Vanaf vandaag draait LOVE in de bioscoop, de nieuwe film van Gaspar Noé. In het eerste deel van het interview met de Franse regisseur, dat we gisteren publiceerden, spraken we over zijn nieuwe film. In het tweede deel praten we met hem over zijn liefde voor genrefilms.
(Het eerste deel van het interview vind je hier)
Ik heb nog niet zolang geleden een interview gehad met Radley Metzger, die in de jaren zeventig erotische films maakte als CAMILLE 2000 en hardcore films als THE OPENING OF MISTY BEETHOVEN. Bent u daardoor beïnvloed?
‘Misschien. Ik heb veel erotische films en porno gezien toen ik achttien was. Ik hou van de erotische cinema van die tijd. De meisjes waren mooier, omdat ze natuurlijk waren en omdat ze hun schaamhaar nog hadden. Metzger was heel goed. Hij heeft expliciete films gemaakt, maar ook porno chic. Dat type erotische film bestaat niet meer. Alle erotiek is verdwenen. Er is niets meer. Niets meer.´
In LOVE zien we ook een poster hangen van THE DEFIANCE OF GOOD (Armand Weston, 1975). Die ken ik alleen van reputatie.
‘Die is goed. Die moet je zien. Een erotische, bizarre film. Een beetje een De Sade-fabel. Het scenario is beter dan de regie, maar er is iets ongebruikelijks aan die film. Hij is pas geleden weer opnieuw uitgebracht in de VS.’
Porno is overal tegenwoordig…
‘Porno is overal, maar alleen in de vorm van kleine videootjes. De lange erotische speelfilm die je samen ging zien, dat had een functie. Er waren wel meer mannen dan vrouwen in de zaal, maar toch. Nu is er meer schaamte. Mensen kijken alleen achter hun computer of op hun iPhone. Dat is treuriger, vind ik. LOVE is geen pornofilm, maar er is wel iets prettigs aan om met andere mensen naar een bioscoop te gaan en een soort intimiteit te delen.’
Ik ben vooral ook benieuwd naar de visuele kant van LOVE. Uw vaste cameraman Benoît Debie was ook weer van de partij. Welke visuele stijl probeerden jullie te creëren?
‘We wisten dat we de film in 3D gingen doen en de découpage en montage stonden in dienst daarvan. Benoît had al een 3D-film gemaakt met Wim Wenders [EVERYTHING WILL BE FINE, in juli in Nederland uitgebracht – BdV]. We wisten dat de camera heel zwaar is en dat een bewegende camera in 3D wat zeeziekte geeft. Ik hou ook niet van een te snelle montage in 3D. Je ogen hebben wat meer tijd nodig om alle informatie te verwerken. Wat betreft het licht, het voordeel van Benoit is dat hij heel mooi werkt, maar ook snel. Hij houdt het supersimpel.’
Waarom was het eigenlijk belangrijk voor u om het in 3D te doen?
‘Niet belangrijk, maar een plus. Het geeft een aquarium-effect, het effect van een marionettentheater, en het lijkt een klein beetje echter dan 2D. Maar ook een beetje vervreemdend. En het amuseert mensen om een bril op te zetten. Het is een ritueel. We komen om ons te laten hypnotiseren.’
U heeft Debie leren kennen via een korte film van Fabrice Du Welz. Heeft u zijn laatste film gezien, ALLÉLUIA? Ook een soort liefdesverhaal.
‘Ja, sensationeel. Het is het verhaal van THE HONEYMOON KILLERS. Ik vind de film van Fabrice erg mooi, maar ik was echt geobsedeerd door THE HONEYMOON KILLERS.’
LOVE is tot aan de nok toe gevuld met posters en verwijzingen naar andere films: TAXI DRIVER, FREAKS, ANDY WARHOL’S FRANKENSTEIN…
‘SALO van Pasolini, PEEPING TOM…’
Ik geloof dat 2001: A SPACE ODYSSEY uw lievelingsfilm is.
Ja, 2001 heb ik het vaakst gezien. Samen met ANGST (Gerald Kargl, 1983), een Oostenrijkse film. Ik liet een tijdlang iedereen die op bezoek kwam die film zien. SEUL CONTRE TOUS is behoorlijk beïnvloed door ANGST, vooral dat excessieve gebruik van voice-over. Je raakt helemaal gehypnotiseerd door die woorden die maar in zijn hoofd blijven rondmalen, rondmalen, rondmalen.’
In LOVE wordt bovendien ook nog eens muziek gebruikt uit John Carpenters ASSAULT ON PRECINCT 13 en Dario Argento’s PROFONDO ROSSO. U bent duidelijk niet afkerig van genrefilms, toch heeft zelf nooit een echte genrefilm gemaakt.
‘Nog niet.’
Nog niet?
‘Nou ja, de structuur is zeer intellectueel, maar IRRÉVERSIBLE ís natuurlijk een rape/revenge-movie. Alleen dan omgekeerd verteld, en hij vergist zich ook nog. Men heeft me wel eens een horrorfilm aangeboden. Ik weet niet, misschien moet je het als spel zien, als pretpark-attractie. Maar als het geen psychologische horror is, dan staat het te ver van het leven, vind ik. SALO is een horrorfilm, in mijn ogen. DELIVERANCE is een horrorfilm.’
Gelukkig zijn er meer moderne filmmakers die er geen probleem mee hebben zich te laten inspireren door genrefilms. Ik denk aan Du Welz, aan uw partner Lucile Hadzihalilovic (die in een Schokkend Nieuws-interview eens vertelde over de invloed van Dario Argento op haar film INNOCENCE), Nicolas Winding Refn…
‘Er is maar één genre dat ik echt niet begrijp: karatefilms. Daar kan ik niet tegen.’
Dat laten we dan aan Tarantino over.
‘Ja, dat verveelt me.’
Even terug naar horror; men zou u benaderd hebben voor een remake van CANNIBAL HOLOCAUST (Ruggero Deodato, 1980) en GOD TOLD ME TO (Larry Cohen, 1976)?
‘Ja, die geruchten zijn er geweest. Het probleem is dat het makkelijker is een remake te maken van films die niet zo goed zijn. Ze hebben een paar jaar geleden een remake gemaakt van STRAW DOGS. Natuurlijk: dat werd een catastrofe. DELIVERANCE, TAXI DRIVER; daar moet je geen remake van maken. Áls je een remake doet, moet je een wat minder bekende film nemen waar nog wat aan te verbeteren valt. Misschien, op een dag. Ik heb geen haast. Vooralsnog maak ik liever films die wat persoonlijker zijn.’