BUNOHAN POSTER
BUNOHAN POSTER
INTERVIEW

Interview met Dain Said

BUNOHAN POSTER‘Moord’, dat is de betekenis van de Maleisische titel. BUNOHAN van Dain Said komt op 13 juni uit op dvd. Schokkend Nieuws had een gesprek met de regisseur over steden aan de grens en de grenzen van de (genre)film.

Het stadje Bunohan ligt op de grens van Thailand en Maleisië, in een smerig moerasgebied waar armoede en geweld alom vertegenwoordigd zijn. Adil, een jonge Muay Thai bokser is Thailand ontvlucht en duikt onder aan de andere kant van de grens, in zijn geboorteplaats Bunohan. Ilham, een huurmoordenaar en eveneens uit Bunohan afkomstig, zit hem op de hielden. Behalve zijn oude vader treft Adil in Bunohan ook zijn net uit de grote stad teruggekeerde broer Bakar. De ambitieuze leraar heeft plannen met het stuk land van zijn vader. Nieuwe wonden (Ilham laat een bloedig spoor na), oude wonden (de drie hoofdpersonen blijken een pijnlijke geschiedenis te delen) en een eeuwenoud genezingsritueel, de Main Puten – BUNOHAN is een interessante arthousefilm met een gewelddadige en bovennatuurlijke inslag.

Het gesprek met regisseur Dain Said, die in januari dit jaar te gast was op het International Film Festival Rotterdam, gaat verrassend genoeg meteen over twee andere films: BRING ME THE HEAD OF ALFREDO GARCIA en THE WILD BUNCH. Said is fan van Sam Peckinpah en ziet verwantschap: ‘Mensen hebben zich altijd zorgen gemaakt over de verheerlijking van geweld. Ik zie ook wel dat sommige filmmakers over een dunne lijn lopen, maar Peckinpah was volgens mij toch vooral geïnteresseerd in hoe mannen met elkaar omgaan. Hij onderzocht in bijna al zijn films mannenculturen. Of kijk naar Ernest Hemingway; die viriele cultuur in zijn boeken. Dat inspireerde BUNOHAN; het is een verhaal over drie mannen, broers.’

Peckinpah plaatste zijn films ook vaak in Mexico of een of andere grensstad.

‘Grenssteden zijn interessant, omdat niets er gedefinieerd is. Zelfs in Europa heb je – jullie grenzen aan België toch? – van dat soort stadjes. Wie is Belg en wie is Nederlander? Dat maakt in die plaatsen niet uit. Metaforisch en letterlijk: er kan van alles gebeuren. Toen ik BUNOHAN schreef, was ik zeker beïnvloed door westerns van Peckinpah en Sergio Leone. Niet letterlijk natuurlijk, maar meer zoals Johnnie To. Het is geen toeval dat EXILED in Macau opent. Macau is een stad van cowboys. Of neem VENGEANCE. Herinner jij je die schietpartij in het bos, nadat ze eerst die picknick hebben gehad? Fantastisch! To gebruikt geen ingewikkelde close-ups. Het is slechts een heel lang shot en het licht door de bomen en het pistoolvuur. Ik weet niet hoe hij dat doet.’

Jouw vechtscènes zijn wel een stuk minder gestileerd dan die van Peckinpah of To. Geen stoere slo-mo’s…

‘Ik wilde het vooral hebben over geweld binnen families. Dus: nee, geen wireworks. Daar is niks mis mee, hoor, maar in deze film zou dat niet passen. Ik wilde zoveel mogelijk realisme. De acteurs hebben drie maanden gevechtstraining gehad. Niet eens voor de bewegingen maar vooral voor de lichaamsbouw. Ik wilde geen grote spieren, maar juist pezige lijven. Muay Thai of zoals het in Maleisië heet, Tomoi is ook een beetje een dans. Er komt elegantie en schoonheid bij kijken. Alle figuranten kwamen van lokale boksscholen. Ik heb ze opzettelijk gemengd, zodat de acteurs de manier van praten en bewegen zouden overnemen van de locals.’

Jij bent opgegroeid in het grensstadje Tumpat. Maken personages als die kickbokser of die huurmoordenaar deel uit van je jeugdherinneringen?

‘Dat is echt. Dit zijn de badlands van Maleisië en Thailand. Thailand negeert het gebied, want het is arm, overwegend moslim en ze willen het liever gewoon helemaal vergeten. De mensen in het gebied zijn altijd sterk en koppig geweest. Je kunt er heel goedkoop iemand laten vermoorden door een lokale huurmoordenaar. Ik ken er een. Ik heb drie maanden met hem samengewerkt voor een documentaire die ik daar maakte. Ik hoorde pas achteraf dat hij een moordenaar was. En kickboksen, dat is onderdeel van de gemeenschap. De cultuur, de muziek, de dans en de rituelen gaan honderden jaren terug. Ieder dorpje heeft een boksclub. Kinderen vanaf zeven staan al in de ring. Vrouwen zelfs. We zagen tijdens de opnames een gevecht van twee meisjes van twaalf. Ze droegen natuurlijk wel de moslim hijab. Het leken wel ninja’s! Ze sloegen elkaar helemaal verrot, man!’

Je hebt gefilmd tijdens de moesson. Waarom?

‘Voor wie nooit in de tropen heeft gefilmd lijkt dat misschien onlogisch, maar het licht is heel hard in de tropen. Tussen half twaalf en half een ’s middags kun je niet filmen, tenzij je naar binnen gaat. Je verliest drie uur. Tijdens de moesson is het is altijd bewolkt. Je hebt dramatische luchten, maar vooral; het licht is zachter.’

Maar er valt ook veel regen.

‘Ja, je moet wel zorgen dat je alles precies plant. Voor iedere locatie had ik twee of drie back-up locaties. Als je locatie onder water is gelopen, moet je meteen doorkunnen naar een andere plek. Bang. Bang. Bang. 27 dagen lang. We zijn drie dagen verloren door een cycloon.’

[Producente Nandita Solomon zit bij het gesprek en vult aan:]. ‘Het ergste was de slotscène in de haven, aan de waterkant. We zouden daar drie nachten schieten. Het was de eerste nacht, ik vertrok van de set en ik herinner me dat het een beetje miezerde. Tien minuten later kreeg ik een telefoontje van de director of photography: ‘Alles is ondergelopen, we moeten stoppen.’

Said: ‘Het was net een zwembad! In tien minuten! In die drie nachten hebben we uiteindelijk maar ongeveer zes uur kunnen filmen. Voor een hele vechtscène! Gelukkig heb ik een achtergrond in reclamefilm. Dit is ook mijn productiebedrijfje. Wat de omstandigheden ook zijn, ik moet er het beste van maken.’

Solomon: ‘De tweede nacht hebben we een shaman ingehuurd. Die heeft de regen een paar uur tegen kunnen houden.’

Laten we het daar eens over hebben. De film start en eindigt met het Main Puten-ritueel en wordt steeds bovennatuurlijker.

Seances, shamanen, trance, alles! Ik had de film graag geëindigd met een vier, vijf minuten lange documentaire van dat ritueel, maar daarvoor was geen geld. Ik heb het wel opgenomen. Ik kon ze niet vragen te doen alsof. Het was een echt ritueel. ‘Nee, we kunnen niet faken,’ zeiden ze. ‘Als we de drum spelen, komen de geesten – en die worden heel boos als het voor de show is. Je moet iemand vinden die ziek is. Dan kunnen we die genezen.´

BUNOHAN is meer een duistere arthouse-film. Zou je niet een keer een grote, commerciële martial arts film willen draaien?

‘Absoluut. Waarom niet? Ik zou dat graag doen, maar het is wel belangrijk dat het verhaal ook sterk is. We hebben het er zo vaak over gehad. ‘Weet je wat, we nemen een onzinverhaal, stoppen de film vol vechtscènes en we worden rijk!’ Het probleem is: als ik dat probeer komen er steeds nieuwe ideeën boven en dan wordt het weer ingewikkeld. (lacht) Kijk eens naar Korea. THE CHASER is fantastische smart filmmaking. Hoe doen ze dat toch? Ik denk dat het niet eens een kwestie is van wel of geen genrefilm. Het gaat gaat gewoon om goede verhalen. De ene keer zal ik de Tarkovski-route varen, de andere keer maak ik een film zoals Michael Mann. I love Michael Mann!’

BUNOHAN van Dain Said verschijnt op 13 juni op dvd bij Universal.
13 april 2012

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!