Nieuws
28 januari 2005

Een enthousiaste hobbyist

In They Came From Within: A History of Canadian Horror Cinema doemt het beeld op van een land waarvan de filmhistorie een frappante gelijkenis vertoont met die van Nederland. Zo stond de speelfilm er decennia lang in beduidend lager aanzien dan de documentaire en zorgde een belastingmaatregel voor privé-investeerders in de jaren rond 1980 voor de productie van een ongekende hoeveelheid rommel. Tel daarbij op de spreekwoordelijke beleefdheid van de Canadezen en de eeuwige underdogpositie ten opzichte van onderbuur de Verenigde Staten, en de meewarige houding waarmee auteur Caelum Vatnsdal zijn onderwerp het hele boek door benadert, lijkt voldoende gemotiveerd.

De haat/liefde-verhouding tussen Canada en de horrorfilm wordt treffend gepersonifieerd door de man die als pionier van het genre kan worden aangemerkt, Julian Roffman, producent/regisseur van THE MASK (’61). De film, over een behekst Aztekenmasker waarvan de hallucinerende werking door het publiek in 3-D kon worden ondergaan, werd door de maker zelf niet al te serieus genomen. Roffmans hart lag bij de geëngageerde documentaire. Of, zoals een tijdgenoot wist te melden: ‘In de toekomst hoopt hij zich toe te leggen op de problematiek van werklozen, mensen aan de zelfkant en bejaarden.’ Niettemin dook Roffman twaalf jaar later op als producent van de volbloed-horrorfilm THE PYX. Maatschappelijke betrokkenheid en een rokende schoorsteen zijn nu eenmaal geen makkelijk verenigbare grootheden.

Vanaf 1967 begon de regering zich via de Canadian Film Development Corporation (CFDC) actief te bemoeien met het bevorderen van de commerciële filmproductie. Het initiatief stuitte in behoudende kringen op verzet, omdat commercie synoniem werd geacht met het klakkeloos nabootsen van het Amerikaanse model. Daarmee zou de overheid niet alleen de nationale identiteit van de Canadese film ondergraven, maar ook de vooraanstaande positie van de documentaire. Het ironische aan Vatnsdals boek is dat het gelijk van de sceptici op vrijwel iedere bladzijde bevestigd wordt. Hoe vergevingsgezind de schrijver zich ook opstelt, feit blijft dat het aantal geslaagde pogingen een heuse speelfilmcultuur uit de grond te stampen ruimschoots achterbleef bij het aantal zeperds. En ja, het gevreesde imiteren van Hollywoodvoorbeelden nam daarbij inderdaad een hoge vlucht. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig grepen films over duivelaanbidding, zoals THE REINCARNATE (’71) en THE PYX (’73), terug op Polanski’s ROSEMARY’S BABY. Tien jaar later maakte eerder genoemde belastingmaatregel de weg vrij voor een overproductie van slashers, naar model van HALLOWEEN en FRIDAY THE 13TH. Vatsndal koestert een handjevol van die films als guilty pleasures, zoals PROM NIGHT (’80), HAPPY BIRTCHDAY TO ME (’80), TERROR TRAIN (’80) en MY BLOODY VANLENTINE (’82), maar het mag duidelijk zijn dat de enige Canadese filmmaker die er rond 1980 werkelijk toe deed David Cronenberg was. Niet dat de Canadese pers bij diens sensationele entree meteen de vlag uitstak. Toen de regisseur zijn speelfilmdebuut SHIVERS (’75) voorvertoonde aan een journalist die waarderend over zijn eerdere korte films STEREO en CRIMES OF THE FUTURE had geschreven, beloonde deze de geste met een vernietigende recensie onder de kop ‘You Should Know How Bad This Film Is. After All, You Paid For It’. In het voorlaatste hoofdstuk van het boek wordt in één grote greep de periode 1983-1999 in kaart gebracht. Aan anekdotes over sympathieke amateurs, geldbeluste prutsers en het tot kortstondig sterrendom geroepen heay-metal-fenomeen Jon-Mikl Thor geen gebrek, maar de goede films zijn nog steeds op de vingers van één hand te tellen – en ze zijn bijna allemaal van Cronenberg. Toch gloort er licht aan het einde van de tunnel. Met de GINGER SNAPS-serie (2000-’04) lijkt een authentieke Canadese franchise gecreëerd, terwijl het buitenissige oeuvre van Guy Maddin (DRACULA: PAGES FROM A VIRGIN’S DIARY, 2001) in cinefiele kring veel waardering oogst.
They Came from Within is vooralsnog de enige uitvoerige studie over de Canadese horrorfilm en in die hoedanigheid dus (voorlopig) onmisbaar voor de liefhebber. Maar dat betekent niet dat het boek aan die status veel gezag mag ontlenen. Als het gros van de hier besproken filmmakers ontpopt Vatnsdal zich al snel als een enthousiaste hobbyist, die compositorisch weinig greep op zijn materiaal heeft. Halverwege verzandt zijn overzicht in een integraal oplepelen van titels, waarbij, ongeacht het belang van de film zelf, het zo uitgebreid mogelijk weergeven van de plot prioriteit heeft. Tja, waarom dan niet gewoon gekozen voor de vorm van het naslagwerk, naar analogie van John McCarty’s Splatter Movie Guide of Michael Weldons Psychotronic Video Guide?

Uit: GEBREKKIG PIONIERSWERK, een bespreking van het filmboek They Came From Within: A History of Canadian Horror Cinema, door Phil van Tongeren. Het complete artikel staat in SN #65, nu te koop in de kiosk of via deze website.

28 januari 2005

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!