{"id":51321,"date":"2005-09-01T13:57:00","date_gmt":"2005-09-01T13:57:00","guid":{"rendered":"http:\/\/sn.kweekvijver.nl\/review\/die-screaming-marianne\/"},"modified":"2005-09-01T13:57:00","modified_gmt":"2005-09-01T13:57:00","slug":"die-screaming-marianne","status":"publish","type":"review","link":"https:\/\/schokkendnieuws.nl\/review\/die-screaming-marianne\/","title":{"rendered":"Die Screaming, Marianne"},"content":{"rendered":"
Veel fantasie hebben ze niet bij Anchor Bay Engeland. Evenals hun Amicus Collection is de vijf titels omvattende Pete Walker Collection<\/em> verpakt in een gammele kartonnen doos in de vorm van een doodskist.<\/strong><\/p>\n [Gezamenlijke bespreking van The Pete Walker Collection<\/em>]<\/p>\n De films zelf, op \u00e9\u00e9n na voorzien van audiocommentaar door Walker zelf, bieden zicht op het oeuvre van een man die zijn m\u00e9tier in de eerste plaats als een bron van inkomsten zag. Gelukkig had Walker (1939) ook nog een appeltje te schillen met instituties die hij als corrupt en hypocriet beschouwde: het gezin, de rechterlijke macht, de psychiatrie en de kerk. Met die afkeer als motor maakte hij midden jaren zeventig zijn beste werk.<\/p>\n Met THE CURSE OF FRANKENSTEIN opende de Britse Hammerstudio in 1957 de aanval op de Amerikaanse hegemonie in het horrordomein. Hammer groeide gedurende het daaropvolgende decennium uit tot een geduchte Europese concurrent, maar ging mede dankzij het wegvallen van Amerikaans (!) distributiegeld medio jaren zeventig ten onder. Bovendien liepen de veelal met een keurige burgerlijke moraal afgeronde kostuumfilms van de studio eind jaren zestig al volkomen uit de pas met de tijdgeest. In die crisissfeer grepen relatief jonge filmmakers als Antony Balch (HORROR HOSPITAL, 1973), Norman J. Warren (SATAN\u2019S SLAVE, 1976) en Pete Walker hun kans. Ze werden niet belast door de Hammer-traditie en hadden beter in de gaten dat Peter Cushing die met een crucifix een vampier uitschakelde door een jongere generatie niet meer vanzelfsprekend als held werd onthaald. Vooral Walker mag achteraf worden gezien als iets meer dan een voetnoot in de geschiedenis van de Britse horrorfilm, al moet zijn betekenis in breder verband ook weer niet overschat worden.<\/p>\n De eerste die zal toegeven dat zijn films voornamelijk ten doel hadden met sensationele onderwerpen de nieuwsgierigheid te prikkelen, is Walker zelf. Bij drie daarvan, uitgebracht in de periode 1974-75, voerde hij die strategie het meest consequent uit. Na de laatste van het trio, HOUSE OF MORTAL SIN<\/a>, bekeerde de regisseur zich tot de psychologische thriller en wist hij zijn gebrek aan visuele flair en de rammelende plots van zijn scenarioschrijvers niet langer toe te dekken met de provocerende thema\u2019s en de (naar toenmalige Britse maatstaven) extreme gewelddadigheid van zijn beste werk. Walker hield de eer aan zichzelf. Toen hij zich realiseerde dat zijn eigen smaak niet meer gelijk opliep met die van zijn publiek, zette hij er in 1983 met het nostalgische HOUSE OF THE LONG SHADOWS (met hoofdrollen voor Cushing, Christopher Lee, Vincent Price en John Carradine) een punt achter. Walker was 44 en begon een nieuwe carri\u00e8re als vastgoedhandelaar en bioscoopeigenaar, die tot op de dag van vandaag voortduurt.<\/p>\n Tien jaar eerder was de stripverfilming TIFFANY JONES (1973) de laatste geweest van Walkers sekskomedies, een genre dat door de komst van Amerikaanse harde porno al net zo snel uit de mode raakte als Hammers horror. Tussen twee van de meest succesvolle, COOL IT CAROL (1970) en FOUR DIMENSIONS OF GRETA (1972), maakte hij DIE SCREAMING, MARIANNE (1971), tevens de eerste titel uit de Pete Walker Collection<\/em>.<\/p>\n DIE SCREAMING, MARIANNE kan worden omschreven als een ongelukkig huwelijk tussen Hitchcock en giallo. Hoofdpersoon is Marianne (Susan George, volgens Walker op het commentaarkanaal \u2018de Madonna van die tijd.\u2019), de vrijgevochten dochter van een gepensioneerde rechter die in zijn huis in Portugal met Marianne\u2019s halfzusje een incestueuze relatie onderhoudt. Maar voordat alle personages daar met een minimum aan logica bij elkaar worden gebracht, richt Walker de camera op post-\u2018swinging London\u2019, waar afzichtelijk modieus geklede en gekapte personages het (straat)beeld vervuilen.<\/p>\n DIE SCREAMING, MARIANNE, dat veelbelovend begint met een op James Bond-films ge\u00efnspireerde titelsequentie, struikelt van sc\u00e8ne naar sc\u00e8ne, maar heeft in de figuur van de rechter wel al een typische Walker-protagonist in huis. Een corrupte figuur die rotzooit met zijn dochter en wiens professionele misstappen in de doofpot zijn gestopt \u2018in the name of British justice.\u2019 De kinky horrorfilm THE FLESH AND BLOOD SHOW (1972) ontbreekt in de box, maar pas in HOUSE OF WHIPCORD uit 1974 ging Walker dan ook echt recht op zijn doel af. In de film laten jonge vrouwen met een \u2018losse moraal\u2019 zich verleiden door een gladde engerd, wiens naam al enig wantrouwen zou moeten wekken, Mark. E. Dessart (spreek uit: Marquis de Sade). Dessart ontvoert de meiden naar een strafinrichting waar men hen met voornamelijk lichamelijke tucht (de zweep uit de titel) weer op het rechte pad probeert te krijgen. Wie niet luistert wacht de doodstraf door ophanging.<\/p>\n We tellen naast de bejaarde directrice en haar blinde echtgenoot (een voormalige rechter) twee bewaaksters op leeftijd, wat het schrikbewind niet erg aannemelijk maakt. Daarnaast is maar al te duidelijk dat Walker, met een combinatie van bloot en geweld, een alternatief voor zijn seksfilms probeerde te vinden. Maar de ranzige plaatjes van met striemen overdekte vrouwenruggen en de sombere atmosfeer van spaarzaam verlichte gangen en cellen missen hun uitwerking niet. De actuele setting, het sadisme en de anti-establishment-boodschap gaven de film bovendien een streepje voor op Hammers oubollige monsterfilms van dat jaar, FRANKENSTEIN AND THE MONSTER FROM HELL en THE SATANIC RITES OF DRACULA. Ronduit memorabel is actrice Sheila Keith (1920-2004), die haar debuut maakte als gevangenbewaarster en wier talent voor sinistere personages door Walker ook in de resterende films uit de box vakkundig zou worden ge\u00ebxploiteerd.<\/p>\n In het hilarisch perverse FRIGHTMARE <\/a>(1974) is Keith een kannibaal die na een langdurige gevangenisstraf samen met haar echtgenoot terugkeert in de maatschappij, maar het eten van mensenvlees nog niet verleerd is. En dat niet alleen, ze heeft de ziekelijke afwijking doorgegeven aan haar dochter. De boodschap: de kongsie van rechters en psychiaters die deze gekken in vrijheid heeft gesteld vormt een grotere bedreiging voor de samenleving dan de misdadigers zelf.<\/p>\n Wie op basis van HOUSE OF WHIPCORD concludeerde dat de regisseur tolerantie hoog in het vaandel had staan, kwam bij FRIGHTMARE dus bedrogen uit. Maar Walkers afkeer van instituties als het gezin, justitie en de kerk waren dan ook eerder persoonlijk dan politiek gemotiveerd: als kind werd hij door zijn moeder aan zijn lot overgelaten en aan de katholieke kostscholen uit zijn jeugd bewaarde hij ook al geen prettige herinneringen. Zijn neiging tegen heilige huisjes te schoppen was een wraak-op-termijn, een persoonlijke afrekening die verder geen ideologisch doel diende. Walker was geen linkse liberaal, integendeel. In een interview met het blad Films and Filming<\/em> uit 1974, zei hij: \u2018Met films als A CLOCKWORK ORANGE en THE DEVILS zijn we toe aan een strengere censuur, omdat ik denk dat ze een corrumperende invloed hebben.\u2019<\/p>\n Hoe zo\u2019n uitspraak te rijmen valt met een oeuvre waarin bloed, bloot en sensatie de voornaamste ingredi\u00ebnten vormen? Walker was zelf van mening dat zijn films van \u2018goede smaak\u2019 getuigden, in die zin dat het geweld in zijn films een functie had en niet verheerlijkt werd. Het neemt niet weg dat FRIGHTMARE, met zijn bizarre verwikkelingen rond het kannibalengezin, zijn algehele atmosfeer van ontreddering en een geweldige Keith die met een drilboor de schedels van haar slachtoffers bewerkt, een filmmaker laat zien die zijn reputatie van provocateur alle eer aandoet.<\/p>\n Een jaar later dacht Walker een nog grotere slag te slaan met een aanval op de katholieke kerk in HOUSE OF MORTAL SIN<\/a>. Ondanks de thematiek van seksuele repressie en priesterlijk machtsmisbruik, en ondanks inventieve moorden met vergiftigde auwels en een als wurgkoord dienstdoende rozenkrans, werd uit katholieke hoek geen enkel protest vernomen, terwijl het ook in de zalen akelig stil bleef. Niet helemaal verdiend, want in het wat breedsprakige HOUSE OF MORTAL SIN mogen de personages dan te karikaturaal zijn om serieus te nemen, het perverse huishouden van de seksueel gefrusteerde priester, zijn aan Alzheimer lijdende moeder en een wederom sinistere Keith als huishoudster, is vintage Walker.<\/p>\n