Nieuws
15 april 2018

Filmconcert Frankenstein: niets is heilig

FrankensteinIMAGINE 2018 | Imagine organiseert een bijzonder (reeds uitverkocht) filmconcert: op maandag 16 april toont het festival FRANKENSTEIN (1931) met live muzikale begeleiding van Kevin Toma en geluidseffecten van foley artist Ronnie van der Veer. Ergens merkwaardig: FRANKENSTEIN is een geluidsfilm waarin bijna geen muziek te horen is.

Dat is niet ongebruikelijk in de talkies van pakweg 1929 tot 1931. De vroege dagen van de geluidsfilm waren voorbij. Het was duidelijk dat gesynchroniseerde dialogen geen voorbijgaande hype waren. Maar wat doen we met muziek? De technologische ontwikkelingen richten zich vooral op het opnemen van de stem. Scenaristen, acteurs en regisseurs deden hun best op dialogen. Zou muziek daar niet van afleiden? Filmcomponist Max Steiner dacht dat het publiek een film waarin gepraat werd én muziek klonk niet zou accepteren: waar komt die muziek dan vandaan? Bovendien was het duur en lastig om een score te synchroniseren met het beeld.

Dat laatste is waarschijnlijk de voornaamste reden dat er in FRANKENSTEIN na de openingstitels geen muziek te horen is. Dat gold ook voor de eerste horrorfilm met geluid, DRACULA (1931). Daarin werd een stukje van Tsjajkovski’s Zwanenmeer gebruikt; voor de opening van FRANKENSTEIN schreef Universals componist Bernard Kaun een nieuw thema.

Zowel DRACULA als FRANKENSTEIN zijn niet direct gebaseerd op het boek waaraan ze hun titel ontlenen, maar op een toneelbewerking ervan. Aan DRACULA is dat goed te zien. Regisseur Todd Browning plaatst zijn acteurs vaak allemaal met hun gezicht naar de camera, alsof ze op een podium staan. Dan kan James Whale beter overweg met een filmcamera. Neem de onthulling van Frankensteins monster (Boris Karloff): hij komt achterwaarts de kamer binnen en draait zich dan om, zodat we zijn gezicht uit de schaduw zien komen. Dan twee axial cuts: de camera ‘springt’ dichterbij. Pats, pats, en we zitten dicht op die doodse kop. Je hoort de dramatische violen er haast bij. Maar ze klinken niet.

Juist omdat Whale de filmische taal van het horrorgenre zo goed beheerst – deels uitvond – voelt de afwezigheid van muziek in FRANKENSTEIN vreemder dan in DRACULA. Dat is een gefilmd toneelstuk; FRANKENSTEIN is een film. Je verwacht een score die even spectaculair is als Whales composities en contrastrijke belichting. Toch is het nooit een probleem dat die er niet is. De stilte draagt juist bij aan de sombere, kille sfeer van de film. Bovendien maakt Whale briljant gebruik van geluidseffecten – voetstappen, bliksem, scheppen – die zonder muzikale omlijsting sterker klinken.

Is het dan wel een goed idee om de film te vertonen met live muziek? Natuurlijk. Films mogen best levende kunstwerken zijn. Een cynicus zou zeggen: het is alsof je een snor tekent op de Mona Lisa. Maar dat deed Marcel Duchamp in 1919, en zijn tekening werd beroemd. Ik wil maar zeggen: FRANKENSTEIN is een van de belangrijkste films aller tijden, maar in de kunst is niets heilig, en nieuwe interpretaties zijn altijd welkom. Bij filmconcerten is er altijd een interessant spanningsveld tussen de film, dat onveranderlijke object, en de live muziek, waarin alles kan gebeuren. Bij een film die niet gemaakt is om met muziek vertoond te worden, wordt dat alleen maar spannender.

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!