“Ik was verdomde bang om op een dodenlijst terecht te komen.” Schokkend Nieuws sprak met Jeremy Saulnier, de regisseur van BLUE RUIN en GREEN ROOM.
“Gaat dat zien,” schreef SN-recensent Lieuwe van Albada eerder deze week over GREEN ROOM. De thriller over de clash tussen linkse punkrockers en een stel uit de kluiten gewassen neonazi’s heeft twee jaar op de plank gelegen zonder een release in de Nederlandse bioscopen, maar is nu dus eindelijk te zien op DVD en VOD . Ronald Simons sprak al in 2015, tijdens het filmfestival in Cannes, met Saulnier over zijn sterke opvolger van het indrukwekkende BLUE RUIN, en vroeg hem naar zijn liefde voor punk en horror.
Je doorbraakfilm BLUE RUIN was meer een karakterstudie; met GREEN ROOM heb je een volbloed genrefilm gemaakt. Vanwaar deze nieuwe richting?
“Ik wilde mezelf verrassen. Expectations are a bitch. Ik ben heel trots op BLUE RUIN, maar was bang om nog eens zo’n film te maken. En ik wilde een persoonlijker film maken, dus ben ik teruggegaan naar de tijd dat ik een punkrocker was. Twee van de nummers die je hoort, zijn liedjes die mijn vrienden destijds schreven en waarmee ze vaak optraden. Dat waren trouwens ook de mensen met wie ik mijn eerste stappen in film zette.”
Wat inspireerde je om specifiek dit verhaal te vertellen?
“Ik heb heel veel rondgehangen in de wereld van punkrock. Ik heb talloze concerten meegemaakt, en ook concerten waar nazi’s kwamen rellen. Op die avonden hing er constant een gevoel van dreiging in de lucht.”
Op de keper beschouwd is GREEN ROOM een home invasion film.
“Het begon inderdaad bij het idee om een film te maken over een groep mensen die in een hele kleine ruimte vastzitten. Tien jaar geleden bedacht ik ineens dat de Green Room, de kleedruimte waar artiesten voor en na hun optreden zitten, daarvoor de perfecte plek zou zijn. Ik zie GREEN ROOM meer als een oorlogsfilm dan als een horrorfilm.”
Hou je wel van horror?
|
“Het hangt er een beetje vanaf. Ik hou niet van films waarin een moordenaar alleen maar aan het slachten is. Hele plastische torture porn is niks voor mij. Sinds ik drie dochters heb, word ik überhaupt met de minuut softer, dus ik zou niet eens zelf een horrorfilm kúnnen maken.”
Gevoelsmatig is het een lompe film, maar de body count is eigenlijk niet zo hoog.
“Klopt, en dat was geheel opzettelijk. Je bent als kijker van actiefilms gewend dat het je geen reet interesseert als een personage dood gaat. Er kunnen in JOHN WICK honderd mensen sterven zonder dat je oog ook maar even trilt, terwijl je van mijn films de aandrang kunt krijgen om te kotsen. Ik hoor vaak dat mensen GREEN ROOM een gore fest vinden, terwijl het je pas de tweede keer opvalt hoe weinig geweld er in voorkomt. Eigenlijk zit er maar één geweldsexplosie in.”
Heeft je carrière in de reclame je geholpen bij je lange speelfilms?
“Die reclames betaalden de huur, dat was de enige echte reden waarom ik ze deed, maar ik werd er echt kotsmisselijk van. Creatief stelde het niets voor. Ik snakte naar het vertellen van een echt verhaal.”
Je hebt met Patrick Stewart als opper-neonazi Darcy Banker een grote naam in GREEN ROOM. Hoe heb je hem kunnen casten?
“Patrick had BLUE RUIN al gezien en was meteen enthousiast. Hij wilde wel dat zijn personage meer achtergrond kreeg dan in het script stond. Het moest echt een rond personage worden, dus daar hebben we samen aan zitten werken. Ik was vooraf overigens best een beetje angstig om met zo’n grote Hollywoodster te werken, maar hij bleek een heel ondersteunende, genereuze acteur.”
Heb je veel research gedaan naar nazigroeperingen?
“Ja, we hebben heel veel onderzoek gedaan naar de skinhead- en neonaziscene. Maar ik durfde niet in direct contact met ze te komen, omdat ik niet op een of andere death list terecht wilde komen.”