Na negen afleveringen Slagschaduw staat Jerry Veneman dus op nummer in ons algemeen klassement. CecilBDemented en Rob Henskens zakken naar een gedeelde tweede plaats.
Vanaf morgen voor iedereen een nieuwe kans met aflevering 10. De cryptische filmcolumn Slagschaduw, waarin Basje Boer opzettelijk twee genrefilms door elkaar heen beschrijft, levert altijd een fascinerende cocktail op van filmbeelden, tekstflarden en fantastische associaties. Het is even puzzelen, maar wanneer je het antwoord hieronder ziet, denk je: natúúrlijk!
Verraad in de schaduwen
Een schaduw glijdt langs de muur. De vrouw die de schaduw toebehoort stapt het licht in. Met grote ogen staart ze naar het tafereel dat zich afspeelt in het donker: een man kust een vrouw. Het raam erachter snijdt hun contouren uit.
Het stel realiseert zich met een schok dat ze betrapt zijn. Het licht pakt het gezicht van de jonge vrouw, het is haar dochter. En de man, haar echtgenoot. Verbijsterd komt de vrouw dichterbij. We verwachtten je niet, zegt haar man droogjes.
Hoe lang is dit al gaande? De dochter steekt een monoloog af, ratelt maar door over hoe de man nooit van haar, de moeder, gehouden heeft en dat zij, de dochter, zijn grote liefde is. Ze heeft gekregen wat ze wil, zegt ze. Het is nooit anders geweest. Op de achtergrond trekt de man aan zijn sigaret, zwijgend.
Met een wanhopig gebaar reikt de moeder naar de bijl in de hoek van de kamer. Haar man is met één stap bij haar. Dit lost niets op, zegt hij. Huilend laat ze de bijl vallen en rent de trap op waar ze vandaan kwam. De man keert zich naar de dochter. Wat was dat allemaal? Je bent mijn grote liefde niet, je betekent niets voor me.
De dochter, jong en mooi, bekijkt zichzelf in de spiegel voordat ze de bijl oppakt van de grond. Hee, zegt ze. De man draait zich om. Heeft hij ooit wel geweten wie ze is? Ze laat de bijl neerkomen, ze hakt schreeuwend op hem in totdat ze haar arm niet meer opheffen kan.
De bijl valt uit haar handen. Haar krijs verstomt, de spieren in haar gezicht ontspannen zich. Ze trekt haar bebloede jas uit, alleen haar gezicht is nog rood van de spetters. Ze gaat zitten. Ze steekt een sigaar op en kijkt neer op het lijk van haar minnaar. Het laatste wat hij zei, was de naam van zijn vrouw.