Willem de Beukelaer wordt dit jaar door het Nederlands Film Festival bekroond als NFF Master. Een mooie aanleiding voor Schokkend Nieuws om eens te gaan praten met dé stuntcoördinator van Nederland – die bovendien ook zelf (horror)filmplannen heeft!
Met bijna driehonderd speelfilms op het conto is Stuntteam Hammy de Beukelaer een begrip in de Nederlandse filmwereld: NEW KIDS TURBO, MINDHUNTERS, SINT, VET HARD, DE HEINEKEN ONTVOERING, LOFT, MOORDWIJVEN, QUIZ, FORTRESS 2… de lijst is lang. Vader Hammy deed al in 1969 stunts in Paul Verhoevens televisieserie FLORIS. Wendy Vrijenhoek, een van de vele stuntlui in dienst van het team, interviewden we al in Schokkend Nieuws #112; nu dus een gesprek met de huidige baas van het spul, Willem de Beukelaer.
Je bent geen onbekende van het Nederlands Film Festival. In 2008 ontving Stuntteam Hammy de Beukelaer een Special Juryprijs. Nu zit je hier als NFF Master. Wat houdt dat in?
“Het betekent dat je totaal in de belangstelling staat. Dat is nieuw voor mij, want ik heb dertig jaar geprobeerd om niet in de belangstelling te komen. We worden maandelijks gevraagd voor kranten of televisieprogramma’s, maar dat gedoe hoeft voor mij niet. Als je dat in mijn beroep gaat doen, dan word je Bassie en Adriaan. Ik moet wel echt iets te vertellen hebben. Nu het bedrijf vijftig jaar bestaat, is dat een goede aanleiding. Ik vond het ook een eer dat ik door het NFF werd gevraagd.”
Je vader richtte het stuntteam in 1956 op. Wanneer wist je dat jij dit ook wilde doen?
“Ik liep als jongen al geregeld rond op sets met mijn vader. Toen ik twintig was maakte mijn vader een filmpje voor Veilig Verkeer Nederland en daar zag ik een stuntman die het niet goed deed en zichzelf flink bezeerde. Dus ik vroeg of ik de tweede take mocht doen. Het was even discussie, maar ik heb – onder protest van mijn vader – de stunt mogen doen en dat ging in één keer goed.”
Je staat overal bekend als stuntcoördinator, maar je bent begonnen als stuntman?
“Ja, ik heb zestien jaar lang zelf de stunts gedaan. Maar op 38-jarige leeftijd was ik er klaar mee. Het is echt topsport – en ik haat sporten. Maar ja, als je meer dan 150 keer met een auto tegen iets aanbotst, moet je fysiek wel goed in elkaar zitten.”
En na zestien jaar was je wel klaar met botsen?
“Ik was daarnaast ook al stuntcoördinator en ik vond het regelen en coördineren soms eigenlijk leuker. Als stuntcoördinator lees je de scripts, moet je alles interpreteren en ga je daarna met de mensen van camera, regie en productie praten. Dan ga ik poppetjes neerzetten, wie voor welke stunt geschikt is. Op de set zelf sta ik met mijn handen in mijn zakken. Zodra ik mijn handen uit mijn zakken moet halen, is er iets mis. Maar dat komt zelden voor.”
Eén van de sets waarop je onlangs stond was die van PROOI van Dick Maas.
“Ja, die heb ik net gezien op het festival. Geweldig, zeker voor Schokkend Nieuws-lezers: het is honderd procent vermaak. Ik mag er niet teveel over vertellen, maar het gaat over een leeuw in Amsterdam, dus dan kun je er qua stunts wel wat bij voorstellen. Ik werk al sinds DO NOT DISTURB met Dick samen.”
Die biedt qua stunts waarschijnlijk genoeg uitdagingen?
“Dick wil inderdaad vaak complexe stunts, net als Paul Verhoeven. Die hebben zoveel verstand van ons vak dat je echt op scherp gezet wordt; dan moet je leveren. Voor iemand als Paul is ‘nee’ geen antwoord. Hij zegt precies hoe hij het wil draaien en dan moeten we het gaan regelen. Je moet met dergelijke mannen ook weten waar je over praat. Als je onvoorbereid met hen aan tafel gaat zitten, slachten ze je af. Je moet hun script het liefst drie keer gelezen hebben, want de strikvragen krijg je ook!”
En uiteraard heb je meegewerkt aan BRIMSTONE van Martin Koolhoven.
“Ja, daar ben ik heel benieuwd naar. Er zitten een paar enorme vuurstunts in, met name iemand die stilstaat en daarna door een raam naar buiten wordt geslingerd. Dat was heel moeilijk. Martin komt dan met voorbeelden van andere films en vertelt precies hoe hij het wil gaan draaien.”
Naast stunts ben je nu ook gaan regisseren.
“Die ambitie heb ik al een tijd. In 2012 heb ik mijn korte film KROOST gemaakt en mijn tweede korte film CUT OUT ging op 24 september op het festival in première. Regie is echt fucking zwaar, maar het is het mooiste wat er is. De meeste filmmakers komen op jonge leeftijd met hun debuutfilm, maar ik heb de jarenlange ervaring als stuntcoördinator. Over filmlogistiek kun je me niets vertellen wat ik nog nooit gehoord heb.”
Interessant voor ons genreliefhebbers: je hebt met Ariel Castillo en Philip Michael Howe het productiebedrijf They Film Features opgericht.
“Ja, met They Film Features zetten we in op Engels gesproken horror. Ik wil graag genrefilms maken. Je moet mij geen film laten maken over drie mensen die filosoferen over het leven, dat wordt helemaal niks. Er moet wel wat gebeuren!”
Wat kunnen we verwachten?
“We hopen begin volgend jaar in productie te gaan met UNDER THE BRIDGE van Harrie Verbeek. Er zijn inmiddels al acteurs aan verbonden, waaronder Udo Kier. Ik ben executive producer – oftewel, ik mag lekker op een terras zitten en erover lullen. Maar ik ben ook als stuntcoördinator betrokken en ga de second unit regisseren.”
En las ik nu goed dat jij zelf een zombiekomedie gaat regisseren?
“Ja, dat klopt. GOLD FEVER wordt een zombiekomedie, en ik ga regisseren. De film gaat over de cosmetische industrie, maar begint in 1952 in een goudmijn en dat gaat helemaal de verkeerde kant op. Ik hoop dat we in 2018 kunnen beginnen, het script is in ieder geval af en dat wordt naar readers in Amerika gestuurd voor commentaar. Wat je van hen terugkrijgt is overigens vaak niet mals, die lui zijn kogelhard. Ik denk vaak: kun je dat niet iets vriendelijker zeggen? Maar het is nuttig en het wordt sowieso een waanzinnig project met een hoop gekkigheid. We willen vooral qua stunts met GOLD FEVER enorm gaan uitpakken. Dus ook perfect voor jullie lezers: bloed, dood en verderf!”
