Met het overlijden van Roger Corman (5 april 1926 – 9 mei 2024) is één ding helaas 100% zeker geworden: wij zijn allen sterfelijk. Op 9 mei overleed de legendarische King of the B’s in het bijzijn van zijn vrouw Julie en naaste familie. Een maand eerder werd hij 98 en tot zijn dood was hij actief als producent. Het aantal glansrijke Hollywoodcarrières dat op een of andere manier door Corman gefaciliteerd werd, is fenomenaal. Martin Scorsese, Jonathan Demme, Francis Ford Coppola, Joe Dante, James Cameron, Ron Howard, Peter Bogdanovich, John Sayles, Dennis Hopper, Jack Nicholson, Peter Fonda, Bruce Dern en William Shatner zijn maar enkele van de ontelbare filmmakers en acteurs, die hun eerste stappen in de filmwereld konden zetten dankzij Corman. Maar ook voor internationale filmmakers betekende hij veel, want als distributeur bracht hij in de VS films uit van onder meer Fellini, Bergman, Truffaut en Kurosawa. Een opmerkelijk contrast met de pulpfilms die hij zelf produceerde en regisseerde.
Als producent vergaarde Roger Corman zijn meeste credits. Volgens de Internet Movie Database produceerde hij maar liefst 491 films, een aantal dat sinds de tijden van de stille film ongekend is. Voordat Corman zich exclusief op produceren toelegde, had hij ook een carrière als regisseur. Tussen 1955 en 1971 regisseerde hij 53 films, gemiddeld vier per jaar. Daar zaten behalve exploitation quickies als THE BEAST WITH A MILLION EYES, ATTACK OF THE CRAB MONSTERS en TEENAGE CAVE MEN ook acht (eigenlijk zeven) fameuze Edgar Allan Poeverfilmingen bij, die tegenwoordig tot de klassiekers in het horrorgenre gerekend worden en waarover onlangs het lezenswaardige boek Corman/Poe: Interviews and Essays Exploring the Making of Roger Corman’s Edgar Allan Poe films, 1960–1964 verscheen (zie Schokkend Nieuws #167).
Je zou denken dat zo’n hysterische workaholic niet de meest sympathieke persoon is die tegen kunt komen in de vaak bepaald niet sympathieke filmwereld. Maar ook al kneep hij zijn jonge protégés vaak af, Roger Corman was een absolute gentleman. In april 2006 bezocht hij het Amsterdam Fantastic Film Festival om een Career Achievement Award in ontvangst te nemen. Hij had in Parijs met zijn gezin zojuist zijn tachtigste verjaardag gevierd en reisde daarna door naar Amsterdam. Dat sloot niet alleen mooi aan, maar bood tevens de kans om het festival te laten betalen voor de reiskosten LA-Parijs-Amsterdam en vice versa. Niet voor niets noemde Corman zijn memoires met trots How I Made a Hundred Movies in Hollywood and Never Lost a Dime. Dat laatste gold naar eigen zeggen alleen niet voor THE INTRUDER (1962), een van zijn meest persoonlijke films met een sterke vertolking van een jonge William Shatner als racist.
De verhalen over Roger Cormans efficiency zijn legendarisch. Hij draaide in 2,5 dag en voor een budget van 22.500 dollar THE LITTLE SHOP OF HORRORS (1960), vandaag de dag een cultklassieker, die een musicalbewerking kreeg en waarvan een remake zich volgens IMDb in de preproductionele fase bevindt. Tijdens de opnamen van THE YOUNG RACERS (1963) in Ierland stelde Corman cast, crew en sets beschikbaar voor wie tussen de opnamen door nóg een film kon maken. Second unit-regisseur Francis Ford Coppola ging de uitdaging aan en regisseerde met Dementia 13 zijn eerste lange speelfilm. Toen horroricoon Boris Karloff eerder klaar was met zijn opnamen voor THE RAVEN (1963) terwijl er contractueel nog vier draaidagen over waren, vroeg en kreeg tegenspeler Jack Nicholson toestemming om met de bejaarde horrorster naar Big Sur te gaan en daar wat shots te draaien. Die werden uiteindelijk aan elkaar gesneden tot de climactische slotscène van THE TERROR (1963), een van de meer curieuze Cormanproducties, waaraan volgens IMDb maar liefst zeven regisseurs een bijdrage leverden. En omdat het met zijn acteercarrière niet wilde vlotten, beproefde Nicholson zijn geluk dan maar als scenarioschrijver van de door Corman geregisseerde LSD-film THE TRIP (1967). Uiteindelijk zou Nicholson alsnog doorbreken als acteur dankzij een bijrol in EASY RIDER (1969), waarvoor hij zijn eerste Oscarnominatie ontving. Zelf won Roger Corman nooit een Oscar voor een van zijn films, maar op 12 juni 1991 kreeg hij wel zijn eigen ster op Hollywood Walk of Fame (ik was er heel toevallig bij en maakte me onsterfelijk belachelijk op een manier die ik hier niet kan vermelden, maar die ik op een SN-borrel na een paar biertjes best wil delen). In 2009 was er alsnog gerechtigheid, toen Corman de ere-Oscar voor zijn hele oeuvre in ontvangst mocht nemen.
Nog een paar anekdotes over het bezoek van Roger Corman aan het AFFF in 2006. Er waren twee dingen die hij graag wilde doen en dat liefst op dezelfde avond, namelijk een wandeling over de Wallen en een bezoekje aan een coffeeshop. Dus op een mooie lenteavond vertrok een delegatie, bestaande uit Roger Corman en zijn vrouw Julie, de Spaanse regisseur Jaume Balagueró (in Amsterdam voor FRAGILE), zijn toenmalige vriendin, de actrice Macarena Gómez (DAGON) en ondergetekende, richting de rosse buurt. Arm in arm met Barbara Steele-lookalike Gómez stapte Corman parmantig langs de rood verlichte ramen, om binnen tien minuten te laten weten dat hij het wel gezien had en dat het tijd werd voor de coffeeshop. We belandden bij The Greenhouse, pal naast hotel The Grand en bij mijn weten een van de weinige coffeeshops waar destijds ook gewoon koffie genuttigd kon worden. Corman stapte binnen, overzag de ruimte vanaf de drempel met een goedkeurende glimlach, deed één stap vooruit en viel languit op zijn gezicht: afstapje gemist. Godzijdank niks aan de hand, dus op naar de balie. ‘Give me some of your strongest stuff.’ Eh, Roger, dit is Amsterdam. Als je hier ’strong stuff’ vraagt, dan kun je erop rekenen dat het écht strong is. De baliemedewerker knikte bevestigend, maar Roger wilde er niks van weten. Wat hij precies kocht weet ik niet, maar nadat twee Spaanse toeristen hem hadden geholpen met het rollen van een joint (‘Is dat niet Roger Corman?’) ging Corman binnen een paar minuten knock-out. Julie had de ziekte in (‘Ik was hier al bang voor’) en uiteindelijk besloot ik maar een taxi te bestellen om het echtpaar terug te brengen naar het hotel. Terwijl Jaume en Macarena verbijsterd achterbleven in het gezelschap van hun landgenoten, wisten Julie en ik Roger met enige moeite op de achterbank te hijsen, waar hij voor pampus bleef liggen. ‘Gaat het wel goed met hem?’ vroeg ik voorzichtig aan Julie. ‘I am just zoning out here’, antwoordde Roger vrijwel direct. Aangekomen bij het hotel liet ik Roger achter met Julie en spoedde me naar Bellevue Cinerama, de festivalbioscoop in de Marnixstraat.
‘Ik zou toch maar even informeren of het echt goed gaat met hem’, adviseerde Paroolrecensent en SN-columnist Bart van der Put. ‘Snoop Dogg is deze week in Amsterdam nog volledig knock-out gegaan na het roken van een joint. Die hebben ze moeten reanimeren met M&M’s.’ Enigszins bezorgd belde ik naar het hotel. Of een van onze festivalgasten wellicht om een dokter had gevraagd? Maar nee. Daarna onze gastenbegeleidster gecontacteerd. Corman deed zijn interviews bij voorkeur ’s ochtends en was de afgelopen dagen telkens op eigen gelegenheid van zijn hotel naar Bellevue Cinerama gewandeld. ‘Misschien moet je hem morgenochtend voor de verandering zelf even ophalen bij het hotel.’ De volgende dag rond het middaguur vroeg ik me ineens af hoe het die ochtend was gegaan. ‘Niks aan de hand’, zei Yolanda. ‘Nog voordat ik naar het hotel kon gaan, kwam hij zelf al aangelopen. Van naweeën niets te merken. Alleen zijn haar zat wat woester dan ik van hem gewend ben.’
Tijdens het festival vertoonden we uiteraard een aantal Cormanklassiekers. Op the day after the night before was dat uitgerekend THE TRIP. Corman zou de film zelf inleiden en we waren bijtijds aanwezig in de zaal. Ik moest nog even iets regelen en liet Corman achter op rij 1 van Calypso. Toen ik terugkwam zat hij helemaal voorover gebogen, met zijn hoofd zo ongeveer tussen zijn knieën. Het is alsnog mis, was mijn eerste gedachte. Dichterbij gekomen zag ik dat Corman bezig was de zijkanten van zijn schoenzolen zwart te stiften met een Sharpie. ‘How I made a hundred movies in Hollywood and never lost a dime’ in de praktijk.
Met het overlijden van Roger Corman verliest de internationale filmwereld niet alleen een van zijn meeste markante, betekenisvolle, inspirerende en productieve gangmakers, maar bovenal een ware gentleman. Ik koester de momenten die ik in zijn gezelschap heb mogen doorbrengen.
(Een gedeelte van dit IM is eerder gepubliceerd in FilmFun nummer 86)
Jan Doense