Oscar Cafmeyer (Dobtcheff) is de eerbiedwaardige curator van een Newyorks museum, maar zijn zoon Rudy (Van Damme) is een meester-inbreker, die over de gehele wereld kunstschatten rooft – en dat puur voor de kick. Als Oscar naar Israël vertrekt in zijn speurtocht naar een door kruisridder Charles Le Vaillant in 1099 A.D. geschreven manuscript, de Fazar, en daar spoorloos verdwijnt, reist Rudy hem achterna en belandt in een felle strijd om het bezit van de Fazar.
Meer plotinfo heeft de kijker niet nodig, want THE ORDER is een semi-reli (die term leest u hier voor ’t eerst): na een als (kerk)historisch te interpreteren proloog, die inderdaad een reli-thriller lijkt aan te kondigen, stort de film zich in kloek actie- en stuntwerk, waarbij de oorspronkelijke premisse in kruitdamp, stofwolken en een berg lijken tenondergaat: een bewijs voor de houdbaarheid van de stelling zoals geponeerd in de recensie van THE EIGHTEENTH ANGEL (‘Naarmate de plot van een reli-thriller zich ontwikkelt, blijkt tussen het religieuze uitgangspunt en het vuurwerk dat er op volgt weinig of geen verband te bestaan’; zie SN#37). In THE ORDER is de proloog niet meer dan een springplank voor acteur/co-scenarist Van Damme om in het geweer te komen en te doen wat zijn publiek van hem verlangt: to kick butt. .THE ORDER maakt een eigenaardig incomplete indruk. Actie- en stuntscènes zitten slordig en chaotisch in elkaar; een vloeiende continuiteit is ver te zoeken. Tussen Van Damme en zijn leading lady Sofia Milos springt geen enkele vonk over (soms lijkt het alsof zij in verschillende films optreden). Charlton Heston verschijnt in een weggooi-cameo als Israëlische collega van Oscar Cafmeyer om enkele minuten later achteloos te worden doodgeschoten. Oorzaak hiervan zijn zonder twijfel de grote productieproblemen die de volledig op lokaties in de VS, Israël en Bulgarije gedraaide film heeft gekend. Niettemin zit er iets onaangenaams in een film die een stukje (al of niet fictieve) kerkgeschiedenis aanwendt als excuus om er een immense puinhoop van te maken en exotische lokaties benut louter om er met veel misbaar doorheen te rossen, met achterlating van een autokerkhof en talloze vernielingen. Men zou dit ‘filmindustriëel neo-kolonialisme’ kunnen noemen. Het cynische aspect van de door Van Damme vertolkte rol schuilt in de presentatie van zijn criminele activiteiten als interessant, avontuurlijk, lucratief en bovenal guitig, kortom een bestaan om jaloers op te zijn. Bioscoopgangers hebben deze figuur zo vaak in ontelbare misdaad/actie-thrillers voorgeschoteld gekregen, dat zij bij het verneukeratieve karakter ervan vermoedelijk niet meer stilstaan. In THE ORDER wordt deze portrettering nog verhevigd door een atmosfeer van ouwe-jongens-krentenbrood (stellig een bijdrage van Van Damme als co-scenarist), culminerend in een als onweerstaanbaar koddig bedoelde maar nauwelijks te pruimen scène waarin Van Damme verkleed als orthodoxe jood als een bezetene door Jeruzalem rent om aan zijn belagers te ontkomen. Misschien moest Van Damme het meewerken aan scenario’s voor gezien houden om verdere uitholling van de door hem vertolkte karakters te voorkomen. De eindtitels vergasten ons op een herhaling van de diverse actiescènes, alsof de makers inzien dat de kijker niet echt aan zijn trekken is gekomen. Dit inzicht is in meerdere opzichten juist. Sheldon Lettich en Jean-Claude Van Damme werkten eerder samen aan de compacte misdaadfilms WRONG BET (1990) en DOUBLE IMPACT (1991), beide films niet weinig superieur aan THE ORDER. *1/2 Copyright Erique J. Rebel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. .Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #56, p29.