RECENSIE
Televisie

American Gods (seizoen 1)(2017–2021)

AMERICAN GODS is een serie over de kracht van verhalen. Toch bleek het eerste seizoen opvallend ongeïnteresseerd in het centrale verhaal, dat met een halfhartige cliffhanger afsloot.

,De serie gaat, net zoals het boek van Neil Gaiman waarop het gebaseerd is, over een versie van de Verenigde Staten waarin goden door geloof in leven worden gehouden. Hoofdpersoon Shadow Moon komt hier maar geleidelijk achter. Hij wordt een paar dagen eerder dan gepland uit de gevangenis vrijgelaten omdat zijn vrouw Laura verongelukt is. Kort daarna ontmoet hij Mr. Wednesday, die hem in dienst neemt, maar voor wat? In de tussentijd krijgen we vignetten te zien/lezen die ons meer leren over hoe goden naar Amerika zijn gekomen en hoe ze het daar doen.

En daar wringt het een beetje. Want dat hoofdverhaal, waarin Mr. Wednesday (gespeeld door de perfect gecastte Ian McShane) en Shadow (Ricky Whittle) een road trip ondernemen, weet niet echt te boeien. Ze bezoeken de ene na de andere god, die Wednesday voor zijn mysterieuze doelen probeert te rekruteren. Wednesday geeft Shadow opdracht om de snelwegen te vermijden – en de vaart komt er nooit echt in.

Het probleem is niet McShane: die kauwt met zichtbaar plezier op elke regel dialoog, flirt er op los met een glinstering in z’n oog en heeft de tijd van z’n leven. Veel van de ontmoetingen onderweg zijn ook best aardig: Peter Stormare is heerlijk vies en zweterig als Cernobog, de nieuw bedachte god Vulcan (Corbin Bernsen) toont dat showrunners Bryan Fuller en Michael Green meer snappen van Amerika dan Gaiman destijds deed, en Kristen Chenoweth is in de laatste aflevering perfect als Ostara/Pasen.

Maar de reis blijft te lang een en-toen-en-toen-en-toen gebeuren, en wordt zodanig uitgesmeerd dat de constante verwarring en onnozelheid van Shadow geleidelijk ergerlijk wordt. Meerdere “echte” namen van Wednesday komen langs – in woord en in beeld – maar het wil maar niet doordringen. “Are you angry, or confused?”, vraagt Wednesday in de laatste aflevering, en het lijkt haast een zelfbewust grapje over de uitdrukking die Whittle het grootste gedeelte van de tijd op z’n gezicht heeft.

De hoofdverhaallijn lijkt zelfs de aandacht van de makers geleidelijk steeds minder te kunnen vasthouden. Steeds weer gaan ze zijpaadjes in. Tot twee keer toe nemen die zijpaden zelfs een hele aflevering over, waarbij ze ook flink durven af te wijken van het boek. Gelukkig zitten juist in die omzwervingen de beste momenten van de serie.

In de eerste drie afleveringen van de serie zijn de vignetten nog kort. De Vikings landen op de onherbergzame Amerikaanse kust. Bilquis (Yetide Badaki) verleidt een man (Freddy Rumsen uit MAD MEN, om precies te zijn) en slokt hem op met haar vagina. Een vrouw sterft en wordt door Anubis (Chris Obi) meegenomen naar het hiernamaals. De scènes zijn poëtisch en in veel opzichten opzienbarend – een melancholische, tedere scène tussen een sippe verkoper en een Ifrit toont een versie van homoseks die op de Amerikaanse televisie nu niet bepaald gebruikelijk is.

Echt spannend wordt het pas met aflevering vier, waarin we opeens het perspectief van een ander personage krijgen: Laura Moon (Emily Browning), die zich beetje bij beetje openbaart als het leukste personage uit de hele serie. Later, als ze bezig is met een parallelle road trip met de vloekende en tierende, maar uiteindelijk verrassend ontroerende, Leprechaun Mad Sweeney (Pablo Schreiber) en de lieve Salim-not-Salim (Omid Abtahi), zou je willen dat je kon kiezen om bij hén in de auto te blijven zitten. En die wens wordt zelfs min of meer vervuld: in aflevering zeven komen Wednesday en Shadow helemaal niet voor, en wordt de tijd verdeeld tussen dit trio en een uitgebreide vertelling over de vrouw die Mad Sweeney naar de nieuwe wereld haalde.

Alles bij elkaar is het een onevenwichtig geheel, dat vooral door stijl bijeengehouden wordt. Fuller en Green hebben duidelijk niet veel boodschap aan realisme. Je gaat je zelfs afvragen of de goedkope, nep uitziende CGI een bewuste stijlkeuze is – de emmers bloed die eruitzien als cranberrysap zijn dat in ieder geval duidelijk wél. Het is allemaal wat barokker en groezeliger dan in HANNIBAL, maar vooral hierin zie je duidelijk de invloed van Fuller.

Ook wat betreft de kostuums is duidelijk niets aan het toeval overgelaten: van het pimpelpaars van de strakke kostuums van Anansi (Orlando Jones) tot de bretels van Mad Sweeney. Hoogtepunt is waarschijnlijk het personage van Media, waarmee Gillian Anderson haar imitatietalenten volop mag oefenen: ze komt langs als Lucy Ricardo uit I LOVE LUCY, als David Bowie, als Marilyn Monroe in THE SEVEN YEAR ITCH én als Judy Garland in EASTER PARADE. Elke keer is het weer smullen.

Zo zijn afzonderlijke scènes en details genoeg om te genieten van elke aflevering, zelfs al is het geheel wat rommelig en bij vlagen langdradig. Zo kijk je toch uit naar seizoen twee: niet per se voor de ontknoping, maar vooral voor meer scènes waarin een dozijn Jezussen gezellig met elkaar veelkleurige macarons eten, waarin oude mythes in een nieuw jasje worden gehesen, of waarin een lijk een ijscowagen steelt om haar rottende lichaam nog net wat langer goed te houden. Want waar zie je dat soort dingen anders?

Distributie: Amazon Prime. Copyright: Hedwig van Driel. Overname uitsluitend na goedkeuring van de rechthebbende. Online gepubliceerd op 24 juni 2017.

24 juni 2017
  • Titel
    American Gods
  • Lengte
    60 minuten
  • Scenario
    Bryan Fuller, Michael Green
  • Cast
    Ricky Whittle, Emily Browning, Yetide Badaki
  • Taal
    English
  • Land
    United States
  • Trailer
Meer Fantasy
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

Ons magazine bevat nóg veel meer.

Word abonnee!

Als je houdt van de genrefilm, is ons magazine echt wat voor jou.
Neem een abonnement en voor slechts 35 euro valt-ie 6x per jaar op je mat.