{"id":51203,"date":"2003-06-01T13:57:00","date_gmt":"2003-06-01T13:57:00","guid":{"rendered":"http:\/\/sn.kweekvijver.nl\/review\/nightmare-on-elm-street-5-the-dream-child-a\/"},"modified":"2003-06-01T13:57:00","modified_gmt":"2003-06-01T13:57:00","slug":"nightmare-on-elm-street-5-the-dream-child-a","status":"publish","type":"review","link":"https:\/\/schokkendnieuws.nl\/review\/nightmare-on-elm-street-5-the-dream-child-a\/","title":{"rendered":"A Nightmare on Elm Street: The Dream Child"},"content":{"rendered":"
A NIGHTMARE ON ELMSTREET was het werk van een intelligente filmmaker die zijn idee\u00ebn over de psychologie van de angst, de fysieke impact van dromen op de werkelijkheid en het conflict tussen generaties verpakte in een vlotte, enge tienerhorrorfilm. Aangekomen bij de zesde en minste film uit de serie, FREDDY\u2019S DEAD: THE FINAL NIGHTMARE, vinden we van die idee\u00ebn bitter weinig terug. <\/strong><\/p>\n Nadat Universal in 1931 een dubbelklapper had gescoord met DRACULA en FRANKENSTEIN, wist de studio dat succes meer dan tien jaar lang te continueren door steeds nieuwe monsters te introduceren en oude monsters opnieuw te laten opdraven in vervolgfilms. Toen het na verloop van tijd steeds moeilijker werd met nieuwe idee\u00ebn te komen, stelde scenarioschrijver Curt Siodmak bij wijze van grap voor een film te maken waarin twee Universal-monsters aan elkaar werden gekoppeld. Tot zijn verbazing kreeg Siodmak van producent George Waggner meteen de opdracht om een script te schrijven. FRANKENSTEIN MEETS THE WOLF MAN (1943) werd een klassiek voorbeeld van de bokkensprongen die producenten maken om een formule uit te melken. Geen ander genre dat zo heen en weer slingert tussen creatie en imitatie en tussen kunst en commercie als de horrorfilm. De Universal-klassiekers zijn daarvan een vroeg bewijs.<\/p>\n Zestig jaar later is het niet anders. Over een paar maanden verschijnt FREDDY VS. JASON<\/a>, waarin de filmgriezels uit FRIDAY THE 13TH en A NIGHTMARE ON ELM STREET<\/a> samenkomen. Was de reeks films rond Jason Voorhees vanaf de eerste aflevering al puur exploitatief, A NIGHTMARE ON ELMSTREET was het werk van een intelligente filmmaker die zijn idee\u00ebn over de psychologie van de angst, de fysieke impact van dromen op de werkelijkheid en het conflict tussen generaties verpakte in een vlotte, enge tienerhorrorfilm. Aangekomen bij de zesde en minste film uit de serie, FREDDY\u2019S DEAD: THE FINAL NIGHTMARE, vinden we van die idee\u00ebn bitter weinig terug. Totdat Craven precies tien jaar na de eerste film met het verrassende (voorlopige) sluitstuk WES CRAVEN\u2019S NEW NIGHTMARE weer iets interessants aan de serie wist toe te voegen, in de vorm van postmoderne zelfreflectie.<\/p>\n Net als het horrorgenre in het algemeen pendelt de NIGHTMARE-serie op en neer tussen creatie en imitatie, tussen kunst en commercie. Wie de extra\u2019s op de onlangs uitgebrachte dvd\u2019s van de films achter elkaar bekijkt, krijgt een goede indruk van die ontwikkeling. Op elke schijf staan interviews met betrokkenen, gerangschikt naar thema, met een gezamenlijke speelduur van tussen de vijftien en vijftig minuten per dvd. Tekenend daarbij is dat tot en met A NIGHTMARE ON ELM STREET 3: DREAM WARRIORS vooral gesproken wordt over de inhoud van de films, terwijl bij deel vier, THE DREAM MASTER, geld het onderwerp van gesprek wordt.<\/p>\n Op de eerste schijf doet Craven de oorsprong van de serie uit te doeken en komt zijn discussie met producent Robert Shaye over het einde ter sprake. Twee alternatieve slotsc\u00e8nes zijn in het bonusmenu opgenomen, waaronder Cravens originele, Freddy-loze slot dat de deur naar een vervolg niet zo nadrukkelijk open zet. Dat vervolg was echter onvermijdelijk toen de film een succes bleek. Hoewel het gegeven in het eerste vervolg onder regie van klusjesman Jack Sholder aan consistentie inboette, blijkt er voor de ge\u00efnterviewden nog voldoende te overdenken, zoals de, volgens Sholder, onbewuste, homo-erotische subtekst van FREDDY\u2019S REVENGE. Bij DREAM WARRIORS ligt het accent op de pogingen van Chuck Russell en zijn schrijfpartner Frank Darabont om het surrealisme van de serie naar een hoger plan te tillen.<\/p>\n Niet alleen het surrealisme bereikte bij dat tweede vervolg een hoogtepunt, ook de resultaten aan de kassa overtroffen die van de eerste twee films. New Line, dat zijn bestaan als productiemaatschappij volledig aan Freddy Krueger te danken heeft, wilde na het commerci\u00eble succes van DREAM WARRIORS dan ook niet wachten met een nieuw vervolg. En daar ging het mis. Robert Shaye geeft toe dat hij Renny Harlin helemaal niet zag zitten als regisseur, maar ja, er was een deadline, er moest geld verdiend worden. Dus kreeg Harlin de klus omdat hij er volgens Shaye \u2018met zijn lengte van bijna twee meter uitzag alsof hij hard kon werken.\u2019 De productie van THE DREAM MASTER kon ook niet worden gehinderd door een schrijversstaking; het scenario was een bundeling losse bijdragen van verschillende betrokkenen, die tijdens de opnamen tot stand kwam. Met andere woorden: een heleboel losse idee\u00ebn, maar geen visie. Het verbaast niet dat de NIGHTMARE-serie hier een kwalitatieve tuimeling maakte.<\/p>\n Daar is niet alleen de gretigheid waarmee New Line het succes wilde uitmelken debet aan, maar ook de devaluatie van Freddy Krueger als overtuigende filmgriezel. De extra\u2019s op deze dvd\u2019s maken het eindelijk mogelijk daar een hoofdverdachte voor aan te wijzen. Renny Harlin vertelt doodleuk dat hij van Freddy Krueger \u2018een soort James Bond\u2019 wilde maken, \u2018the coolest guy in the movie.\u2019 Waarna Stephen Hopkins bij de vijfde film, THE DREAM CHILD, moest concluderen dat Krueger \u2018al zo vaak in beeld was geweest dat er niets meer overbleef.\u2019 Met een prachtige gothic art direction<\/em> van het droomlandschap wist Hopkins nog enige compensatie te bieden voor het gebrek aan angst en afschuw waarmee het verschijnen van grapjas Freddy inmiddels gepaard ging. Overigens ziet acteur Robert Englund dat anders: Freddy\u2019s wisecracks gaven het publiek de gelegenheid te ontspannen, waarna de volgende schok des te harder aankwam. Leuke theorie, maar hij gaat hier net zo min op als bij ABBOTT AND COSTELLO MEET FRANKENSTEIN.<\/p>\n Met in-jokes, cameo\u2019s en een kermisfinale in 3-D (die als extraatje op de desbetreffende dvd is opgenomen; u moet wel zelf een brilletje scoren) dreigde de serie met FREDDY\u2019S DEAD: THE FINAL NIGHTMARE als een nachtkaars uit te gaan. Om haar alsnog een waardige (voorlopige) afsluiter te bezorgen, had men uiteindelijk toch weer de creatieve input van de geestelijke vader nodig. Op de dvd van WES CRAVEN\u2019S NEW NIGHTMARE is Craven eerlijk over de redenen om weer een NIGHTMARE-film te maken: hem werd artistieke vrijheid beloofd\u2026 plus het hoogste salaris dat hij ooit had ontvangen.<\/p>\n Met zijn postmoderne inslag is NEW NIGHTMARE het interessantste vervolg uit de hele reeks. De film is niet alleen een bespiegeling over horrorfilms en hun effect op het publiek en de cultuur, maar weet binnen de serie ook plaats te geven aan de nieuwe rol die Freddy toebedeeld had gekregen, namelijk die van een cultureel icoon. Clive Barker, die op deze dvd\u2019s ook naar zijn mening wordt gevraagd, krijgt daarover het laatste woord: \u2018Niets geeft mij \u2013 en ik vermoed Wes \u2013 meer voldoening dan de vaststelling dat je creatie is uitgestegen boven de bescheiden omstandigheden waarin hij is ontstaan, de vaststelling dat die creatie niet meer van jou is. Maar het gevaar daarbij is dat mensen die niets om jouw film geven, die niets om film in het algemeen geven, erachter komen dat ze een cash cow<\/em> in handen hebben. En die willen ze leeg laten bloeden tot de laatste druppel.\u2019<\/p>\n Extra’s: ***<\/p>\n