Om de films van ‘Razende Roel’ hangt een walm van kruit- en benzinedampen. Niet zo vreemd dus dat Universal hem in 2010 benaderde voor de prequel van Paul W.S. Andersons DEATH RACE (2008). De premisse is onveranderd sinds Roger Cormans originele culthit DEATH RACE 2000 (1975): in een niet zo florissante toekomst racen gevangenen tegen elkaar op leven en dood om hun vrijheid terug te winnen. En net als in het wielrennen en voetballen gaat het er allesbehalve eerlijk aan toe.
Hoe is de DEATH RACE-franchise bij jou terechtgekomen?
‘Ik was een enorme fan van DEATH RACE 2000 en ik dacht altijd: “Oh, die verdient eigenlijk een remake”. Toen zag ik Paul Andersons DEATH RACE in de bioscoop en ik was meteen een groot fan. Eigenlijk heb ik het toen naast me neergelegd. Totdat ik THE MARINE 2 had gemaakt voor Fox en twee andere sequels kreeg aangeboden: SWAT 2, FIREFIGHT of zo, en… DEATH RACE 2! Ik had nooit durven dromen dat ze bij mij zouden komen totdat ik dat telefoontje kreeg. De keuze was voor mij niet moeilijk. Ik werd ter plekke aangenomen.”
Had je de vrije hand om te doen wat je wilde?
Heb je nog inspiratie kunnen putten uit het origineel van Roger Corman?
‘Ik ben een grote fan van DEATH RACE 2000. Ik had in DEATH RACE 2 bijvoorbeeld een scène gestopt waarin de auto over een oude, kreupele man racet en dan roepen de twee hoofdrolspelers: “Hey, 100 points!” Dat werd er toen uitgehaald door Universal want die hadden zoiets van: “De fans snappen dat niet meer”. Ik denk dat ze onderschatten hoe belangrijk dat is in de franchise. In DEATH RACE 3 ben ik nog een stapje verder gegaan. Wat ik zo leuk vond aan DEATH RACE 2000 is dat ze door steden reizen, dus niet op een vast parcours dat helemaal beveiligd is. Ik wilde met de race dwars door een Afrikaanse shanti town gaan en dat heb ik dus ook gedaan. Iedereen stond daar te juichen en te schelden. Dat benadert qua racen dus veel meer het DEATH RACE 2000-gevoel dan Paul Andersons film.’
DEATH RACE draait natuurlijk om snelle auto’s, explosies en gevaarlijke vrouwen. Heb je daar met dit deel iets nieuws aan kunnen toevoegen?
‘Nee. Niet op inhoudeli
Waarom geen bioscooprelease?
‘Hij is in Amerika, Canada en in Azië geloof ik wel in een aantal bioscopen gaan draaien, maar niet als officiële release. DEATH RACE 3 is écht gemaakt als straight-to-dvd/blu-ray film. Toch waren ze bij Universal Amerika shockingly impressed. Ze hebben zelfs een testvertoning gedaan en die scoorde heel positief. Maar ja, dan komt er een hoop politiek gekonkel bij. Zeker na het debacle van BATTLESHIP. Als een film van 200 miljoen dollar niet werkt in de bioscoop en een film van 6 miljoen dollar wél, gaan heel veel mensen hun baan verliezen. Om die politieke redenen kwam er dus geen Amerikaanse bioscooprelease.’
Ben je ook weer beschikbaar voor DEATH RACE 4?
Naar welke projecten kijk je zelf het meest uit?
‘Ik heb net een film gemaakt waar ik heel blij van word, dat is écht mijn beste film tot nu toe. Het is een western met de titel DEATH IN TOMBSTONE. Die is net klaar en we gaan nu kijken of we de film in de bioscoop kunnen krijgen. Verder kijk ik erg uit naar MICHIEL DE RUYTER.’
Ja, hoe zit het daarmee?
‘Heel goed, hopelijk gaan we in april 2014 draaien en komt hij Kerst 2014 in de Nederlandse bioscopen. Het is wel een ingewikkelde film om te maken, dus dat gaat even duren. Ik heb een schrijver, Alex van Galen, en die is veel bezig met research. Er ligt al een nieuw scenario en we zijn al druk met scouten en crews ontmoeten. Zelf ga ik aan de slag met het voorbereiden van de visual effects.’
Heb je al iemand op het oog voor de rol van Michiel de Ruyter?
‘Eh…. Ja, ja…’
Een veelbetekenende stilte. Kun je daar al iets over kwijt?
‘Neuh….’ [In een artikel van NRC Handelsblad op 31 oktober 2012 werd acteur Yorick van Wageningen als kandidaat voor de rol genoemd – red.]
‘We gaan in Nederland en in België draaien. De film wordt negentig procent Nederlandstalig en tien procent Engelstalig.’
Zien we Michiel de Ruyter straks terug als zeventiende-eeuwse actieheld?
‘Het wordt een combinatie van actie en historisch en politiek drama. Het gaat natuurlijk over de Orangisten tegen de Republikeinen in de hoogtijdagen van de VOC-tijd. Vijftig minuten van de film bestaat uit zeeslagen, met honderden schepen en explosies. Het wordt een gigantische spektakelfilm. Zoiets hebben we in Nederland nog nooit gezien.’
Ga je voor die grote zeeslagen CGI toepassen of werk je met replica’s en modellen?
‘Alles wat je nu noemt. We gaan de Batavia als replica gebruiken. Die slepen we dan naar de plek waar we gaan draaien. En we zullen échte schepen van de marine gebruiken, gewoon moderne schepen. Daar ga ik bovenop CG’en, dat worden de visual effects-schepen. Verschillende technieken dus, voor verschillende dingen.’
Waarom heb jij wel succes in Amerika en lukt het veel andere Nederlandse regisseurs niet?
‘Oh jeetje, hahaha… Een veelgestelde vraag met een lang antwoord. Het belangrijkste is dat ik heb geleerd wat je plek is als regisseur in Hollywood. Ik zie dat veel Nederlandse collega-regisseurs moeite hebben om die plek te accepteren. Het is natuurlijk een typisch Nederlands trekje om een enorm ego te hebben en te denken dat je de hoogste baas bent in zo’n productie. Nou, dat ben je in Amerika gewoon niet. Je bent de vijfde schakel in de hiërarchie. Op die vijfde plek krijg je wel veel vrijheid, zolang je maar buigt naar het systeem. Ik heb vanaf dag één dat spel heel goed gespeeld en mijn plek gekend. Daarnaast is het zo dat Amerikanen helemaal niet houden van negativiteit en Nederlanders zijn vaak enorme bromtollen. Toen ik nog in Nederland woonde had ik al een behoorlijke hekel aan hoe Nederlanders onderling met elkaar omgaan in het creatieve wereldje. Daar heb ik me toen tegen afgezet. In Amerika voelde ik me dus eigenlijk heel erg thuis. Die positieve instelling zie je ook terug in hoe Amerikanen zaken doen met elkaar. Wat ook hielp, was dat ik goed was in een genre. In Amerika worden geen artistieke films gemaakt, maar in de genrebusiness wordt veel geproduceerd. Dus als je een Nederlandse genreregisseur bent, dan heb je een kans in Amerika.’
En dan ga je straks voor MICHIEL DE RUYTER toch weer met een Nederlandse cast en crew werken.
‘Kwestie van een goeie selectie maken, hè?’