Met die twee films ging Cage in 1997 een nieuwe fase van zijn carrière in. De acteur had al gewerkt met de gebroeders Coen (RAISING ARIZONA, 1987) en David Lynch (WILD AT HEART, 1990), had een cultrol op zijn naam met VAMPIRE’S KISS (1988), en een Oscar gewonnen voor LEAVING LAS VEGAS (1995). In 1996 speelde hij onder regie van Michael Bay in zijn eerste actie-blockbuster, THE ROCK. Maar het was pas het jaar daarop dat hij zich helemaal liet gaan in nog twee blockbusters, waardoor het mainstreampubliek opnieuw kennis maakte met Cage. In CON AIR als rechtgeaarde held met een vreselijke poging tot een Alabama-accent, in FACE/OFF als maniakale schurk die op belachelijke wijze van identiteit ruilt met een FBI-agent. Twee hoogst vermakelijke, bij vlagen hilarische spektakelfilms. Maar als er één voorgoed achter slot en grendel zou moeten, welke mag dan blijven?