Rutger hauer
Rutger hauer
Nieuws
25 juli 2019

I.M. Rutger Hauer

Rutger HauerR.I.P. | ‘Als je mij vraagt waar mijn voorkeur naar uitgaat, dan vind ik grootsheid wel een mooi woord. Het vermogen om boven jezelf uit te stijgen.’ Aldus Rutger Hauer, vrijdag jl. overleden op 75-jarige leeftijd. Oud is hij niet geworden, groots zal hij altijd blijven.

Begin 1990 interviewde ik Rutger Hauer voor muziekblad Oor. De aanleiding was SALUTE OF THE JUGGER (1989) van regisseur/scenarist David Webb Peoples. Een best aardige maar verre van memorabele MAD MAX-viariant met Hauer als rondreizende gladiator in een post-apocalyptische wereld. Misschien was het een vriendendienstje aan de man die als scenarist medeverantwoordelijk was voor Hauers definitieve Amerikaanse doorbraak in BLADE RUNNER (1982) en later de film schreef die de Nederlander koppelde aan Michelle Pfeiffer in LADYHAWKE (1985). ‘Het is een heel ruig soort film en tegelijk heeft het een heel gevoelig hart,’ lichtte Hauer zijn keuze toe. Geïnterviewd naar aanleiding van Hauers dood door Nieuwsuur, wees voormalig NRC-recensent Hans Beerekamp op Hauers staalblauwe ogen die tegelijk iets zachts uitstraalden. Tja, wat maakt een acteur tot ster? Hauer bezat dat mysterieuze gen, als enige Nederlandse filmacteur. Ruig, met een gevoelig hart, en die kwaliteit waar de Fransen zo’n fraaie uitdrukking voor hebben: het mysterieuze je ne sais quoi.

Bij die eerste ontmoeting waren het vooral Hauers handen die indruk maakten. Zo breed en stevig was ik ze nog niet eerder tegengekomen. ‘Waar de Hand verschijnt, wordt blindelings gehoorzaamd,’ noteerde ik nogal pathetisch. Bijna dertig jaar later leest het interview als het verslag van een gesmeerd lopend gesprek. In werkelijkheid had ik het voorbereid als een brugpieper die er door de schoolkrant voor het eerst op uit is gestuurd. Na een kwartier, ongeveer de helft van de mij toebedeelde tijd, had ik mijn keurig chronologisch geordende lijstje afgewerkt en klapte ik volledig dicht. Al pijnlijk op zich, maar Hauer maakte het nog erger met een ongeduldig (en terecht) ‘Nou, vraag maar wat.’ Mijn eerste journalistieke trauma was een feit. In het stuk doe ik overigens alsof mijn neus bloedt. De ster schudt de interviewer de hand ten afscheid. Met de nodige literaire overdrijving zet ik me schrap voor vingers die vermalen zullen worden als ‘een goudvis in de bek van een haai’. Maar: ‘De werkelijkheid valt tegen, of mee, het is maar hoe je het bekijkt. Het was geloof ik niet eens een stevige handdruk.’ Of hier iets in algemene zin over het verschil tussen mythe en werkelijkheid wordt beweerd, of dat ik mijn afgang met een stoer praatje probeerde te maskeren – de lezer mag het voor zichzelf uitmaken.

In 1990 had Hauer, op 46-jarige leeftijd, zijn belangrijkste wapenfeiten wel zo’n beetje afgeleverd. Belangrijkste bekroning: een Golden Globe voor zijn rol in het Tweede-Wereldoorlogdrama ESCAPE FROM SOBIBOR uit 1987. Hij wisselde Europese arthousefilms af met Amerikaans actiewerk en had sinds 1985, het jaar van FLESH + BLOOD, niet meer samengewerkt met Paul Verhoeven. Van de drie films die ze na beider doorbraak met de legendarische tv-serie FLORIS (1969) hadden gemaakt, behoren er twee tot de commercieel en artistiek meest succesvolle Nederlandse films aller tijden: TURKS FRUIT (1973) en SOLDAAT VAN ORANJE (1977). Maar eenmaal gearriveerd in de VS gingen de carrières voorgoed gescheiden wegen. Hauer zag geen rol voor zichzelf weggelegd in ROBOCOP; had TOTAL RECALL daarentegen wél willen doen, ware het niet dat Arnold Schwarzenegger, de meest bankable actiester van dat moment, hem het gras voor de voeten wegmaaide. Niet dat er sprake was van een bekoelde relatie, zeker niet van de kant van Verhoeven, die in een reactie op Hauers overlijden aan het AD liet weten: ‘Rutger was voor mij wat Marcello Mastroianni voor Fellini was, een alter ego. Ik herinner mij alleen maar mooie dingen, ook al waren er echt wel eens spanningen. Maar dat hoort erbij. Bij elke film dacht ik: welke rol kan Rutger dit keer spelen?’

Flash forward naar 2011, mijn voorlaatste jaar als artistiek directeur van het Imagine Film Festival. Na de nodige onderhandelingen is het gelukt Rutger Hauer te strikken voor het in ontvangst nemen van de Career Achievement Award. De ster heeft iets te promoten, dat helpt. HOBO WITH A SHOTGUN, waarin hij de hoofdrol speelt, is de openingsfilm. Trashy exploitation met een moddervette knipoog, gebaseerd op een neptrailer bij de Tarantino/Rodriguez-double bill GRINDHOUSE. Met Hauer als een wreker in de traditie van Harry Callahan, Paul Kersey en Travis Bickle, maar dan gehuld in vodden en met genoemde shotgun in de aanslag vanachter een winkelkarretje. Een uurtje of wat voorafgaand aan de uitreiking krijg ik een telefoontje. Het is de grote man zelf: hij heeft zich verdekt opgesteld in een portiek, achter een goudkleurige smartcar, vlakbij de ingang van theater Kriterion, waar het inmiddels wemelt van journalisten en fotografen. Nadat ik een breed grijnzende Hauer heb gevonden, lopen we samen de verzamelde pers tegemoet. Het inmiddels opgeheven, gratis in treinen verspreide dagblad Spits, toentertijd hoofdsponsor van het festival, maakt de volgende impressie:

Twee weken na het festival ontvang ik een sms’je uit Kaapstad. Hauer wil nog even extra bedanken voor het warme onthaal dat hem in Amsterdam ten deel viel. Ik smelt. De grootste Nederlandse filmster, die een film koos omdat die ruig was maar ook een gevoelig hart had, die als replicant Roy Batty in BLADE RUNNER nota bene zijn belangrijkste tegenstander het leven redt, blijkt ook in werkelijkheid de meest genereuze festivalgast die je je maar kunt indenken. Twee weken eerder, na het in ontvangst nemen van Imagine’s Career Achievement Award, besloot hij zijn dankwoord met ‘Dat pensioenverhaal… dan denk ik van: shut the fuck up.’ En hij hield ook niet op. Tot het niet meer kon. Laat het applaus dat na dat dankwoord losbarstte nog maar even doorgaan. Voor de charismatische acteur, de man van de staalblauwe ogen met zachte uitstraling, en van de handen als kolenschoppen. De onsterfelijke filmheld die zolang zijn films te zien zijn gelukkig voor altijd de vloer zal aanvegen met ‘dat pensioenverhaal’.

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!