Aflevering 1. ‘Frack You!’
Inderdaad, ik bevind me weer op de Comic-Con, Amerika’s grootste strip-, film-, game- en gadgets-conventie. De plek waar je met 130.000 andere geeks zo nerderig kan zijn als je maar wilt, waar ik mijn ‘Frack You’ T-shirt aan kan en iedereen weet wat dat is, waar mijn oude She-ra-poppetjes achter glas staan opgesteld en waar ik jaarlijks vier dagen lang mijn ogen uitkijk. In het 42ste jaar is de San Diego Comic-Con populairder dan ooit. Kaartjes gingen in februari al in de verkoop en waren binnen acht uur uitverkocht.
‘The Floor’, zoals de grote conventiehal wordt genoemd, is weer één grote pop culture-ontploffing. Striptekenaars en schrijvers zetten hun handtekeningen op boeken en posters, game-fabrikanten laten je het nieuwste van het nieuwste uitproberen, studio’s promoten hun aankomende films en televisieseries en overal worden Comic-Con exclusives aangeboden. Alles wat je ooit had willen hebben is hier te koop.
Het is hier net zo druk als op Koninginnenach. Deze mensen zijn alleen niet in het oranje gehuld, maar gaan verkleed als superheld of animepersonage. Het zijn kostuums waar ze soms nét niet helemaal inpassen, maar wat geeft het? Iedereen is er zo weg van, dat het zelfvertrouwen nieuwe hoogtepunten bereikt. Normaal gesproken is het voor vrouwen vrij ongemakkelijk als je iemand tegenkomt die hetzelfde aan heeft als jij. Hier zoeken gelijkgeklede vrouwen elkaar juist op voor een Slave Girl Lea Party – en verwezenlijken zo de natte droom van menige mannelijke conventieganger.
Een ietwat ongemakkelijk kijkende televisieverslaggeefster vraagt aan een man in het zwart wat hij zo leuk vindt aan Comic-Con. Ik draai me om en kijk naar zijn gezicht. Hij is verkleed als Venom. Zijn hele gezicht wordt bedekt door een masker. Hij antwoordt: ‘Aahggrhaassss’.
Beste kostuum dit jaar was wat mij betreft een vader gekleed in Luke Skywalker traingsoutfit. Op zijn rug droeg hij zijn kind: een baby met grote Yoda oren . Voor het eerst in mijn leven dat ik opeens de aandrang voelde kinderen te krijgen.
(Foto’s: Micah Baskir)