RECENSIE
VHS

Der Mönch mit der Peitsche(1967)

Duitsland staat niet bepaald bekend als een grote leverancier van horror. Toch hebben onze Oosterburen een redelijke hoeveelheid genrefilms geproduceerd, waaronder enkele zeer verdienstelijke.

Mijn favoriet is DIE SCHLANGENGRUBE UND DAS PENDEL (Harald Reinl, 1966), een Bava-eske gothic horror film met niemand minder dan Christopher Lee in de rol van een martelende booswicht. En dan zijn er nog de vele verfilmingen van de misdaadromans van de Britse schrijver Edgar Wallace. Tussen 1959 en 1972 werden er maar liefst 40 afleveringen gemaakt, meerendeels thrillers met een fikse snuif comic relief.

Maar enkele delen van de extreem populaire serie, die door miljoenen Duitsers werd gevolgd, waren overduidelijk op horror en fantastiek geënt. Neem DIE BLAUE HAND (1966), een fraaie horrorthriller met een dubbelrol van Klaus Kinski, rond een engerd met een metalen klauw die de in blauwe nevelen gehulde bossen rond een krankzinnigengesticht onveilig maakt. Misschien wel de beste aflevering was DER UNHEIMLICHE MONCH (1965), een zeer sfeervol werkje waarin een in een zwarte monnikenpij gehulde moordenaar het gemunt heeft op een groepje aristocraten die op kasteel Darkwood zijn verzameld in afwachting van een erfenis.

De meeste Edgar Wallace films zijn anno 2000 nog goed te pruimen, zeker voor cinefielen met een nostalgische inslag. Ik heb er zo’n twintig gezien, en ben gehecht geraakt aan markante acteurs zoals Joachim ‘Blacky’ Fuchsberger, Siegfried SchŸrenberg, Eddi Arent en Ilse Pagé. De films bieden een aanstekelijke mix van ontwapenende naiviteit (ze worden altijd ingeleid met een echo-stem: ‘Hallo! Hier spricht Edgar Wallace!’), pulp-achtige scripts, tongue in cheek humor en swingende jazz. Maar bovenal springt de soms spectaculaire cameravoering in het oog. Ondanks de lage budgetten lukte het cameramannen als Richard Angst (die met DER SCHWARZE ABT (1963) zijn beste werk voor Fritz Lang wist te evenaren) een mysterieuze sfeer te creëren waarin zorgvuldig uitgelichte personen uit schaduwen naar voren treden of spookachtige figuren uit de mist opdoemen. Vervolgens gaven echte vakmannen als regisseurs Alfred Vohrer en Harald Reinl het geheel de juiste schwung.

De puristen onder de fans zweren bij de zwart/wit-afleveringen, die met kleuren-generieken werden verlevendigd. Zelf vind ik de kleurenfilms, die in 1966 met DER BUCKLIGE VON SOHO begonnen, zeker zo leuk en meestal zijn ze door het destijds modieus wordende bloed en bloot ook nog lekker smeuig. Er werden zelfs Italiaanse B-regisseurs als Riccardo Freda (DAS GESICHT IM DUNKELN, 1969), Massimo Dallamano (DAS GEHEIMNIS DER GRUNEN STECKNADELN, 1972) en Umberto Lenzi (DAS RATSEL DES SILBERNEN HALBMONDS, 1972) ingehuurd om de Wallace-films een echte exploitatie-smaak te geven.

Producent Horst Wendlandt wist dat DER UNHEIMLICHE MONCH een van de populairste afleveringen was en besloot in 1967 met DER MONCH MIT DER PEITSCHE (‘De Monnik met de Zweep’) een soort vervolg in kleur te maken. In de nogal smakeloze openingsscène zien we hoe een bejaarde professor een vat vol ratten weet te verdelgen met een reukloos gas. ‘Dieser Tod hat Zukunft!’, roept hij opgewonden. Zijn assistent protesteert en wordt meteen door de rancuneuze grijsaard vermoord. Maar ook de professor moet even later het onderspit delven wanneer hij op een mistig kerkhof een gestalte in een rode monnikenpij en dito puntmuts tegenkomt, die hem met een enorme zweep om de keel slaat en zijn nek breekt. Hierna verplaatst het verhaal zich naar een meisjesinternaat, waar tijdens een kerkdienst een meisje wordt vermoord. Scotland Yard zet Sir John (Schurenberg) en Higgins (Fuchsberger) op de zaak, die ontdekken dat het internaat veel geheimen te verbergen heeft. Niemand vertrouwt elkaar, iedereen verdenkt elkaar, en intussen waart de monnik met de zweep rond om het groepje verdachten uit te dunnen. Het spoor voert tenslotte naar een spectaculaire schuilplaats vol krokodillen en enorme aquariums, waar de monnik wordt ontmaskerd.

DER MONCH MIT DER PEITSCHE bevat alle ingrediënten van de betere Wallace-film. De subplots zijn legio, er wordt geen verdacht gesprek gevoerd of er kijkt wel een oogje vanuit de muur mee, en er valt weer van enkele fraaie sinistere scènes te genieten. De beste momenten zijn die waarop de monnik in de schitterend belichte bossen zijn moorden pleegt, maar ook de climax mag er zijn. En Siegfried Schürenberg krijgt weer alle kans te tonen dat schmieren een kunst op zich kan zijn. Hij kijkt ronduit achterlijk uit zijn ogen wanneer hij een verdacht ogend sujet ontwaart, waarna meestal een ferm ‘Abfuhren!’ uit zijn opengesperde muil weerklinkt.

Voor de trivia-fans: er zijn leuke gastrollen van Ewa Stroemberg (de hoofdrolspeelster uit Jesus Franco’s cultfilm VAMPYROS LESBOS, 1971) en Gunther Meisner, die de nazi speelde in het controversiële TRAS EL CRISTAL (1989), eerder dit jaar vertoond op het FFF in Amsterdam.

Copyright Mike Lebbing. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #48, november 2000/januari 2001.

© Mike Lebbing
1 november 2000
  • Titel
    The College Girl Murders
  • Lengte
    88 minuten
  • Regie
    Alfred Vohrer
  • Scenario
    Herbert Reinecker, Edgar Wallace
  • Cast
    Joachim Fuchsberger, Uschi Glas, Grit Boettcher
  • Taal
    German
  • Land
    West Germany
  • Trailer
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.