1. Het verdoemde eiland
Stanley kreeg na het cultsucces van HARDWARE en DUST DEVIL de kans om een grote film te maken. Hij wou zich wagen aan een adaptatie van H.G. Wells’ klassieke fantastische roman over Dr. Moreau die op een eiland allerlei vreemde experimenten uitvoert op mensen en dieren. Marlon Brando zou de gekke dokter spelen en Val Kilmer de held. Stanley had ambitieuze plannen, maar zijn visie sneuvelde door productieproblemen en zijn slechte band met de arrogante Kilmer die zich gedroeg als een diva. Stanley trok zich steeds meer terug. De studio voelde de bui al hangen en liet de ervaren regisseur John Frankenheimer de film afmaken. Hij kwam echter aan op een chaotische set waar figuranten in mutantenkostuums aan het feesten waren en Brando gecharmeerd was van een dwerg. Stanley had zich iets verderop verscholen en keek stiekem mee hoe de productie een fiasco werd. Je kunt het hele bizarre verhaal terugzien in de documentaire LOST SOULS: THE DOOMED JOURNEY OF RICHARD STANLEY’S ISLAND OF DR. MOREAU.
2. De ultieme sci-fi trip die werd uitgesteld
Op papier klonk het fantastisch. Alejandro Jodorowsky die Frank Herberts DUNE zou verfilmen. De Franse producent was al helemaal enthousiast en probeerde het geld bij elkaar te krijgen. Castinggesprekken waren in volle gang met Mick Jagger, Orson Welles en Salvador Dali. Striptekenaar Moebius tekende een fantastisch storyboard en H.R. Giger ontwierp onwerkelijke sets. Je krijgt een goed beeld van het hele proces in de prachtige docu JODOROWSKY’S DUNE. Het was helaas allemaal te hoog gegrepen, wat blijkt uit de openhartige woorden van de charismatische Jodorowsky. De studio’s wilden geen peperdure geestverruimende film die hetzelfde effect zou hebben als LSD. De film zou later door David Lynch gemaakt worden en floppen.
3. Regisseurs in de clinch
De onlangs overleden Tobe Hooper had een lastige creatieve relatie met Steven Spielberg op de set van POLTERGEIST. Beiden werkten aan een script over een huis dat wordt geplaagd door paranormale activiteiten. Hooper zou de film regisseren, maar Spielberg kon het niet laten om zich met het project te bemoeien. Hij zou alle storyboards hebben getekend en ook op de set aanwijzingen hebben geven als Hooper onduidelijk was. Wie het oeuvre van Hooper kent moet natuurlijk bekennen dat het allemaal vrij tam is in vergelijking met THE TEXAS CHAIN SAW MASSACRE of FUNHOUSE. De uiteindelijke cut die Hooper inleverde werd door Spielberg opnieuw gemonteerd. De film kreeg wel een regisseurscredit op naam van Hooper, terwijl Spielberg als producent vermeld stond. De problemen over het auteurschap van de film leidden tot een onderzoek van de Director’s Guild of America om te achterhalen of Spielberg niet een te grote vinger in de pap had gehad. Spielberg reageerde daarop door in een brief die openlijk werd gepubliceerd aan te geven dat Hooper de touwtjes in handen had. Toch is de film in zijn inhoud en look wel klassieke Spielberg. Die familievriendelijke setting contrasteert enorm met de nare vleselijkheid die je van Hooper kan verwachten.
4. Egocentrische eikel
Er zijn ook van die gevallen dat een debuutfilm van een gehypete regisseur door de studio in de steek wordt gelaten. Toen barman Troy Duffy met zijn grote bek Harvey Weinstein zover kreeg om zijn film BOONDOCK SAINTS te financieren leek het een droomproject te zijn. Duffy werd door de media omgedoopt als de nieuwe Tarantino wat zijn ego een enorme boost gaf. Naast een scriptcredit wilde hij ook in de regiestoel zitten en met zijn band The Brood de soundtrack maken. Zoals uit de onthullende documentaire OVERNIGHT blijkt was Duffy een regelrechte nachtmerrie om mee samen te werken. Verbaal agressief en overtuigd van zijn eigen gelijk. Het duurde niet lang voordat hij vriend en vijand in het harnas joeg. Tijdens het filmen wordt de relatie met Weinstein ondragelijk. Die besluit om de film niet meer te steunen, waardoor deze een beperkte videorelease krijgt. Duffy’s prille carrière in Hollywood is daarmee vernietigd.
5. De prijs van een obsessie
Je hebt ook van die perfectionisten die nooit klaar zijn met hun film. In 1964 werkte de Franse regisseur Henri-Georges Clouzot (DIABOLIQUE) aan het script van L’ENFER over een man wiens jaloezie verstikkende vormen aanneemt. Zijn verleidelijke vrouw, die hij van overspel verdenkt, wordt gespeeld door Romy Schneider. Als Clouzot aan de film begint zijn de resultaten indrukwekkend. De psychedelische beelden die hij gebruikt om de labiele toestand van de man te illustreren zijn fenomenaal, maar van de rest van de film komt weinig terecht. In de bijzondere documentaire L’ENFER HENRI-GEORGES CLOUZOT zien we hoe Clouzot langzaam de draad kwijt raakt terwijl de productie uit de hand loopt. De film werd uiteindelijk niet gemaakt, maar wat beklemmende beelden zijn gelukkig nog overgebleven.