‘It must be wonderful.’
‘What?’
‘Being raped.’
Ergens halverwege THE KILLING KIND verschijnt de muizige buurvrouw van de hoofdpersoon seksueel uitgehongerd aan de rand van het zwembad, waarin hij zojuist een duik heeft genomen. Buuf Louise (Luana Anders, DEMENTIA 13), bibliothecaresse van beroep en opgescheept met de zorg voor haar aan een rolstoel gekluisterde mopperkont van een vader, is op zoek naar opwinding. En die spannende buurjongen (John Savage, THE DEER HUNTER), nog maar net ontslagen uit de gevangenis na een veroordeling voor verkrachting, zou haar wel eens uit de brand kunnen helpen.
Van alle getroebleerde personages uit THE KILLING KIND staat Louise het dichtst bij de gemiddelde kijker. Het liefst zou ze de boeken uit haar bibliotheek verbranden en glassplinters door het eten van haar vader roeren, bekent ze. Ze dagdroomt van almacht en wraak, zoals we dat allemaal wel eens doen. Maar uiteindelijk verkiest ze de veilige hunkering boven de daad, zoals de meesten van ons.
Buurjongen Terry daarentegen, geeft wel direct gevolg aan zijn basic instincts. Inwonend bij zijn dominante moeder, de pensionhoudster Thelma (veterane Ann Sothern), is hij het archetypische impotente moederskindje. We zien moeder en zoon zoenen en knuffelen, maar zodra een andere vrouw zich aan hem opdringt, reageert hij met grof geweld. Terry is zo diep gefrustreerd, dat hij er zelfs met behulp van een seksblaadje niet in slaagt zich te bevredigen. Dit is Norman Bates op iets jongere leeftijd, een wandelende tijdbom die zich in tegenstelling tot zijn voorganger niet in een duistere, gothic omgeving ophoudt, maar in een suburb aan de rand van een zonovergoten zwembad zijn plannen smeedt.
Het eerste slachtoffer van Terry’s onbeheersbare drift is een kat, dan volgen de mensen die betrokken waren bij zijn veroordeling: het meisje dat hem van verkrachting beschuldigde (Sue Bernard, FASTER, PUSSYCAT! KILL! KILL!) en de advocate die hem niet uit gevangenis wist te houden (Ruth Roman, STRANGERS ON A TRAIN). Met de moord op een pensiongaste die met de hele zaak niets te maken heeft, verspeelt Terry de laatste kans op absolutie.
De moordpartij, inclusief Terry’s motivatie, is niet wat THE KILLING KIND tot een uitzonderlijke film maakt. Het verrassende venijn komt van individuele scènes, zoals wanneer de jongeman voor de ogen van een verbijsterde bejaarde pensiongast een rat aan zijn staart boven een muizenval houdt, net zolang tot de val dichtklapt. De moord op de advocate is een ware martelgang, waarbij de vrouw eerst stomdronken wordt gevoerd en tenslotte in brand wordt gestoken.
Maar THE KILLING KIND is meer dan een optelsom van beestachtig gedrag en perversiteit, waarvan de impact door een inmiddels nostalgisch stemmend jaren-zeventig-sfeertje flink is afgezwakt. In deze escalerende orgie van geweld is ook plaats voor nuance. Thelma is meer dan alleen een monsterlijk moederdier; wanneer Terry haar op zeker moment uitmaakt voor ‘fat whore’, staat ze op een aandoenlijke manier met haar mond vol tanden, omdat er ondanks alles een kern van waarheid in de beschuldiging schuilt. Het einde van de film geeft, dankzij haar optreden, zelfs een onverwachte schok van ontroering. Regisseur Curtis Harrington levert binnen de begrenzingen van zijn genre een film af die niet alleen op perversiteit en sensatie drijft, maar ook mededogen en inzicht toont, ondanks de simplistische psychologische ondergrond waarop zijn verhaal is gebouwd.
De dvd-uitgave van de film bevat maar één extraatje: een tot monoloog versneden interview met Harrington, die vorig jaar mei op tachtigjarige leeftijd overleed. De regisseur, die als jongeman nog bij James Whale (FRANKENSTEIN) aan huis kwam, maar altijd in de marge van Hollywood bleef opereren, leidt ons wat plichtmatig door zijn carrière. Van zijn eerste avantgardistische korte films naar het wonderlijk dromerige speelfilmdebuut NIGHT TIDE (1961, waarin Dennis Hopper verliefd wordt op een zeemeermin), en de horrorfilms uit de jaren zestig en zeventig, zoals QUEEN OF BLOOD (’66), WHAT’ S THE MATTER WITH HELEN? (’71) en het voor tv gemaakte KILLER BEES (’74). Pas interessant wordt het wanneer hij bitter herinneringen ophaalt aan de manier waarop THE KILLING KIND door onervarenheid van de distributeur commercieel om zeep werd geholpen. De film draaide kortstondig in drive-ins in Oklahama en Texas om vervolgens in de obscuriteit te verdwijnen. Dvd bracht wel vaker eerherstel voor vergeten films; in het geval van THE KILLING KIND had er zelfs wel wat meer werk van mogen worden gemaakt. Harringtons verrassend intelligente bijdrage aan het seriemoordenaarsgenre verdient het.
EXTRA’S *** Copyright Phil van Tongeren. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Oorspronkelijk gepubliceerd in Schokkend Nieuws #77, voorjaar 2008.