INTERVIEW

‘Zo grijs, zo koud, zo Engels’

Ghost StoriesEen mooie Britse traditie: de port-manteau-horrorfilm. Vier tot zes korte griezelverhalen binnen een raamvertelling. Jeremy Dyson en Andy Nyman blazen het genre nieuw leven in met hun film GHOST STORIES, die op het Imagine Film Festival draaide. De regisseurs bezochten het festival voor die vertoning, waar Julius Koetsier ze sprak over jump scares, obscure verwijzingen en de Britse wereldvisie.

Andy, ik kwam erachter dat jij een rolletje hebt in de originele BBC-versie van THE WOMAN IN BLACK.

Andy Nyman: ‘Ja, dat was mijn eerste televisierol.’
Jeremy Dyson: ‘We zijn gek op die versie.’
AN: ‘Er zit een van de beste jump scares aller tijden in, een van de engste momenten ooit gefilmd.’

Je bedoelt dat stukje waar de vrouw opeens boven het bed hangt?

AN: ‘Dat stukje met het bed, ja. Holy shit.’
JD: ‘Het werkt zo goed omdat ze het geluid non-diëgetisch maken. Haar schreeuw en die van hem lijken niet te passen bij wat je ziet. We hebben die scène bestudeerd om erachter te komen waarom het zo’n effectief moment is. Wat we uiteindelijk besloten is dat het ook heel erg komt door het acteerwerk van Pauline Moran als de vrouw.’
AN: ‘Wat er ook geweldig aan is, is dat je tot dat moment in die hele film niks gezien hebt, behalve haar verschijningen op de achtergrond. En dan opeens: wham!’

Ik meende een verwijzing naar dat moment te zien, in het verhaaltje met Martin Freeman.

AN: ‘Klopt. Met dat stukje waren we tijdens de montage ontevreden. We konden maar niet uitvinden wat eraan ontbrak. Waar we toen achterkwamen, is dat je in die scène in THE WOMAN IN BLACK  terwijl het scherm zwart wordt niet haar schreeuw hoort maar die van hem. Dus we namen die schreeuw en plakten die in onze versie. Het moment werd totaal anders! Dus we lieten Martin terugkomen en zijn versie van die schreeuw opnemen.’

Er zitten meer directe refenties in. EVIL DEAD, en ik zag volgens mij ook een beetje WHISTLE AND I’LL COME TO YOU.

AN: ‘Wel meer dan een beetje, haha! Dat verwijzen is een kwestie van techniek. Zoals bij dat stukje WOMAN IN BLACK: iemand heeft zo’n schrikmoment al gedaan, en beter dan wij ooit zouden kunnen, dus waarom niet daarvan leren, schuine streep stelen? Alle kunst is diefstal.’
JD: ‘De vriendelijker manier om het te zeggen is: het is een gesprek. Zonder heel hoogdravend te willen doen, je ziet dat al eeuwen in de schilderkunst. Elke generatie kijkt naar het beste van de vorige generatie en reageert daarop.’
AN: ‘Daarnaast is het iets persoonlijks. We zagen de film gisteravond op het festival, we hadden hem al een tijdje niet gezien, en ik bleef maar glimlachen: al die kleine momentjes die verwijzen naar films die heel belangrijk voor me zijn geweest. Je hoopt dat een deel daarvan overkomt. Dus als jij zegt, komt dat uit WOMAN IN BLACK, dan word ik daar blij van.’

Waren jullie weleens bang dat een verwijzing te duidelijk zou zijn, en kijkers uit het verhaal zou trekken?

AN: ‘Niet echt. De meest duidelijke zal dat EVIL DEAD-shot zijn. Die film had een enorme invloed op ons. Dat shot voelde gewoon goed op die plek.’
JD: ‘Het past daar ook heel goed. Het is niet gratuit, het dient het verhaal.’

De horror-port-manteau-film is een heel Brits genre. Waardoor zou dat komen?

JD: ‘Het is een Britse traditie, en het dan gaat vooral om twee dingen: ten eerste DEAD OF NIGHT, de eerste horror-port-manteau en een briljante film. Er was in de jaren 40 weinig Britse horror, als je bedenkt dat we wel een gezonde filmindustrie hadden. DEAD OF NIGHT maakte een enorme impact. En ten tweede de films van Amicus Productions in de jaren 60, die eigenlijk door Amerikanen gemaakt werden: Milton Subotski en Max Rosenberg.’
AN: ‘Wat was ook alweer de eerste, Jez?’
JD: ‘DR. TERROR’S HOUSE OF HORROR. Maar vergeet niet, die was geïnspireerd door BLACK SABBATH van Mario Bava en TALES OF TERROR van Roger Corman. Maar Amicus maakte er een hele reeks van, en hadden er vijftien jaar lang succes mee.’
AN: ‘Ze maakten er ook zaak van enorme sterren in die films te hebben.’
JD: ‘Dat was hun business model. Die films hadden een heel laag budget, maar dat zie je er niet aan af, doordat ze altijd een sterrencast hebben en heel mooi geschoten en belicht zijn. Ze trokken altijd heel goede talenten aan. Dat kwam omdat Subotski een grote genrefan was en echt een passie had. Hij was een fanboy voordat er fanboys waren.’

Het korte spookverhaal is sowieso iets heel Brits.

AN: ‘Daar hebben we ook een lange geschiedenis van. We zijn een heel christelijke samenleving, maar iedereen is een beetje gegeneerd door de Church of England. We zijn niet zoals de rooms-katholieken in Italië. Wij zeggen: “We hebben onze eigen kerk, leuk hè, maar shhh.” Tegelijk hebben we die paganistische traditie, die een beetje weggedrukt wordt. En het Britse verlangen nooit gegeneerd te raken. Er is zo’n lange geschiedenis van dingen begraven onder de saaiheid van het dagelijks leven, zo grijs, zo koud, zo Engels.’
JD: ‘De literaire versie van het spookverhaal is in feite in het Verenigd Koninkrijk uitgevonden, met Dickens en M. R. James. Daarvoor is heel veel respect. Maar zodra het spookverhaal in films of in het theater verschijnt, wordt daar door de intelligentsia op neergekeken.’

De BBC-verfilmingen van M. R. James-verhalen zijn toch altijd gerespecteerd geweest?

AN: ‘Ja, omdat M. R. James was, en op de BBC.’
JD: ‘Het feit dat M. R. James een geleerde was aan Cambridge, dat hielp. En dat die verhalen period pieces waren gaf ze een respectabel uiterlijk.’
AN: ‘Het zijn de beste spookverhalen ooit gefilmd. Zo simpel, zo klassiek, zo mooi verteld. Verhalen over mannen, bijna altijd mannen, die worstelen.’
JD: ‘Een van de dingen die ons opvielen in WARNING TO THE CURIOUS is dat het hoofdpersonage werkeloos is. Zijn schattenjacht is dus verbonden aan zijn gevoel van gefaald hebben als man. Dat idee van falen zit in het hart van de beste spookverhalen.’

Is dat de reden dat er bijna alleen maar mannen in jullie film zitten?

AN: ‘De film gaat over de mannelijke ervaring. Het was niet ons plan om vrouwen uit te sluiten, maar de thema’s zijn gewoon heel mannelijk.’
JD: ‘Het onderdrukken van emoties en de schade die dat aanricht.’
AN: ‘Een van de recensies merkte iets op dat wij zelf gemist hadden. De enige persoon die haar emoties op gepaste wijze uit, is de rouwende moeder aan het begin. Zij doet wat alle mannen in de film niet kunnen. Ze werpt een soort schaduw over de rest van de film.’

Er zit veel humor in GHOST STORIES. Waren jullie niet bang dat de film te luchtig zou worden?

JD: ‘Humor en horror gaan heel goed samen. Kijk maar naar AN AMERICAN WEREWOLF IN LONDON, een film die heel veel voor ons betekende. Het is geen parodie, er wordt niets belachelijk gemaakt. Er is iets heel spannends aan die dans tussen de lach en de angst. Het vloeit heel gemakkelijk in elkaar over. Heel veel van de humor in die film komt ook uit de personages, en dat zorgt ervoor dat je om ze geeft. Dat was ook een goede les van de editor. We hadden het met hem over de meest effectieve manier om een jump scare te doen. Wij dachten alleen aan technische zaken, welke geluiden heb je, waar knip je, dat soort dingen. Maar waar je dan heel gemakkelijk overheen kijkt is de belangrijkste vraag: do you care? Ben je geïnvesteerd in een personage. Humor helpt daar heel goed bij.’

Andy’s telefoon gaat. Zijn ringtone is Bernard Herrmanns thema van TWISTED NERVE. Als hij de telefoon tevoorschijn haalt om de oproep te weigeren, zie ik op de achterkant een afbeelding van Boris Karloff als Frankensteins monster. Ik pak de laatste Schokkend Nieuws erbij, met Erik Krieks tekening van dat gezicht op de cover.

AN: ‘Whoah, kijk nou! Komen we daarin?’

Nou, op de website.

AN: ‘Niet in het gedrukte blad? Boeoeoe!’

Jeremy bladert het blad door.

JD: ‘Moet je zien, Andy, een heel stuk over de Carry On-films!’

Nog zo’n Britse traditie. Houden jullie daar ook van?

AN: ‘Natuurlijk! Heb je CARRY ON SCREAMING gezien? Die is heel goed oud geworden. Hij is kinderachtig en mal, maar hij ziet er heel mooi uit.’
JD: ‘Ik vond hem als kind heel eng. Dat was ook een formatieve ervaring voor The League of Gentlemen. We konden ons alle vier herinneren dat we die film op televisie hadden gezien toen we een jaar of zeven waren.’

Terug naar de port-manteau. Waarom werkt dat format zo goed voor horror?

JD: ‘Recentelijk zijn volgens mij de non-horror-port-manteaus het meest indrukwekkend. Heb je WILD TALES gezien?’

Nee.

AN: ‘Oh, er staat je wat te wachten! Die is geweldig. Hij is ongebruikelijk, want het is geen raamvertelling. Maar je bepaalt voor jezelf hoe die verhalen bij elkaar horen. Ze voelen echt als deel van dezelfde wereld.’
JD: ‘PULP FICTION is ook een port-manteau.’
AN: ‘En LOVE ACTUALLY, misschien.’
JD: ‘Maar ik denk dat de meesten horrorfilms zijn, omdat dat teruggaat op de traditie van spookverhalen vertellen bij het kampvuur. En als je dat doet, is het er altijd meer dan een. Een goed spookverhaal is vaak als een grap: je hebt een set-up en een punchline. Horror leent zich daarvoor, op een manier die drama niet echt kan.’

Hebben jullie een favoriet verhaaltje binnen een port-manteau-film?

JD: ‘Het verhaal in FROM BEYOND THE GRAVE met Donald Pleasance is heel bijzonder. De relatie tussen Pleasance en Ian Bannen en Angela Pleasance, zijn echte dochter, is prachtig.’
AN: ‘Inderdaad. Is dat een oorspronkelijk verhaal, Jez?’
JD: ‘Alle segmenten in FROM BEYOND THE GRAVE zijn gebaseerd op verhalen van R. Chetwynd-Hayes. Dat was iets slims van Amicus. Ze zochten voor alle films verhalen van één bron bij elkaar. Behalve de eerste, DR. TERROR, dat was allemaal oorspronkelijk. ASYLUM is Robert Bloch. En een briljante vondst: voor VAULT OF HORROR en TALES FROM THE CRYPT gebruikten ze EC-comics, maar dan Brits gemaakt.’
AN: ‘Blind Alleys is ook zo’n geweldige.’
JD: ‘Die zit in TALES FROM THE CRYPT.’
AN: ‘Daar zitten zulke sterke beelden in.’
JD: ‘Hij is geregisseerd door Freddie Francis, een absolute top-cameraman.Hij schoot–‘
AN: ‘THE ELEPHANT MAN.’
JD: ‘THE INNOCENTS. Dus het is geen verrassing dat er geweldige beelden in zitten.’

Wat is de meest obscure verwijzing in GHOST STORIES?

JD: ‘Een blik kattenvoer waar Tigon op staat. Tigon was een Brits productiebedrijf dat heel kort bestaan heeft. Ze hebben één port-manteau-film gemaakt, TALES THAT WITNESS MADNESS, die is vreselijk. Dat is er een voor de fans.’
AN: ‘En de baby die Barty heet. Iemand vroeg me op Twitter, is dat vanwege die tv-serie BEASTS van Nigel Kneale? Ja, daarom heet ie zo!’

28 april 2018

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!