Nieuws
8 augustus 2023

In Memoriam William Friedkin

Op 7 augustus is William Friedkin op 87-jarige leeftijd overleden. De regisseur van THE FRENCH CONNECTION (1971) en THE EXORCIST (1973) zal herinnerd blijven worden als een tegendraads genie.

De in 1935 geboren Friedkin regisseerde op zijn achttiende al live-shows voor het televisiekanaal WGN-TV, maar werd naar eigen zeggen pas cinefiel toen hij op zijn vijfentwintigste CITIZEN KANE zag. Zijn filmcarrière begon met enkele documentaires, waaronder THE PEOPLE VS. PAUL CRUMP (1962, Friedkins debuut over een gevangene op death row) en THE THIN BLUE LINE (1966, over de politie). In 1967 maakte hij zijn eerste fictiefilm, de malle musicalkomedie GOOD TIMES met Sonny en Cher. ‘Ik heb betere films gemaakt,’ zou hij er later over zeggen, ‘maar ik heb nooit zoveel plezier gehad.’

Hierna volgde een project dat meer aansluit bij hoe we Friedkin kennen: het zwartkomische drama THE BIRTHDAY PARTY (1968), naar het gelijknamige toneelstuk van Harold Pinter. ‘De eerste film die ik echt wilde maken,’ noemde Friedkin hem. Hij maakte nog een musicalkomedie, THE NIGHT THEY RAIDED MINSKY’S (1968) en nog een toneelverfilming, THE BOYS IN THE BAND (1970), naar het stuk van Matt Crowley. Laatstgenoemde film was een van de eerste grote Amerikaanse films met homoseksuele hoofdpersonages. Ook leuk: de eerste Amerikaanse mainstreamfilm waarin het woord cunt gebruikt wordt. Met name met zijn theaterbewerkingen maakte Friedkin zich onderdeel van de New Hollywood-beweging, waarin de visie van de regisseur belangrijker werd dan die van de studio.

Zijn grote doorbraak kwam in 1971 met THE FRENCH CONNECTION. Geïnspireerd door zijn ervaringen met THE THIN BLUE LINE en door de Franse politieke thriller Z (1969) besloot Friedkin de op feiten gebaseerde politiefilm te draaien als een documentaire. Die aanpak leidde onder meer tot een van de meest legendarische achervolgingsscènes aller tijden, zonder vergunning opgenomen tussen het verkeer in Brooklyn.

Schrijver William Peter Blatty was onder de indruk van het realisme van THE FRENCH CONNECTION en zag in Friedkin de ideale regisseur voor de geplande verfilming van zijn roman The Exorcist (1971). Friedkin zou dit (volgens de diepgelovige Blatty) realistische verhaal recht kunnen doen. Studio Warner Bros. zag dat in eerste instantie niet zitten, maar ging akkoord met Blatty’s voorstel toen THE FRENCH CONNECTION een enorm kassucces werd en Oscars voor onder meer beste film en beste regisseur won.

Friedkin heeft altijd gezegd dat hij THE EXORCIST niet als horrorfilm benaderde. De kracht van de film zit hem dan ook in de volstrekt natuurlijke stijl. Dit was een horrorfilm die publiek dat normaalgesproken neerkeek op het genre serieus kon nemen. THE EXORCIST werd geen hit, maar een fenomeen. Een film waar iedereen het over had en waarvoor mensen bereid waren uren in de rij te staan (waarna enkele van hen brakend de zaal verlieten). Hij staat nog altijd in de top 10 meest succesvolle bioscoopfilms in de Verenigde Staten als we rekening houden met inflatie.

Na Friedkins grootste succes volgde de eerste van vele flops. Met SORCERER (1977), over vier mannen die met gevaar voor eigen leven een enorme lading dynamiet vervoeren, bewerkte hij het boek Le Salaire de la peur (1950) (Friedkin noemt Henri-Georges Clouzots gelijknamige verfilming uit 1953 een grote inspiratiebron voor zijn gehele carrière, maar heeft altijd gezegd dat zijn film geen remake is). De regisseur rekende SORCERER tot zijn persoonlijke favorieten, maar de film wist wereldwijd nog niet de helft van het budget van 21 miljoen terug te verdienen. Inmiddels wordt het bloedspannende SORCERER door velen als een van Friedkins meesterwerken gezien.

De regisseur wijtte het floppen van SORCERER aan het tegelijk draaiende STAR WARS. Het tij was duidelijk aan het keren: ook New Hollywood-metgezel Martin Scorsese had in 1977 een tegenvaller met NEW YORK, NEW YORK. Een paar jaar later waren er ook enorme flops voor Francis Ford Coppola (ONE FROM THE HEART, 1980) en Michael Chimino (HEAVEN’S GATE, 1982), terwijl George Lucas en Steven Spielberg de dienst uitmaakten met luchtige avonturenfilms. De tijd van auteurs als Friedkin leek voorbij.

Ook zijn misdaadkomedie THE BRINK’S JOB (1978) flopte. CRUISING (1980), over een seriemoordenaar die zijn jachtgebied maakt van homonachtclubs, was tijdens de opnamen al controversieel vanwege de stigmatigerende portrettering van homo’s. De acties van rechtenbewegingen zijn veel besproken, maar alsnog werd CRUISING geen hit.

Na de eveneens financieel teleurstellende komedie DEAL OF THE CENTURY (1984) beleefde Friedkin zijn terugkeer met TO LIVE AND DIE IN L.A. (1985), een film die je zou kunnen zien als zijn eigen jaren-tachtig-antwoord op THE FRENCH CONNECTION, inclusief spectaculaire auto-achtervolging.

Het succes bleek van korte duur, want hierna volgde weer een reeks flops, die Friedkin zelf ook beschouwde als dieptepunten in zijn carrière: misdaaddrama RAMPAGE (1987), horrorfilm THE GUARDIAN (1990) (die inmiddels wel een bescheiden cultpubliek heeft gevonden) en basketbaldrama BLUE CHIPS (1994). Ook de erotische thriller JADE (1995) deed het commercieel en kritisch rampzalig, maar Friedkin zelf vond de film een van zijn beste.

De oorlogsfilm RULES OF ENGAGEMENT (2000) deed het een stuk beter aan de kassa, maar werd door de pers niet best ontvangen. Friedkin verdedigde zich tegen de beschuldigingen van racisme om de manier waarop de film Arabieren in beeld brengt. Met de actiethriller THE HUNTER (2003) maakte hij opnieuw een film die minder opbracht dan z’n budget en door critici met de grond gelijk gemaakt werd.

‘Misschien was mijn talent wel tijdelijk,’ zei Friedkin eens, en het leek er inderdaad op dat de regisseur het verleerd was. In 2006 maakte hij echter zijn sterkste film sinds TO LIVE AND DIE IN L.A. met de beklemmende paranoiathriller BUG, naar het gelijknamige toneelstuk van Tracy Letts, die ook tekende voor het scenario. De beperking (het verhaal speelt zich grotendeels af in een motelkamer) leek het creatieve vuur in de regisseur weer aangewakkerd te hebben. Friedkin was overigens erg tevreden dat er in Cannes een relletje om de film ontstond: ‘Ik hoopte ten minste op een reactie die deed denken aan de eerste voorstelling van Stravinski’s Le Sacre du printemps.’

De samenwerking met Letts leverde nóg een hoogtepunt op: de zwartkomische thriller KILLER JOE (2011), met Matthew McConaughey als angstaanjagende huurmoordenaar. Naar aanleiding van deze film sprak Roel Haanen de regisseur voor Schokkend Nieuws. Lees hier de complete, Engelstalige versie van dat interview.

Friedkins laatste film, het rechtbankdrama THE CAINE MUTINY COURT-MARTIAL (naar het gelijknamige toneelstuk van Herman Wouk uit 1953), gaat in september dit jaar in première op het Filmfestival van Venetië. Opnieuw een toneelbewerking: gezien Friedkins eerdere werk in die categorie stemt dat alvast hoopvol.

We zeggen vaarwel tegen een pionier die nooit in een hokje te plaatsen was; een New Hollywood-held die een onuitwisbare invloed op zowel het horror- als het misdaadgenre heeft gehad; en een enorm eigenwijze kunstenaar die ook op latere leeftijd nog wist te onthutsen en choqueren.

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!