‘Never have I seen anything worthwile result from mixing the very ordinary and the very extraordinary’, merkte Alfred Hitchcock eens op, maar de validiteit van deze observatie zal de makers van BUFFY een zorg zijn.
Zij presenteren ons de geschiedenis van de tijdloze Merrick (Sutherland), die door de eeuwen wandelt en uitverkorenen onder stervelingen recruteert om hem in zijn strijd tegen de vampier Lothos (Hauer) en volgelingen (waaronder Paul ‘Pee Wee Herman’ Reuben) terzijde te staan. In 1990 is de leeghoofdige high school cheerleader Buffy (Swanson) zo’n uitverkorene en staat Merrick voor de taak dit prietpratende, even hippe als holle wezentje op te leiden tot efficiënte karateka-cum-vampierdoder.
Over het waarom van dit alles wordt de kijker niet ingelicht, want Kzui/Whedon c.s. menen dat de confrontatie van hedendaagse high school-milieus met eeuwenoude, gotische vampierthema’s ook zonder explicatie al hilarisch genoeg is – een dodelijke vergissing, die als een houten staak het hart van de film treft. Voornaamste slachtoffer van dit kardinale misverstand is Rutger Hauer, die tegen het decor van zoveel onbegrip voor de wetmatigheden van de genrefilm niet in staat blijkt zijn Lothos enige geloofwaardigheid mee te geven en als een lachwekkende, meewarige poseur onder Buffy’s karatetechnieken sneuvelt. Ook de altijd boeiende Sutherland kan zich niet staande houden in de hopeloos vacumaire high school-setting, die een sterk uitblussend effect op de ontwikkelingen heeft. De acteur lijkt waarlijk opgelucht deze club kletskoek verkopende onzinnigen na anderhalf uur de rug te kunnen toekeren.
Zo ook de kijker.
P.S.: de hier uitgebrachte videoversie is twaalf minuten korter dan de oorspronkelijke speelfilmversie.
Copyright Erique J. Rebel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Origineel gepubliceerd in Schokkend Nieuws #5, februari 1993.