Binnenkort kunnen we in Vlaanderen weer genieten van de beste nieuwe genrefilms: het Razor Reel Flanders Film Fest vindt dit jaar plaats van 26 tot en met 29 oktober en van 2 tot en met 4 november. Didier Becu sprak programmeur Raf Geusens over een stukje Vlaamse undergroundsgeschiedenis.
In België heb je Offscreen en BIFFF als genrefestivals. Hoe onderscheidt Razor Reel zich van zijn twee collega-festivals?
‘Elk van deze festivals heeft zijn eigenheid. Offscreen draait vooral om retro’s. Ze hebben meestal één thema en enkele centrale gasten waar ze een programma omheen bouwen. BIFFF concentreert zich meer op films waarbij het publiek actief participeert. Wij trachten een mooi overzicht te geven van wat er het moment leeft in het genrewereldje en selecteren hiervoor de beste horror-, scifi- en fantasyfilms die we tegenkomen in het circuit. Ook verdiepen is bij ons belangrijk. We programmeren elke editie enkele documentaires en lezingen die aansluiten bij de films die we behandelen.’
Hoe ben je bij Razor Reel terecht gekomen?
‘Wel, ik ben een 44-jarige filmomnivoor die in zijn vrije tijd met vanalles bezig is wat met film te maken heeft. Ik heb dit jaar samen met jou [Didier Becu, red] en Marc Bussens de filmsite fastforwardfilm.be uit de grond gestampt, werk ook mee aan de programmatiesite cinemapp.com en ben al vijf jaar programeur bij Razor Reel. Ik ben erbij verzeild geraakt via een vriend die ik had leren kennen bij een ter ziele gegane Vlaamse filmsite (cineme.be). Hij werkte mee aan de organisatie van Razor Reel en ze konden nog extra hulp gebruiken. Zo ben ik aanvankelijk begonnen met films op te sporen en te bekijken. Ondertussen ben ik bij meerdere aspecten van het festival betrokken, maar de selectie van de langspeelfilms is toch mijn hoofdfocus.’
Hoe gaat dat programmeren in zijn werk?
‘Kort samengevat komt dat neer op veel mailen en nadien ook door veel slechte films moeten worstelen. (lacht) Ik spit de programma’s van andere (genre)festivals door en ga op zoek naar de titels die wel bij Razor Reel kunnen passen. Ook filmsites zoals Schokkend Nieuws of Bloody Disgusting volg ik op de voet. Van elke film probeerde ik contactgegevens te bemachtigen, vaak is dat via een sales agent of een producent, maar soms ook rechtstreeks via de regisseur. Dan begint het smeken om een screener en als de film in de smaak valt de onderhandelingen over de vertoningsvoorwaarden.’
Naast het bezoeken van de festivals in Cannes en Venetië bekijk je ook een heleboel screeners. Ik neem aan dat het soms allesbehalve een pretje is om je door de vele films te sleuren, of valt dit toch mee?
‘Ja, elk jaar begin ik daar weer met volle moed en veel zin aan, maar dikwijls begint het in de eindfase, in juli en augustus, wel op de zenuwen te werken om alweer een slecht gemaakte of clichématige horrorfilm te moeten doorstaan. Ik heb de gewoonte om elke film uit te kijken. Eigenlijk zou ik daar als programeur van af moeten stappen, maar ik kan het gewoon niet laten. Gelukkig duikt er ook geregeld weer een sterke titel op die de batterijen weer oplaadt, waarna ik met hernieuwde energie de volgende lading aanvat.’
Festivals zijn vaak een springplank voor filmmakers. Ben jij als programeur op zoek naar nieuw talent of primeert nog altijd de kwaliteit van de film?
‘Ik tracht elke film te bekijken zonder achtergrondinfo over de makers of de oorsprong, maar hem puur op kwaliteit te beoordelen. Het is wel zo dat wij als kleiner festival sneller bij de beginnende filmmakers terechtkomen en voor hen is een selectie zeker een springplank. Wij organiseren ook jaarlijks een Young Blood-competitie voor beginnende genrefilmmakers. Daarvoor selecteren wij elke editie 5 tot 6 films en die maken kans op een award. Wij weten ondertussen na al die jaren dat we niet specifiek op zoek moeten gaan naar films voor onze competitie, maar dat we zodra ons programma volledig is, we sowieso voldoende sterke kandidaten in de selectie hebben opgenomen om de competitie te vullen.’
Het is meer dan films vertonen: vaak nodigen jullie ook gasten uit die de film komen toelichten. Wie wandelt er dit jaar over de rode loper bij Razor Reel?
‘We hebben bijzonder veel gasten dit jaar. Elke dag is er wel iemand aanwezig om een praatje mee te maken in onze gezellige festivalbar. Bij ons worden de gasten namelijk niet afgezonderd, maar hangen ze samen met de festivalgangers aan de toog. Deze editie kun je onder meer de regisseurs van de openings- en slotfilm tegen het lijf lopen. Spencer Brown is aanwezig voor de openingsfilm T.I.M. en Mac Isaacson komt de slotfilm PARADISE inleiden. Onze hoofdgast is de Britse karakteracteur Nicholas Vince. Je kan hem kennen als de Chatterer uit de eerste HELLRAISER-films of Kinski uit NIGHTBREED. Hij komt I AM MONSTERS, een documentaire over zijn carrière als queer horroracteur, introduceren. Verder zijn ook de filmmakers achter BIRTH/REBIRTH, MINORE, ESCAPE, THE BLACK MASS en EIGHT EYES aanwezig. Mogelijk vergeet ik er nog en misschien duiken er zelfs last minute nog op. Zo kregen we vorig jaar opeens een telefoontje van een Amerikaanse actrice die samen met haar vader op citytrip was in het mooie Brugge en even langs kwam.’
Een zware verantwoordelijkheid want uiteindelijk bepaal je het affiche en die moet er altijd aanlokkelijk uitzien. Wat maakt voor jou een affiche een perfecte Razor Reel-affiche?
‘Het moet uiteindelijk een mooi evenwicht vormen met dagelijks om acht uur ‘s avonds een toegankelijke film die het grote publiek aanspreekt. Later op de avond mag het wat steviger of uitdagender zijn. Daarnaast is een boeiende documentaire ook onontbeerlijk. Er moeten films inzitten die je aan het denken zetten en een stevig nagesprek vereisen, maar even goed films waarbij je je verstand even op nul kan zetten. Alle genres moeten ook aan bod komen en liefst ook alle windstreken. Zo trekken we dit jaar ook weer naar India voor onze Trash Mahal-selectie, zitten er twee Japanse films (BEST WISHES TO ALL en MY MOTHER’S EYES) in onze Young Blood-competitie, trekken we naar Oost-Europa voor RESTORE POINT en THE UNCLE, maar blijven we even goed dicht bij huis voor het Franse VERMINES en de Frans-Belgische co-productie VINCENT DOIT MOURIR.
Bestaat er zoiets als ‘het Razor Reel-publiek’ en wat verwachten die?
‘Er zitten altijd wel enkele titels in waarbij we tijdens onze meetings verkondigen dat ze in de smaak gaan vallen bij onze vaste gasten, maar uiteindelijk is de kwaliteit toch doorslaggevend. Ik denk dat onze trouwe bezoekers er na zestien jaar wel weten dat onze selectie steeds het bekijken waard is. Ze keren toch altijd heel enthousiast terug naar het festival.’
Mede-oprichter Patrick gat er prat op dat het festival een evenement moet zijn. Wat kunnen we in deze editie verwachten?
‘Ja, een festival is zeker meer dan enkel wat films vertonen. De vele gasten dit jaar zijn absoluut een meerwaarde. Na hun films volgt er telkens een Q&A en nadien zijn ze in de bar ook beschikbaar voor een praatje of een handtekening of foto. Daarnaast hebben we op zondag 29 oktober ook een grote fantasy-, boeken- en filmbeurs. Onze eerste editie daarvan vorig jaar was een voltreffer en dit jaar mogen de bezoekers dan ook heel wat meer standjes verwachten. Diezelfde dag is ook onze eightiesdag met een boek over de jaren tachtig dat wordt voorgesteld, enkele retro’s in onze Discovery Room en een panelgesprek over de cultuur van de eighties. Er zijn ook drie Belgische filmpodcasts die live hun ding komen doen tijdens het festival. Er is dus altijd wel iets te beleven.’
We moeten er niet flauw over doen. Ondanks BARBIE en OPPENHEIMER zit de bioscoop in een dipje. Merk je dat ook bij het festival?
‘We hebben een trouwe schare fans die elk jaar terugkeren. Daarnaast gaan we eigenlijk tegen de algemene tendens in, want vorig jaar tekenden we opvallend meer bezoekers op. Daar zat natuurlijk de festivalhit TERRIFIER 2 tussen. De buzz rond die film startte voor ons op het perfecte moment met twee mooi gevulde vertoningen als gevolg. Zo’n meevaller heb je niet elke editie, maar ook de andere films deden het goed vorig jaar. Razor Reel leeft duidelijk en we hopen die positieve lijn dit jaar door te trekken.’
Jullie spreken de filmnerds aan, maar moet je een filmnerd zijn om naar Razor Reel te gaan?
‘Nee, zeker niet, ook diegenen die maar eens af en toe een filmpje opzetten of zelden naar de bioscoop trekken gaan hun gading vinden in ons programma. Je hoeft absoluut geen nerd te zijn die film in- en uitademt om van onze selectie te genieten.’
Hebben jullie contact met de streamingdiensten?
‘Nee, streamers halen hun neus op voor festivals. Enkel absolute topfestivals zoals Venetië kunnen hun films nog aantrekken. Ze willen hun film daar eenmaal in een uitstalraam plaatsen en daar houdt het op qua festivalvertoningen. Enkel met Shudder valt nog te onderhandelen, maar zij zijn dan eerlijk gezegd ook maar een kleine garnaal in het streaminglandschap.’
Jullie werken ook samen met de mensen van het Nederlandse BUT-festival. Hoe gaat dat in zijn werk?
‘Wij organiseren elk jaar een themablok Belgica Obscura met Belgische genrekortfilms en af en toe eens een feature film. Wij willen daarmee een overzicht bieden van wat er leeft in ons land op genrevlak. Dat blok wordt niet enkel bij ons vertoond, maar ook de collega’s van BUT nemen het op in hun programma. Omgekeerd zakt het BUT dit jaar naar Brugge af om op zaterdag 28 oktober 2 films op 16 mm te vertonen.’
Wat is jouw mooiste Razor Reel-moment?
‘Dat zijn er ondertussen al veel. We hebben met de gasten al fijne tijden beleefd, de themafeestjes met het Razor Reel-team zijn altijd dolle pret, maar ik zou dan toch kiezen voor een moment toen ik nog bezoeker was. Ik had als abonnee alle films bekeken en op de laatste avond bleek een van de juryleden te hebben afgehaakt. Opeens werd ik gepromoveerd tot jurylid en mocht ik met de jury mee om de uiteindelijk Young Blood-winnaar te selecteren. We kozen trouwens toen voor THE TRANSFIGURATION. Zeker eentje om op jullie watchlist te zetten.’