PEP
PEP
Flashback
8 juni 2021

Het jongetje dat van griezelen hield

PEPFLASHBACK | Los-vaste SN-medewerker Tonio van Vugt (1967) is hoofdredacteur van Zone 5300 en artistiek directeur van de Stripdagen Haarlem. Met Marcel Ruijters verzorgde hij jarenlang een rubriek over genrestrips in Schokkend Nieuws, en samen met Natasja van Loon schreef hij destijds de eerste special in het magazine, over DOCTOR WHO.

Wat is je vroegste (genre)filmherinnering?

‘Er komen twee herinneringen boven. De eerste is: Disneyfilms in de vakanties, waar ik met mijn moeder of soms met mijn oma naartoe ging in de bioscopen in Rotterdam. Dat was fantastisch, met name als we naar Cineac NRC gingen. Daar stond een heel grote King Kong, geschilderd door het bedrijf van Leo Mineur, die in die tijd alle bioscoopreclames deed. Meer dan manshoog, met in plaats van ogen twee brandende, rode lampjes. Die King Kong intrigeerde me mateloos! Ik zag daar de nieuwe Disneyfilms, maar ook klassiekers als DUMBO en SNEEUWWITJE, die in kindermatinees in reprise gingen. De wat engere films uit die tijd maakten de meeste indruk op me, zoals die nachtmerrieachtige scène in SNEEUWWITJE, waarin ze door het bos rent voordat ze uitgeput bij het huisje van de dwergen aankomt.’

‘Een andere vroege filmherinnering is van iets later. Mijn vader nam me mee naar James Bond-films en de laatste scène van FROM RUSSIA WITH LOVE is me enorm bijgebleven, met Lotte Lenya als moordenares. Het lijkt een happy end: de slechterik is uitgeschakeld, en James Bond keert na een dag hard werken terug naar z’n hotel. Maar dan is daar het kamermeisje, met in haar schoenen een naald met gif! Ik dacht: maar de film was toch afgelopen? En nu gaat het toch door – vreselijk spannend! Ook toen ik de eerste keer STAR WARS zag, wist ik niet wat me overkwam. Dat waren essentiële filmervaringen, echt puntje-op-m’n-stoel-werk.’

En wat was je vroegste genrefilmherinnering?

‘Dat waren de Universal-films en de oudere zwartwit-horrorfilms, die ik bij mijn oma en opa op de Duitse televisie zag. Zij hadden in de jaren 70 al kabel, met zowel Belgische als Duitse zenders. Ik logeerde daar, bladerde door de televisiegids en zag dat er een griezelfilm op Duitsland werd uitgezonden. Vaak ook heel laat, en dan was het behoorlijk soebatten. Ik weet nog dat ik een keer flink heb moeten vechten om een film te zien die pas om middernacht begon; FRANKENSTEIN of THE WOLFMAN denk ik, die films wilde ik héél graag zien. Net als Skychannel in de jaren 80, met allemaal B-films – daar zag ik PLAN 9 FROM OUTER SPACE. Op Nederlandse zenders werd dat niet uitgezonden. Ook Mario Bava’s LA MASCHERA DEL DEMONIO heeft toen een onuitwisbare indruk op mij gemaakt, en het is nog steeds een van mijn lievelingsfilms. Echt overeind gebleven, puur door sfeer en die hele gothische aankleding.’

‘In die tijd is mijn liefde voor horror wel een beetje ontstaan, ook dankzij het weekblad PEP. Daar stonden een paar humoristische griezelstrips in zoals Ambrosius, en Kraaienhove van Willy Lohmann. Heel sfeervol, grappig en voor kinderen, maar ook een beetje griezelig. Ik weet nog een scène in een gang, waar de ogen van de portretten aan de muur de personages volgen, en waar een portret bij zit van een meisje met een half verminkt gezicht. Best heftig voor een kinderstrip, maar in de jaren 70 werd niet alleen cinema opgerekt, maar ook wat een kinderstrip was. Een stuk minder kinderachtig dan nu. Het gaf me op een goeie manier kouwe rillingen. Dat is iets waar ik altijd naar op zoek ben geweest – heerlijk, dat kippenvel dat je krijgt van goed griezelen! Het was mijn portal naar dat bovennatuurlijke, wat me erg intrigeerde. Ik was dat jongetje dat wel van griezelen hield. En raar, in de ogen van de meeste klasgenoten, die De Kameleon lazen terwijl ik al in Kafka zat. Ik las veel, keek veel – BLAKE’S 7 was ook een must see. Ik heb een keer een avondvierdaagse in recordtempo uitgelopen zodat ik maar op tijd thuis was om BLAKE’S 7 te zien. Ik speelde weinig buiten, laat ik het zo zeggen. (lacht) Als ze mij aan de sport hadden willen krijgen, hadden ze gewoon moeten zeggen: ‘Doe even twintig keer die halters, dan ligt er een nieuwe aflevering voor je klaar!’.’

‘Nog één herinnering dan. Toen STAR WARS in de bioscoop kwam, hoorde er ook een boek bij met het verhaal achter de film, waarin de invloeden van George Lucas werden aangehaald: van THE HIDDEN FORTRESS van Akira Kurosawa, tot FREAKS van Tod Browning en ja hoor, ook de Universal-films, want de Wolfman, dat was Chewbacca. Dus ook STAR WARS was voor mij een portal – niet alleen omdat ik als klein jongetje aan het grote doek gekluisterd zat, maar ook door dat boek, waardoor ik bij de films daaráchter kwam. Voor veel mensen lijkt STAR WARS een eindpunt te zijn, voor mij was het een startpunt.’

Van welke film kon je niet slapen?

‘Ah, het eerste dat me echt nachtmerries gaf was STAR TREK! In de allereerste aflevering ooit uitgezonden vallen er op een planeet mysterieuze doden onder de bemanning. Ze nemen de laatst overlevende mee aan boord om te redden van de ziekte, maar deze vrouw blijkt een soort shapeshifter, en zij is dus het tragische kwaad, zij is de ziekte. Eenmaal ontmaskerd transformeert ze terug naar haar oorspronkelijke vorm; een gruwelijk monster! Later heb ik het teruggekeken en je ziet een soort enorme grobbebol, een soort muppet; totaal niet eng, ik heb er hard om gelachen.’

‘Net als in de aflevering The Ark in Space van DOCTOR WHO, met Tom Baker. Daar vallen ze ook een voor een ten prooi aan een soort besmetting van een insectenras. En als je bent besmet, verander je langzaam in een insect. Nou, in dat jaar was bubbeltjesplastic net nieuw, of eigenlijk was het daarvóór alleen bekend in de industrie. En met hun shoestring budget besloten ze: dáár maken we gebruik van. Iemand raakte dus besmet en begint al te veranderen: hij haalt uit z’n zak zijn hand, gewikkeld in bubbeltjesplastic, met een goedje eromheen, met een eng muziekje en een zoom – als kind vond ik het vreselijk eng! Mijn jongere zus, die alles wilde zien wat ik keek, lag er echt wakker van. Op den duur raakte ze bijna in een hysterische paniek als alleen maar die muziek van DOCTOR WHO begon. Ha, en er was ook een scène waarin iemand al een soort cocon is en door het beeld kruipt, maar ze moesten de soundtrack extra hard zetten om het geluid van de bubbeltjes te overstemmen. Heel leuk om later het geheim ervan te ontdekken.’

Wie was je eerste film-crush?

‘Dat is een makkelijk te beantwoorden vraag: dat was Raquel Welch in de FANTASTIC VOYAGE, waarin ze met een microscheepje in iemands bloedbaan gaan om een gezwel of een virus te bestrijden. Op een gegeven moment krijgen ze letterlijk bonje met witte bloedcellen die het scheepje als indringer zien. Ja, Raquel Welch was voor mij wel de eerste filmcrush, dat ik dacht: nou, dat is een mooie mevrouw! Ik was vrij jong en dacht er verder niets bij, maar van haar ging mijn hart wel sneller kloppen. En de film was natuurlijk ook geweldig. Ik denk dat ik het nog steeds leuk vind, als ik ’m nog een keer zie.’

Heb je ooit overgegeven door een film?

‘Nee. Maar ik kan wel fysiek een reactie krijgen van klein leed, kleine pijn. Zoals in CREEP uit 2004, met Franka Potente, daarin vinden de gruwelijkste martelingen plaats en die zijn zo grotesk dat ik me daar niet aan kan relateren. Maar in diezelfde film breekt ze een nagel, die scheurt in, en dat is een moment… aargh! Van die pijn die je zelf ook hebt gehad of goed in kunt denken, dat je wéét hoe naar het is. Martelscènes waar nagels uit worden getrokken, spelden onder je nagels – hm, misschien is het een thema! (lacht) Hoewel ik daar dan weer zelf niet zoveel pijnlijke ervaringen mee hebt. Nou ja, het is het geweld dat je overleeft. Kijk, onthoofdingen zijn heel naar, maar daar heb ik geen ervaring mee. De pijn die je zelf wel eens hebt ondervonden komt vele malen harder aan dan pijn die alleen grotesk is.’

Is er een film die je als kind helemaal te gek vond, maar als volwassene juist teleurstellend?

‘Nou ja, STAR TREK en DOCTOR WHO waren niet meer zo indrukwekkend als vroeger, maar het heeft me wel gevormd. Het zijn vooral de special effects die nu hilarisch slecht zijn. Er waren hooguit films die ik als kind misschien niet begreep omdat ze niet voor mij bedoeld waren, en dingen pas op hun plaats vielen toen ik de films als volwassene terugzag. Wel denk ik aan een scène uit de strip Isabelle Avondrood, waarin een aantal personages echt gigantisch grafisch wordt neergeschoten en het bloed eruit spat. Als kind dacht ik: die strip ziet er grappig uit, en dan gebeurt er dat! Op die momenten ga je weer even een stapje verder in je volwassenheid. Dat kan dus wel, in een grappig-ogende strip.’

‘In dezelfde periode dat ik die Universal-films op de Duitse televisie zag, zag ik ook RAISING CAIN van Brian De Palma, waarin John Lithgow een dubbelrol speelt. Dat vond ik heel heftig, maar ook geweldig, het waren de thrills waar ik naar op zoek was. Later vond ik het vooral vergezocht. Ik ben ook wel in slaap gevallen bij films, die ik na een tweede keer kijken juist briljant vond – RUSHMORE bijvoorbeeld, keek ik oververmoeid tijdens het Rotterdam Filmfestival en ik dacht dat die film het verdiende om bij in slaap te vallen. Maar toen zag ik THE ROYAL TENENBAUMS en moest ik RUSHMORE toch maar een tweede kans geven.’

Geef je films vaker een tweede kans?

‘Soms wel, en zeker films die me toch intrigeren of waarvan ik denk dat ik ze goed zou moeten vinden, omdat ik andere films van die regisseur wél goed vind, of dus omdat ik halverwege in slaap viel en niet genoeg heb om een gefundeerde mening op te baseren… Maar niet altijd hoor. Wong Kar-wai bijvoorbeeld, die man wordt op handen gedragen door de goegemeente maar ik kom er niet doorheen. Ik heb hem eeen paar keer een tweede kans gegeven. Op Imagine draaide ooit een film van hem over een martial arts-leraar van Bruce Lee en dat vond ik zo’n tenenkrommende, tranentrekkend slechte film dat ik dacht: oké, nu weet ik het zéker. Ik geef regisseurs wel vaker een tweede kans, maar bij hem doe ik het niet meer. Zijn films zijn gewoon een heel karwai om naar te kijken!’

 

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!