de weerloze dames die je nog wel eens in jaren-zestig-series kon tegenkomen. Alleen de ineens wel heel oud geworden Hugh Grant maakt geen enkele indruk als grote baas Wavery.
Ja, de setpieces in de film zien er prachtig uit, evenals de kleding. De soundtrack van Daniel Pemberton overtreft die van de originele serie – en dat wil wat zeggen, want die was o.a. gemaakt door grote namen als Jerry Goldsmith en Lalo Shifrin. Maar wat ook evident is, is dat de film niet is wat het had kunnen zijn, bijvoorbeeld in de handen van een Steven Soderbergh. Hij was in 2011 nog aan de film verbonden, met George Clooney gecast voor de rol van Solo. Ook de namen van Quentin Tarantino en Matthew Vaughn werden in een eerder stadium genoemd. En ergens weet je: als een film al bijna twintig jaar in ontwikkeling is en door vele handen is gegaan, staan er uiteindelijk te veel belangen op het spel en is het resultaat niet zelden een verwaterde versie vol compromissen, en de regisseur niet meer dan een hired hand. Het resultaat is een onderhoudende spionagefilm die echter maar niet kan kiezen tussen pastiche en urgentie; wat dat laatste betreft zet ik mijn geld in op de vijfde Bourne-film die voor volgend jaar gepland staat, met wederom Paul Greengrass aan het roer en hoofdrollen voor Matt Damon en… Alicia Vikander.
Distributie: Warner Bros. Release Nl: 20 augustus, BE: 19 augustus 2015. Copyright: Tonio van Vugt. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 19 augustus 2015.