adrian panek wilkolak
adrian panek wilkolak
INTERVIEW

Adrian Panek: ‘Het was Babylonisch’

adrian panek wilkolak IMAGINE 2019 | Afgelopen dinsdag beleefde de Pools/Duits/Nederlandse film WILKOLAK (‘Weerwolf’) zijn première op Imagine. Vanaf 22 augustus kun je ‘m in de bioscoop bekijken. Schokkend Nieuws sprak met regisseur Adrian Panek over zijn mix tussen psychologisch oorlogsdrama, coming-of-age en hondenhorror.

Acht kinderen, overlevenden van het naziconcentratiekamp Gross-Rosen, hebben een schuilplaats gevonden in een vervallen villa in de Poolse bossen. De kinderen – getraumatiseerd, verwilderd en hongerig – beginnen zich langzaamaan weer mens te voelen. De omgeving wordt echter onveilig gemaakt door de laatste, zich verschuilende Duitse soldaten, Russische soldaten én een groep ontsnapte Duitse kamphonden, die onmiddellijk aanslaan zodra ze een kampgevangene zien.

Regisseur Adrian Panek debuteerde in 2011 met het historisch drama DAAS en regisseerde voor de Poolse commerciële televisie de crimeserie KOMISJA MORDERSTW. WILKOLAK maakte hij in samenwerking met, onder meer, het Nederlandse House of Netherhorror.

Adrian Panek: ‘Ik was aan het nadenken over genrefilms. Ik vroeg me af waarom sommige genres, zoals romantische komedies, in Europa populairder zijn dan horror of thrillers. Misschien heeft het te maken met het monster. In Amerikaanse films is het gemakkelijk te geloven in het monster, want in Hollywood is alles bigger than life. Maar in Europese cinema is dat moeilijker. Dus ik dacht: een monster waar we hier nog wél in kunnen geloven, is een menselijk monster. En voor ons in Polen is dat de Tweede Wereldoorlog. Ik wilde dus geen film maken over de Holocaust; het idee een genrefilm te doen, was er eerst.’

Is dat geen tricky onderwerp voor een genrefilm? Er zijn 40.000 mensen omgekomen in Gross-Rosen.

‘Ik maakte me niet echt zorgen. Je hebt de comic Maus, je hebt de film INGLORIOUS BASTERDS. Mijn film heeft op veel Joodse filmfestivals gedraaid. Na de oorlog begrepen we eindelijk wie wij mensen zijn: we zijn beesten. We dachten over onszelf als goddelijke wezens, maar daarna realiseerden we ons dat we tot verschrikkelijke dingen in staat zijn. Nu we het idee van de goddelijke schepping hebben losgelaten is het belangrijk te weten wie we zijn als mensen, wat onze menselijkheid definieert. Hoe laten we die wrede, primitieve, dierlijke wereld achter ons? Dat doen we door middel van cultuur. Cultuur beschermt ons. De kinderen in de film werden tot beesten verlaagd, nu proberen ze weer mens te worden.’

Ik neem aan dat je veel research hebt gedaan. Is er iets bekend over rondzwervende kamphonden?

‘Nee, het is een urban legend. Het Duitse leger had 300.000 honden en duizenden daarvan dienden in de concentratiekampen. Ze gebruikten die om mensen te doden, maar ze lieten ze hun slachtoffers niet opeten. De periode direct na de oorlog is vooral interessant, want het is Year Zero. Alles begint opnieuw. Op zich is dat niet zo heel erg origineel. Er was bijvoorbeeld de film PRAWO I PIĘŚĆ / THE LAW AND THE FIST (Jerszy Hoffman, Edward Skórzewski, 1964). Dat is een soort Poolse western die zich afspeelt in een verlaten Duitse stad in West-Polen, net na de oorlog. Er is een bende en een man van de Poolse autoriteiten, de fantastische acteur Gustaw Holoubek, moet als sheriff optreden. Dit soort films was heel populair in het Oostblok. Wij hadden ook genrefilms, weet je?!’

Ja, dat weet ik! We schreven laatst nog over de vampierfilm WYLCZYCA (Marek Piestrak, 1983).

‘Ja, maar die vampierfilms waren vooral heel grappig, meer zoals Italiaanse horror. Ik denk vooral aan Roman Polanski.’

Ik moest natuurlijk ook denken aan WHITE DOG (1982) van Sam Fuller, over een hond die getraind is zwarte mensen aan te vallen.

‘Ik kende die film nog niet. Pas toen ik over deze film ging denken, ben ik films als CUJO en WHITE DOG gaan bekijken, vooral om te zien wat je allemaal kunt doen met honden. Ik denk dat de hond in WHITE DOG de best getrainde was. In de making of van CUJO zie je dat ze de hond helemaal onder het bloed hadden gesmeerd, maar dat het dier zichzelf in de pauzes begon schoon te maken. Ik had tien honden op de set en Hongaarse trainers. De baas van het team, Zoltan Horkai, heeft zijn eigen show op Discovery Channel: ZOLTAN, THE WOLFMAN. Die gebruikte natuurlijk speelgoed, maar voor sommige close-ups maakten ze de honden echt kwaad. Ik weet bijvoorbeeld niet hoe ze die hond zover hebben gekregen voor de scène aan het einde van de film. Ik wil het liever niet weten. Het was Babylonisch. De kinderen riepen door elkaar heen in het Pools. De honden blaften. De trainers riepen commando’s in het Hongaars. De cameraman kon mij niet ‘action’ horen roepen. Maar ja, het werkte.’

De kinderen, las ik, waren ook ongetraind. Beginnende, niet-professionele acteurs.

‘Als je met ongetrainde kinderen werkt, moet je dicht bij hun persoonlijkheid blijven. We zochten dus naar kinderen die niet beleefd waren en niet bang om te vechten. De jongen die Wladek speelt was nogal verlegen, hij had problemen met de sociale zorg in Polen, een soort trauma. Het gaat nu goed met hem, maar hij bleef op een afstand. Toen ik hem vond, was niet iedereen overtuigd. Hij sprak niet, hij lachte niet, de andere kinderen ontweken hem – maar hij had íets. Er was een Poolse psychiater die na de oorlog duizenden ex-gevangenen interviewde. Verschrikkelijke dingen. Kleine kinderen van één of twee jaar oud, die geleerd hadden niet te huilen, omdat huilen betekende dat je dood werd gemaakt. Of kinderen met een mentale afwijking die zichzelf ertoe dwongen dat niet te laten merken. Meisjes die niet meer menstrueerden. Niet alleen de psyche, maar ook het lichaam was helemaal ingesteld op overleven.’

Hoe leg je jonge, ongetrainde acteurtjes uit wat kamptrauma is?

‘Daar schiet je niet zoveel mee op als je een film maakt. Je kunt je beter beperken tot simpele acties tussen personages. Bijvoorbeeld het jongste meisje in de film, dat toen zes was. Ze wist dat dit een film was over kinderen die uit een concentratiekamp kwamen, maar dat betekent emotioneel niets voor haar. Daarom vertelden we haar dat ze in een film over elfjes meespeelde. Zij moest op de elfjes in het bos passen, en ze mocht niemand iets vertellen want anders gingen de elfjes dood. Ze was een kleine duivel op de set. Een grappenmaakster. ’s Avonds gingen de lichten uit in het paleis en zij heeft haar kinderoppas en andere leden van de crew heel vaak de stuipen op het lijf gejaagd!’

Waar hebben jullie het opgenomen?

‘Het verhaal speelt zich af in Silezië. Daar schoten we de landschappen en bossen, maar we konden er niet het juiste paleis vinden. Dat vonden we uiteindelijk in de buurt van Auschwitz. Het vreemde was dat de Duitsers het als weeshuis gebruikt hebben, maar dan voor de kinderen van SS-officieren die aan het Oostfront gestorven waren. Daarna werd het een psychiatrische inrichting – dus dat is weer een andere horrorfilm.

En wat was de Nederlandse betrokkenheid?

’Onze producers gingen naar Cannes en ontmoetten daar Jan Doense en de Duitse producenten van Twenty Twenty Vision. De postproductie, kleurcorrectie en CGI zijn in Nederland gedaan. Wart Wamsteker deed de sounddesign. Ik heb een heerlijke zomer doorgebracht in Amsterdam vorig jaar.’

De film ging vorig haar al in Polen uit en reist sindsdien langs de festivals. En nu?

‘Dit is mijn laatste trip. Ik ben nu met een tweede script bezig, over Philip K. Dick en Stanislaw Lem, de Russische sciencefictionschrijver die SOLARIS schreef. Lem was heel populair in de VS in de jaren zeventig en Dick dacht dat het een soort communistische samenzwering was om de Amerikaanse sciencefictionliteratuur te vernietigen. Hij scheef brieven aan de FBI, dat het niet mogelijk was dat één enkele persoon zoveel goede boeken schreef. Hij zorgde dat de American Science Fiction Association, waarvan Lem erelid was, Lem royeerde. De opzet van de film is dat Dicks verdenkingen op de een of andere manier waar waren. Dat er werkelijk een samenzwering was.’

Dat klinkt fantastisch. Hopelijk zien we die op een volgende editie van Imagine!

© Barend de Voogd
19 april 2019

Fan van horror, sci-fi en cult?

Neem een abonnement!

Ons magazine bevat nóg meer en staat vol interviews, recensies en achtergronden.
Voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat!
Liever digitaal ontvangen? Dat kan ook!